Eerste zicht op de zeearend

De oude legakkers waar we langs voeren, zijn nog steeds van historisch belang. Maar de actualiteit bevond zich in de bomenrij verderop. Het geoefende oog van onze gids had daar de gestalte van een zeearend herkend …

En warempel, in de meest linkse van een groepje bomen zat een zeearend. Door wat verder in te zoomen werd de machtige vogel met die enorme snavel beter zichtbaar.

Hoewel hij nog op de rode lijst staat, gaat het goed met de zeearend in ons land. Sinds 2017 broedt hij hier met succes in de Alde Feanen, en sindsdien heeft de zeearend zich op verschillende andere plaatsen in ons land gevestigd …

Hiermee was de excursie wat mij betreft al geslaagd, we gingen op zoek naar de zeearend en we vonden hem. En daar zou het niet bij blijven. In de loop van de dag zouden we hem steeds wat beter te zien krijgen. We vervolgden onze tocht en passeerden o.a. een aalscholverkolonie. De huisvesting van de aalscholvers is goed herkenbaar aan de takken die van onder tot boven wit uitgeslagen zijn van de vogelpoep …

En voort ging de tocht. Nu eens tussen de beschutting gevende bomen van een stuk moerasbos, dan weer over open water, waar de straffe noordoostenwind het nog steeds niet aangenaam maakte. Dat was goed te zien aan de kleding van de passagiers ook. Behalve het zekerheidshalve toch maar van Aafje geleende vest, had Jetske ook de capuchon van haar eigen vest maar opgedaan …

– wordt vervolgd

Dieper de Alde Feanen in

Het was rustig op en rond het nest van de zeearend. Man of vrouw hield op dat moment de drie eieren waarschijnlijk lekker warm, terwijl de ander op jacht was. Met een beetje geluk zouden we onze kans om één van beide imposante vogels onderweg nog te zien nog wel krijgen, volgens onze excursieleider …

Langzaam zagen we het nest uit zicht verdwijnen, terwijl we onze route vervolgden. Nu eens over een stukje open water, dan weer door een smalle sloot. Van een saai landschap was absoluut geen sprake. In de verte zagen we de Achmeatoren, het hoogste gebouw van Leeuwarden, op 10 km afstand fier omhoog rijzen. Verder werden de rietkragen hier en daar onderbroken door een molentje of een oude boerderij. We drongen steeds dieper door tot de Alde Feanen. Op een bepaald moment zag ik alle opvarenden naar rechts omhoog kijken. Al snel zag ik dat het een om een groepje overvliegende brandganzen ging …

Veel interessanter vond ik het dat onze gids Andries juist de andere kant op keek. We naderden aan de bakboord kant een gebied met smalle oude legakkers, een restant van de vervening. Niet veel later waren alle ogen op aanwijzing van Andries gericht op een paar bomen in de verte achter die legakkers …

– wordt vervolgd

Wat aalscholvers en ’n kievit

Nadat we uitgebreid met zijn drieën hadden bijgepraat met koffie en koek, stapte Aafje tegen het eind van de ochtend op de fiets om boodschappen te gaan doen. Fotomaatje Jetske en ik stapten in de auto om een ritje door de omgeving te maken. Jetske stelde voor om eerst maar even bij de Leijen te kijken, misschien zouden de baardmannetjes zich daar nu wel willen laten zien …

Ongeacht of we liepen of stil bleven staan, er was geen vogel te horen of te zien, terwijl we langs het rietland in de richting van de vogelkijkhut liepen. Diep in de kraag weggedoken kwamen we bij de vogelkijkhut aan. Behalve grijs was het ook echt waterkoud. Warmer dan 4°C was het zeker niet …

De enige vogels die we vanuit de hut te zien kregen, waren enkele aalscholvers die in de laatste boom zaten die nog rest van het eilandje midden in de Leijen …

We hadden het al snel bekeken in de hut. Terug bij de auto besloten we eerst onze broodjes maar eens op te eten. Meestal leven we tijdens onze tochtjes op water en (goed belegde) broodjes. Gisteren verraste Jetske me met een beker vers geperst sinaasappelsap. Daarna besloten we nog maar even naar de Jan Durkspolder te rijden. Jetske kreeg bij Earnewâld nog een zeearend in beeld …

Ik stelde me een 3 km verderop tevreden met een kievit, die in een weiland langs de Alle om Slachte stond. Het zal een noorderling zijn, die hier hoopt te kunnen overwinteren. Als je goed kijkt, kun je bij gebrek aan zon nog net iets van de glans van zijn verendek zien …

– wordt vervolgd

Mossen en korstmossen

Het was zwaar bewolkt toen ik maandagochtend na de koffie in de auto stapte om even een ritje te maken. Even weer de horizon zien en wat frisse lucht opsnuiven. Ik besloot eerst even naar de vogelkijkhut ‘de Blaustirns’ bij de Leijen te rijden …

Het was stil rond de hut, heel stil. In de verte zaten een paar aalscholvers in de top van de laatste boom van het eilandje de Kninepôle, daarmee was het gezegd voor wat betref de vogels ter plekke.

Om toch wat foto’s te maken, heb ik de camera eens gericht op de rijkelijk met mossen en korstmossen begroeide zijkanten van het vlonderpad …

Nadat ik deze mosculturen in beeld had gebracht, besloot ik terug te lopen naar de auto. Ruim voorbij het vlonderpad, hoorde ik vanuit het bijna manshoge riet een groepje vogels zingen. Toen Merlin Bird ID me even later wist te vertellen, dat het baardmannetjes waren, was ik meteen attent. Hoe goed ik ook keek, ik kreeg ze niet te zien. Zodra ik in beweging kwam, begonnen zij te vliegen en te zingen …, bleef ik stilstaan, dan doken zij stil het riet in …

Dat spel hielden zij langer vol dan ik …

Lichtspel bij de Leijen

Nadat ik maandag een fotokuier had gemaakt in de beslotenheid van de Ecokathedraal, ben ik dinsdag na de koffie in de auto gestapt voor een ritje naar de Leijen. Het werd tijd om weer eens een kijkje te nemen in de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ aan het eind van Doktersheide bij De Tike …

Toen ik over het bruggetje onderweg was naar het rietland en de vogelkijkhut, zag ik in de verte een vaartuig naderen waarmee sloten en vaarten worden schoongemaakt. Voordat hij aan mij toe was, kreeg hij telefoon, waarna hij het vaartuig even vastlegde aan de wal. Ik besloot daarom maar door te lopen naar de vogelkijkhut …

In de hut heb ik me vooral vermaakt met het lichtspel van zonnestralen en wolken. Ze veroorzaakten samen met de wind een mooie glinstering op het water. De aalscholvers bleven intussen zitten waar ze zaten. Omdat er verder weinig te beleven viel, ben ik na enige tijd terug gelopen naar de auto om daarna koers te zetten naar de Jan Durkspolder …

Teloorgang van de Kninepôle

Midden in het meertje de Leijen staat een eenzame boom. Het is het laatste restant van ‘de Kninepôle’, ook wel het Tike-eilân genoemd. Het eilandje ligt op ongeveer 230 m afstand van de vogelkijkhut de Blaustirns aan de westkant van de Leijen. Jarenlang was het een beeldbepalend landschapselement …

In de jaren 70 was het een eiland van zo’n 40 bij 60 meter. Maar door de wind en stroming waaide en dreef er meer en meer zand weg. Daardoor is er bijna niets meer van de Kninepôle over. Een aantal bewoners van De Tike heeft onlangs het plan opgevat om het eilandje te herstellen. De omwonenden krijgen er 18.000 euro voor uit het Iepen Mienskipsfûns

Om ervoor te zorgen dat het eiland na het herstel niet meteen weer ‘wegwaait’, is het plan om eerst stenen te storten. Die stenen moeten het nieuwe zand bij elkaar houden. Dat zand komt uit de Leijen zelf, van plekken in het meer die bijna droogvallen. Ook moet er ter bescherming van het eilandje meer begroeiing om het eiland heen komen. En dat is dan ook weer goed voor de biodiversiteit …

De uitbreiding van de Kninepôle is volgens de initiatiefnemers een mooi begin van het herstellen van de natuur en de biodiversiteit van de Leien. “Als wij, Wetterskip Fryslân en Staatsbosbeheer allemaal ons best doen, dan kunnen we hier echt een stuk andere natuur krijgen. Met schoner water, met meer waterdieren en andere vissen …”

Behalve waarde voor de natuur heeft het eilandje ook historische betekenis voor de dorpen eromheen, vooral voor De Tike. In de oorlog is het namelijk veelvuldig gebruikt als vluchthaven als de Duitsers een razzia hielden. De initiatiefnemers vinden het ook daarom belangrijk dat de plek blijft bestaan, helemaal omdat volgend jaar 80 jaar bevrijding wordt gevierd. “Dan willen we niet bij Doktersheide staan huilen dat het eiland weg is, maar staan te juichen dat we het hebben behouden …”

Bron: Omrop Fryslân

Een feestelijke toegift

Zodra de bruine kiekendief over ons heen was gevlogen, vonden wij het welletjes in de vogelkijkhut. We besloten terug te lopen naar de auto, zodat we een broodje konden eten. Onderweg bleven we even staan op het bruggetje over de vaart die in de richting van De Tike loopt. Een stuk verderop hing een visdiefje op jacht boven de vaart …

Nadat we ook van dit visdiefje een paar foto’s hadden gemaakt, zijn we doorgelopen naar de auto om wat te eten te drinken. Voor mij waren de wandeling naar de vogelkijkhut en het gedrentel tussen de verschillende kijkgaten en de deur van de hut eerst wel even genoeg geweest. Jetske liep nog even een stuk over het landweggetje Doktersheide, omdat ze daar weer wat opvallends had gezien …

Zwarte sterns scharrelen hun kostje meestal boven en langs het water bij elkaar. Ze hangen vaak biddend boven het wateroppervlak, en pikken dan hun voedsel op van vlak boven of vlak onder water. Jetske had echter een bijzondere exemplaar gevonden. Er vloog een zwarte stern laag over het weiland, mogelijk was hij daar insecten aan het vangen.

Omdat we er op weg naar huis toch langs moesten, heeft Jetske de auto daar later nog even in de berm geparkeerd. Zo kreeg ik ook nog even de kans om van deze bijzondere waarneming te genieten. Dat leverde me de volgende set bonusfoto’s op …