’t Was weer grijs weer

Er rust dit jaar tot nu toe geen zegen op de gezamenlijke fotokuiers met mijn fotomaatje. Een enigszins zonnige dag hebben we samen nog niet meegemaakt dit jaar. Ook zaterdag mocht dat weer niet zo zijn. Tot tien uur ’s ochtends was het vrij zonnig, daarna trok de lucht weer dicht en hing er opnieuw een loodgrijs wolkendek boven het landschap …

Ik had gehoopt dat we wat fotogenieke boomwallen konden fotograferen in de Fryske Wâlden. Die boom- of houtwallen vormen samen een mooi coullissenlandschap, dat vooral in het voorjaar de moeite waard is. Voordeel van zo’n ritje was dat ik betrekkelijk weinig zou hoeven te lopen, want mijn benen hebben toch wel een tikje meegekregen van het virus dat me onlangs plaagde. Eenmaal buiten Drachten was echter al snel duidelijk, dat dit weer ons geen foto’s van mooie Friese landschappen zou opleveren …

Omdat we er intussen toch in de buurt waren, stelde ik voor om eerst maar even langs It Heechsân te rijden, zodat Jetske wat foto’s kon maken van de groene toren, die ik hier in februari al heb getoond. Terwijl Jetske het informatiepaneel bij de hoofdingang van het kerkhof bekeek, liep ik even naar het bruggetje dat naar de zijingang voerde. Dat had ik tijdens mijn bezoek aan de groene toren in februari gemist …

Toen we enige tijd later na afloop van een rondje om het kerkhof en de toren allebei onze foto’s hadden gemaakt, trokken we ons terug in de auto om onder het genot van een broodje te overleggen hoe we de dag verder zouden invullen. Al pratend was al snel een alternatieve locatie bedacht. Daar loodste ik Jetske via ommelandse wegen naar toe, zodat ik mijn onderdanen nog even rust zou kunnen geven …

Een nachtelijk rondje

Na een heldere dag volgde op die mooie woensdag ook nog een heldere avond. Daarom ben ik ’s avonds nog eens terug gereden naar It Heechsân om nog een nachtelijke rondje om de toren en het omringende kerkhof te maken. En zo begon ik niet eens zo gek lang voor middernacht aan een laatste rondje om de toren …


Niet echt natuurlijk, want het gemiddelde kerkhof is na zonsondergang niet toegankelijk. Maar om de grijze dagen door te komen, heb ik met wat fotobewerking geprobeerd om de suggestie van een middernachtelijk rondje om de kerk te creëren …

Naar It Heechsân

Nadat ik een uurtje in de vogelkijkhut bij de Leijen had gezeten, zette ik koers naar It Heechsân (het Hoogzand in ’t Nederlands), een ritje van ongeveer 5 km. It Heechsân (Google Maps) is een buurtschap die 1,5 km ten noorden van het dorp Eastermar ligt. Oorspronkelijk lag hier de kern van het dorp Eastermar op een zandrug die ongeveer 3 meter hoger ligt dan de Leijen en het Burgumermeer ..


In de 13e eeuw werd er op It Heechsân een kerk met toren gebouwd. Klokken hingen er in het begin niet in de toren, die kregen plekje in een klokkenstoel. In de 16e eeuw verschoof de kern van Eastermar naar het zuidwesten tussen de Leijen en het Burgumermeer …


Het toegangshek van het kerkhof is voorzien van allerlei symboliek van tijd, dood en leven. Zo staat de schedel met gekruiste beenderen voor de kortstondigheid van het leven. De gekruiste zeisen zijn het teken van de dood, de grote maaier die oogst bij het levenseinde. De in zijn eigen staart bijtende slang staat voor het eeuwige leven. De gevleugelde zandloper verbeeldt de vervliegende tijd en het onvermijdelijk naderende stervensuur …

De bovenstaande informatie komt van het informatiepaneel dat aan de rand van het kerkhof staat. Morgen openen we het hek en maken we eens een rondje om de toren …

– wordt vervolgd

Op ’t kerkhof van Eagum

Tot slot kijken we nog even rond op het kerkhof bij de toren, dat niet groter zal zijn dan pakweg 25 x 25 meter. Waar ooit het kerkje stond, liggen nu enige graven. Hoe oud en klein het kerkhof ook is, er worden nog steeds mensen begraven …


Eigenlijk is het een gewone begraafplaats. Er worden grafrechten betaald en na verloop van tijd worden de graven geruimd om plaats te maken voor nieuwe graven. Ook zeer oude graven worden helaas geruimd. Dit prachtige grafmonument is daarbij tot nu toe de dans ontsprongen …

En dat geldt ook voor deze twee graven, die nauwelijks meer leesbaar zijn. Kijkend naar de naam Sophia Helena Maria Lobrij van Troostenburg de Bruijn lijkt het hier te gaan om oude adel. Naast haar ligt Jac. P. van den Berg. Mogelijk zijn de grafrechten voor eeuwig afgekocht, in dat geval mogen de grafstenen net zo lang blijven staan tot ze uiteindelijk helemaal verweerd zijn en van ellende uit elkaar vallen. Daarna zullen ook deze twee graven worden geruimd. Het is jammer, maar zo gaan die dingen uiteindelijk …


Zoals het een goed kerkhof betaamt, staat er een mooi bankje – in dit geval van de uitvaartvereniging ‘De Laatste Eer’ – tegen de heg aan de oostkant van de begraafplaats …

Met de foto van een fragment van een bijzonder grafmonument kom ik aan het eind van deze rondgang over het kleine kerkhof bij de toren van Eagum …

Een bijzonder middelpunt

Eagum is een klein gehucht onder de rook van Leeuwarden met niet meer dan 6 boerderijen, een toren en hooguit 25 inwoners. In het Nederlands heet het plaatsje Aegum, in het Fries Eagum. Ik houd het vanzelfsprekend op het laatste …


De toren is waarschijnlijk in de dertiende eeuw gebouwd. Van origine was het een kerktoren, maar de kerk is verdwenen. De oorspronkelijke kerk was zo bouwvallig geworden dat er in 1777 een nieuw kerkgebouw tegen de oude toren werd gebouwd. Boven de ingang van de toren getuigt ‘de eerste steen’ hier nog van. Uiteindelijk bleek een hele kerk de finaciële draagkracht van het dorp te boven te gaan. In 1838 werd de kerk afgebroken. De stenen schijnen te zijn gebruikt voor een kroeg elders in Fryslân. De toren bleef alleen achter …

Er hangen twee klokken in de toren. De kleine klok is, net als de toren, dertiende-eeuws. De originele grotere klok uit de veertiende eeuw is in of na de Tweede Wereldoorlog zoek geraakt. Beide klokken werden in de Tweede Wereldoorlog, samen met historische klokken uit andere kerken, opgeborgen in Giethoorn. De kleine kwam na de oorlog terug, de grote is nooit meer teruggevonden. Nu hangt er een nieuwe klok uit 1958 naast de oude …


Wat u waarschijnlijk nog niet wist, is dat de toren van Eagum in feite het centrum van Fryslân is, en tevens het middelpunt van de wereld. Het eigenlijke middelpunt ligt er drie stappen naast. Of, zoals een oud Eagums versje begint: ‘Eagum leit mids yn’e wrâld, trije trêden fan de toer, dêr is it middelpuntsje’ … **


De studentenvereniging Frisia, genootschap binnen Vindicat dat alleen toegankelijk is voor geboren mannelijke Friesen, kwam hier tot voor kort voor het hoogtepunt van de ontgroeningen. Door het achteroverslaan van drie borrels en trouw te zweren aan de vereniging, werden de aspirant-leden toegelaten tot de club …

Nadat Jetske en ik het kerkhof hadden verlaten en nog wat verder rondkeken, raakten we aan de praat met de boer die achter de toren woont. Hij vertelde dat de ontgroening vaak een hoogtepunt van het jaar was voor de Eagumers. Ladderzatte studenten die met de bus hiernaartoe gebracht worden en niet zelden in de sloot belanden. De boer vertelde dat de studenten een keer graag wilden leren hoe een melkmachine werkt. De boer moest er nog om lachen toen hij vertelde, hoe hij aan een student uitlegde dat je met je duim de zuigkracht van de machine kunt voelen. In het Fries lijken de woorden ‘tomme’ (duim) en ‘tonge’ (tong) nogal op elkaar. Dat leidde bij de student tot een hilarisch misverstand, waardoor hij met zijn tong aan de melkmachine vast kwam te hangen. Onlangs heeft de Vereniging hier bij de toren haar 185-jarig bestaan gevierd …


**

‘Eagum ligt midden in de wereld,
op korte afstand van de toren ligt het middelpunt,
wie het niet wil geloven, kan het nameten …’

‘Eagum is in the middle of the world,
at short sitance of the tower is the center,
those who won’t believe it, can measure it themselves …

  • wordt vervolgd

Trije tuorren, twa tsjerken

Sinds de kerk in 1856 werd afgebroken, staat de toren van Eagum helemaal alleen op de wereld, slechts omringd door het kerkhof. Bij de Sint-Radboudkerk in Jorwert ging het andersom. Daar stortte de toren op zaterdagochtend 25 augustus 1951, om zeven minuten over vijf, met donderend geraas in elkaar. Drie jaar later was de toren herbouwd. Je zou kunnen stellen, dat de Sint-Martinuskerk in Boazum nog als enige van de drie bouwwerken in originele staat verkeert …


En dan nog even dit …

Gisteren kreeg ik met dank aan @dhabirecorder en @Gelkinghe via Twitter een mooi filmpje uit het Fries Film Archief te zien. ‘Ien mûle, twa talen’ (Eén mond, twee talen) is een mooi filmpje uit 1974 over Fryslân en zijn tweetaligheid. Het laat mooie beelden zien van het leven op het Friese platteland en de betekenis van het Fries in het begin van de jaren ’70. Het past prima bij deze serie blogs over een drietal (kerk)torens, want in deze streek speelt het Fries in alle geledingen en op alle vlakken nog steeds een grote rol. Via de onderstaande, wat rare en lange link, kun je het filmpje bekijken:

https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=317&miadt=158&miaet=14&micode=0001&minr=722354&milang=nl&misort=last_mod%7Cdesc&miview=ff

Trije tuorren – drie torens

Sinds ik weer beter ter been ben en stabieler loop, maak ik weer teveel fotokuiers en daaraan gepaard gaand ook teveel foto’s om het hier allemaal bij te kunnen houden. Sinds Jetske en ik in november samen een paar uur door de Ecokathedraal dwaalden, hebben we twee weken later alweer een rit gemaakt langs een aantal vroegmiddeleeuwse (kerk)torens in It Lege Midden van Fryslân. En dan heb ik een aantal herfstwandelingen tussendoor nog niet eens genoemd. U hebt hier dus nog het een en ander tegoed …

Vandaag eerst maar even vanuit kikkerperspectief in willekeurige volgorde een blik op de torens die we vrijdag hebben bekeken …