Grijstinten zat op ’t Wad

Zoals ik gisteren al schreef, biedt de palenrij ook regelmatig mooie doorkijkjes. Zo zag ik die dag tussen de palen door in de verte een groepje wadwandelaars voortploeteren …


Vanuit Paesens-Moddergat worden al sinds 2008 het jaar rond diverse wadlooptochten georganiseerd. Het moet een fascinerende ervaring zijn, maar helaas is het voor mij niet meer weggelegd …

Van de wadlopers verlegde ik de aandacht naar een dode vogel, die vlak bij de palenrij lag. Het lijkt een scholekster die met een groet afscheid heeft genomen. Mooi laten liggen …


Verderop scharrelden wat levende vogels hun maaltje bijeen. Je zou verwachten, dat het steltlopers zijn, maar inzoomend ontdekte ik dat het ganzen waren. En zo is er altijd wat op ’t Wad …

We hadden er ongetwijfeld nog veel meer foto’s kunnen maken, maar het werd tijd om dit bliksembezoek aan het Wad af te ronden. Enkele mensen schreven in een reactie, dat ze het jammer vonden dat het zulk grijs weer was, maar ik was er blij mee. Het Wad is in fotografisch opzicht altijd mooi. Daarom sluit ik deze serie af met een beeldvullende plaat van het Wad, die talloze tinten grijs bevat …

Een groot evenwichtskunstenaar

Ik sluit deze serie over de weidevogels af met een paar al wat oudere foto’s van de scholekster. Je kunt hem herkennen aan zijn zwartwitte kostuum, zijn rode ogen en de lange, sterke snavel. De scholekster heeft rozerode poten, waarvan hij er vaak maar eentje toont. Als je een scholekster op een dampaal ziet staan, dan staat hij vrijwel altijd op één poot …

De scholekster is de vierde van ‘de grutte fiif fan de Fryske greiden’ oftewel de vierde van ‘de big five van de Friese weilanden’. Een typische weidevogel is het overigens niet. Scholeksters broeden vooral in natuurgebieden en boerenland in het noorden en westen van ons land. Maar het zal de oplettende stadsbewoner niet zijn ontgaan dat ze ook steeds meer de stad opzoeken. Steeds vaker broeden ze op platte daken. Wil je de scholekster in stad of dorp helpen, dan kun je terecht bij ‘Scholekster op het dak’

De scholekster is de eerste in de rij van de afgelopen dagen, die nu eens niet zijn eigen naam roept. Hem hoor je vaak luidkeels en schel ‘(te)-piet (te)piet’ roepen …

In balans

De scholekster (strânljip in het Fries) is een stevige zwart-witte steltloper met opvallende rode ogen, die zich in ons land vooral in het noorden en westen ophoudt. Al sinds halverwege de jaren tachtig gaat het net als met veel andere trekvogels niet goed met de scholekster. Broedvogels brengen vooral in het intensief gebruikte boerenland te weinig jongen groot, terwijl overwinteraars kampen met voedselgebrek door overbevissing van mosselbanken in het Waddengebied en het verdwijnen of ongeschikt worden van droogvallende platen in het Deltagebied, aldus de Vogelbescherming.

Scholeksters staan niet bekend als voorbeeldige nestbouwers, meer dan een rommelig kuiltje is het nest vaak niet. Echt kieskeurig m.b.t. de plek van het nest zijn ze ook niet. Ze nestelen ook steeds vaker op platte daken in dorp en stad. Als ze in het buitengebied een nest (en jongen) hebben, staat een van de ouders vaak op de uitkijk op een paaltje. Net als grutto’s zijn het wat dat betreft echte paalzitters. Het lijkt ze daarbij geen enkele moeite te kosten om perfect in balans te blijven …

Heibel in de polder

Een paar scholeksters scharrelden zij aan zij door het plas-dras gebied in de Jan Durkspolder …

Op enig moment leken ze ’t allebei op hetzelfde hapje voorzien te hebben …

Dat leverde ogenblikkelijk heibel in de polder op …

Ze vlogen elkaar letterlijk in de haren veren …

Lang duurde de strijd niet, want een gevulde maag leverde het niet op …

En dus gingen ze al snel ieder hun weg, waarna ik mijn plekje op de eretribune kon verlaten …

Weerzien met het strand

Nadat we ons hadden geïnstalleerd in ons stulpje voor de komende week, zijn we in de loop van de middag op pad gegaan om datgene te doen waarvoor we eigenlijk waren gekomen: het strand weer eens zien en de zee weer eens horen …

170530-1524x

Om dat te bereiken moest ik meteen flink aan de bak, want om zee en strand weer te kunnen zien, moesten we bij één van de strandopgangen eerst een knap stukje klimmen om de duinenrij te overwinnen. Eenmaal boven lagen zee en strand in hun volle omvang aan onze voeten …

170530-1534x

Met amper 15 graden op de thermometer was het bepaald geen strandweer, maar dat vond ik helemaal niet zo erg. Dankzij de regen van dag ervoor en het uitblijven van de zon nadien, lag het strand er lekker hard bij en dat maakte het lopen een stuk makkelijker dan het rulle zand dat we later in de week zouden treffen …

170530-1546x

Onder een stemmig grijs wolkendek wierp Oerol in de verte zijn schaduw vooruit met de bouw van een indrukwekkende stellage op het strand …

170530-1542x

Aan de vloedlijn stapten heel toepasselijk een paar scholeksters heen en weer. Waarom dat toepasselijk is …? Wel, de scholekster heet in het Fries ‘strânljip’. Als we dat letterlijk vertalen, dan is dat een ‘strandkievit’, want strand is in het Fries ‘strân’ en de kievit heet in het Fries ‘ljip’ …  😉

170530-1545x

Daarachter wierp de kolkende watermassa voortdurend grote plakken schuim op het strand …

170530-1548x

Voordat we het strand weer achter ons lieten, was een eenzame meeuw bereid om nog even voor me te poseren …

170530-1559x

Scholeksters, echte paalzitters

De afgelopen weken heb ik al diverse keren één of meerdere scholeksters gezien, maar steeds zaten ze op een plekje dat in mijn ogen niet fotogeniek genoeg was. Toen ik vanmiddag over de Tjongervallei reed, trof ik een koppeltje aan dat wel op een plekje naar mijn zin zat …

140331-1435x

Nadat ik mijn auto in de berm had laten uitrollen en het linker raampje naar beneden liet glijden om wat foto’s te kunnen maken, leek één van de vogels me luidruchtig op het bordje op de dampaal te willen wijzen …

140331-1436x

Of ik maar uit de buurt wilde blijven, leek hij me toe te roepen. Even was ik bang dat beide vogels er vandoor zouden gaan, maar dat bleek gelukkig wat mee te vallen …

140331-1439x

Omdat het autoportier gesloten bleef, leek de schreeuwlelijk – ik neem aan dat het ’t mannetje was – na een tijdje gerustgesteld, maar hij bleef wel degelijk een rood oogje in het zeil houden …

140331-1440x

De vogel op de andere dampaal, ik ga er gemakshalve maar vanuit dat dit het vrouwtje was, bleef al die tijd lekker liggen op het behoorlijk hellende vlak van de scheef in de grond staande paal …

140331-1441x