Vanwege een overdaad aan futloosheid en vermoeidheid, en een absoluut gebrek aan fitheid en inspiratie laat ik het vandaag nog maar eens bij een stilleven …
Fijne zondag allemaal.

Vanwege een overdaad aan futloosheid en vermoeidheid, en een absoluut gebrek aan fitheid en inspiratie laat ik het vandaag nog maar eens bij een stilleven …
Fijne zondag allemaal.

Aan alles komt een eind, zo ook aan ons dagje aan het Wad. Dit is het laatste deel van deze 19-delige serie. Nog een laatste rondblik over het Tsjerkeplein in Wierum. In de noordwesthoek van het plein staat een boerenschuur. Van alleen vis konden ze ook in zo’n vissersdorp tenslotte niet leven …

De schuur staat daar mooi op de hoek, maar verder is hij niet echt bijzonder. Mijn blik werd vooral getrokken door de beschilderde klompen, die er aan de muur hingen …


Nog één keer richtte ik mijn camera op de Mariatsjerke. Op de toren staat een mooie windvaan in de vorm van een vissersboot onder zeil. De windvaan met de richtende jager en zijn hond staat op een van de huizen aan het Tsjerkeplein. Met de windvaan van die jager ben ik deze serie op 30 november begonnen …



Op de terugweg heb ik in de buurt van Holwerd vanuit de auto nog een paar foto’s kunnen maken van het echt lange tweetal van ‘Wachten op hoog water’, dat bij de veerboot naar Ameland op de dijk staat …


We hadden het niet beter kunnen treffen. Na een aantal uitstapjes op rij met grijs weer, hadden we ditmaal eindelijk weer eens van begin tot eind zon. Dat kwam buitengewoon goed uit, want het gaf me de kans om de grijze decembermaand tot nu toe te kunnen vullen met 19 blogjes en 165 zonnige foto’s. Bijna weer thuis werden we onderweg nog getrakteerd op een bijzon …

Dank voor weer een machtig mooie dag, Jetske!
We hebben de dijk en de zee intussen tijdelijk achter ons gelaten. Op weg naar de auto maken we nog een korte wandeling langs de huisjes van museum It Fiskershúske in Moddergat. Van de weidsheid van het Wad komen we weer in de beslotenheid van het dorpje. Om te beginnen een paar gesloten luiken met een hartje …

Veel valt heb ik er niet over te vertellen. Ik heb er gewoon genoten van de oude luiken met hartjes, de groen uitgeslagen dakpannen en de waterput bij Klaskes Húske. Toch nog maar eens terug gaan om ook eens binnen te kijken in die kleine optrekjes …






De laatste foto die ik op deze dag heb gemaakt in Peazens-Moddergat is er een van het klompenrek aan de achterkant van de helaas gesloten Kofje & tee drinkerij Yke-muoi …

– wordt vervolgd
Met het oog op de Nationale Dodenherdenking op 4 mei hebben mijn fotomaatje Jetske en ik in april een bezoek gebracht aan het monument en de restanten het strafkamp ‘It Petgat’ bij Blesdijke, op de grens van Fryslân en Overijssel. Het kamp, dat door de Nederlandse regering van origine was aangelegd in het kader van de werkverschaffing, lag in een moerassig gebied vlak bij het riviertje De Linde. Vanaf de weg loopt een lang zandpad naar het kamp …

Aan de Nijksweg (Google Maps) staat nu een monument, bestaande uit twee palen, die lijken op te rijzen uit een Davidster van straatstenen. Tussen de palen hangt een glazen plaat waar prikkeldraad en een gedicht van Jacqueline van der Waals en de geschiedenis van het kamp in gegraveerd zijn:
‘GEEF MIJ DE MOED OM ONRECHT TE ONDERKENNEN
OOK WAAR ‘T DOOR EEUWEN VAN GEBRUIK GEWETTIGD WORDT,
DE VASTE WIL AAN ONRECHT NOOIT TE WENNEN,
OOK WAAR DE MACHT, HET WEG TE NEMEN, SCHORT.’

‘VANAF BEGIN 1942 -TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG-
WERDEN JOODSE LANDGENOTEN IN WERKKAMPEN ONDERGEBRACHT
OM DWANGARBEID TE VERRICHTEN. OP 2 OKTOBER VAN DATZELFDE JAAR
WERDEN ZIJ ALLEN NAAR KAMP WESTERBORK EN VAN DAAR NAAR DUITSE
VERNIETIGINGSKAMPEN GEDEPORTEERD. SLECHTS WEINIGEN KEERDEN TERUG.’


Aan de voet van de palen staan een paar klompen, geflankeerd door een paar beschilderde kiezelstenen …



Aan het begin van het 400 meter lange pad naar het kamp staat een bord met daarop een foto van de onthulling van het monument door Sjaak Stibbe in 2003. Stibbe was één van de weinige inwoners van het kamp die niet in de gaskamers zijn geëindigd …


Het was een flinke kuier, maar we bereikten het kamp (Google Maps) toch nog vrij gemakkelijk. Van het kamp is overigens niet veel meer over dan de resten van de fundamenten, waarop de barakken en andere bouwwerken rustten. Het is een wonder dat deze restanten de ruilverkaveling overleefd hebben, maar geen enkele boer zag er brood in om de fundamenten uit de bodem te halen om het daarna bij zijn land te trekken. We hebben er een tijdlang stilletjes rond gestapt …




De bezetter maakte gebruik van een infrastructuur die er al lag. In de jaren dertig had de Nederlandse regering kampen laten bouwen in het kader van de werkverschaffing. Om ophef te voorkomen, deed de bezetter er alles aan om het samendrijven van joodse mannen op iets soortgelijks te laten lijken. De mannen moesten heide omspitten of wegen aanleggen onder leiding van dezelfde organisatie als voor de oorlog: de Rijksdienst voor de Werkverruiming. Het toezicht op het werk was in handen van de Nederlandsche Heidemaatschappij en ook in het kamp zelf hadden Nederlanders het voor het zeggen. Er werd voor het kamp extra bewaking ingesteld. Een groep Nederlandse mariniers en marechaussees nam die taak op zich. De leiding van het kamp kwam op 10 juni 1942 in handen van sergeant marinier Christiaan Overweg …



Er verbleven 150-200 gestrafte joodse dwangarbeiders tussen 18 en 65 jaar in het kamp. Sjaak Stibbe behoorde tot de eerste gestraften. Wegens het nemen van ongeoorloofd verlof werd hij na terugkeer door de commandant van Kamp Kremboong in Drenthe naar It Petgat gestuurd. “De ontvangst in Blesdijke was strenger dan in Kremboong. Commandant Overweg begon meteen dreigen. Als we nou weer de benen namen, kwamen we in Ommen of Amersfoort terecht en dan was het met ons gebeurd,” vertelde Stibbe later. “En er was meer intimidatie. Op de zondag daarna gaven de wachten een demonstratie met de honden. De demonstratie vond plaats op een veldje in het kamp. De mannen hadden leren handschoenen aan en dan die honden maar bijten. Het boezemde ontzag in. Dat was ook de bedoeling …”




Het Blesdijker werkkamp heeft maar vier maanden bestaan. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 (tijdens Jom Kipoer) moesten de mannen van alle vijftig kampen – veelal gelegen op afgelegen plekken in het noorden en oosten van ons land – halsoverkop weg. Op hetzelfde moment werden hun vrouwen en kinderen uit huis gehaald. Zo belandden in één nacht ruim tienduizend joden in Westerbork. Volgens Duitse voorlichting was het doel hiervan om de gezinnen weer te herenigen. Vervolgens werden zij omgebracht in de gaskamers van Auschwitz en Sobibor …

Ik sluit het beeldverslag van ons bezoek aan Strafkamp ‘It Petgat’ af met een foto die op één van de infopanelen in het voormalig kamp staat. We zien 14 jonge mannen, lachend staan en zitten ze voor een kampbarak, alsof ze op een reisje of op vakantie zijn. Ze lijken geen idee te hebben wat hen boven het hoofd hangt …


Omdat we dinsdag toch op de bevroren vlakte van de Leijen liepen, konden we eigenlijk ook meteen wel even bij het eilandje kijken, we waren nu toch in de buurt. Nu alleen nog het juiste spoor zien te vinden …

Zou dit het te volgen spoor zijn …

Nee, dat gaat van niks naar nergens …

En dit diagonale spoor dan …

Ook niet …, maar intussen hebben we het eilandje wel weer in zicht …

Dan kan het niet anders of we moeten dit spoor volgen …

En zo bereikten we na enig dwalen uiteindelijk toch het eilandje, dat slechts bestaat uit een paar bomen …

Nadat we in de betrekkelijke luwte van de bomen even een shagje hadden gerookt, begaven we ons weer op weg naar het prieeltje …

Even uitkijken bij het oversteken van de baan, want er komen voortdurend schaatsers aan …

We laten de klompen voor wat ze zijn en gaan op zoek naar een kop snert …
