Bij Lauwersoog en ’t Wad

Jetske en ik hebben gisteren weer een machtig mooie fotografie-dag gehad. Voor het eerst sinds lang was het van begin tot eind zonnig. De eerste foto’s hebben we gemaakt in het Lauwersmeer …

Ik vertel daar nog niets over. Omdat er ook vandaag weer afspraken op het programma staan, beperk ik me nu tot deze foto’s. De tweede foto heb ik tijdens onze laatste stop van de dag gemaakt. Een deel van de foto’s, die ik daar tussenin heb gemaakt, zal de komende tijd de revue passeren …

Bij Landgoed Oranjewoud

We lieten de vijver uit het vorige logje achter ons en liepen over de Lindelaan in de richting van het gebouw, dat we door het geboomte hadden zien schemeren. Terwijl we naar de ingang liepen, herkende Jetske aan de rechterkant van het toegangshek een Ginkgo biloba

Eenmaal recht voor de poort kon het niet meer missen waar we waren aangeland. Het stond er duidelijk op, we stonden voor Landgoed Oranjewoud, een wit gepleisterd in neo-classicistische stijl opgetrokken landhuis met een prachtige tuin. Tot 1803 stond hier het Paleis Oranjewoud of Lustslot Oranjewoud van de Oranje-Nassaus

Nadat dat slot was afgebroken, liet Hans Willem de Blocq van Scheltinga in 1829 op de plaats van het oude zomerslot het huidige blokvormige gebouw van zeven raamvakken oprichten. De opgaande middenpartij met fronton en portiek is geflankeerd door lagere vleugels. Aan de oostzijde is in 1845 een vleugel uitgebouwd. Zijn kleindochter Maria, getrouwd met Charles graaf van Limburg Stirum, had geen kinderen …

De graaf was militair, maar hij verliet de dienst om zich te wijden aan het beheer van Huize Oranjewoud. Zijn gezondheid was slecht en hij overleed in 1931 op de leeftijd van 54 jaar. Na het overlijden van Maria in 1942 kwam het landgoed door vererving terecht bij Martinus de Blocq van Scheltinga (1900-1961) …

Hij bewoonde met zijn gezin Oranjewoud tot 1954. In dat jaar werd het Instituut voor Landbouwcoöperatie eigenaar. Na eerst te zijn overgegaan in handen van de Friesland Bank, is het Landgoed Oranjewoud met de tuin eromheen nu in bezit van de stichting FB Oranjewoud. Er worden tegenwoordig vooral zakelijke bijeenkomsten gefaciliteerd …

Tot slot nog een laatste foto van een kleurrijk hoekje in de tuin. De tuin en overtuin werden in landschapsstijl aangelegd, mogelijk door de vermaarde tuinachitect L.P. Roodbaard

– wordt vervolgd

Een combinatie van verval

Begin mei heb ik dit jaar de eerste ritjes op de iLark gemaakt. Vanwege de harde wind heb ik de eerste dag gekozen voor een ritje door de bosrijke omgeving van Beetsterzwaag. Onderweg kwam ik langs een weiland met een oud roestig hek, dat van ellende bijna uit elkaar viel …

Met de vele honderden pluizige paardenbloemen, die achter het hek zachtjes in de wind dansten, was het niet veel beter gesteld. Zij naderden het moment, waarop ze stuk voor stuk uiteen zouden vallen tot nietige pluisjes. Voor mij vormden het hek en de pluizenbollen die dag een mooie combinatie van verval …

Vastgelopen

Het karretje is wat vastgelopen de afgelopen dagen. Het begon vrijdag met een onbestemd gevoel in mijn onderbenen. Geen reden tot paniek, want meestal kan ik zoiets er wel uit lopen door enige tijd wat in de tuin heen en weer te drentelen. Dat leek ook deze keer wel te lukken en dus ging ik welgemoed met mijn fotomaatje op pad. We hadden afgesproken om een paar Friese stinzen en states te bezoeken, op zoek naar de eerste stinzenplanten

Nadat we er al enige tijd hadden rondgewandeld, heb ik bij de eerste state die we bezochten mogelijk wat te lang op een schaduwrijk bankje in de wind gezeten. Bijna terug bij de uitgang van de parktuin heb ik mijn benen later nog wat laten opwarmen op een bankje in de zon. Daarna was het nog een flinke kuier naar de auto, maar ik had geen zin om daar op dat moment op te geven. Bij de tweede state kon ik er gek genoeg weer op los kuieren. Aan de derde locatie zijn we per ongeluk voorbij gereden. Maar dat vond ik eerlijk gezegd niet eens zo erg …

Ergens in de eerste helft van de middag was de accu leeg, en dat is hij nog steeds. Mijn onderdanen zijn krachteloos en mijn ogen hebben regelmatig de neiging dicht te zakken. Het is balen voor jullie natuurlijk, maar persoonlijk vind ik een paar dagen grijs weer eigenlijk wel prima. Straks maar even virtueel een stukje bergaf fietsen op de hometrainer en daarna weer rustig aan …

Kortom het gaat even niet lekker, maar verder gaat ’t wel goed.

Op naar ‘de Kaap’

We lopen terug over de Westhavenkade in de richting van de Scheepswerf …

Ter hoogte van de Botterschuur valt mijn oog nu op wat attributen uit de scheepvaart, die op de kade aan de waterkant zijn uitgestald…

We volgen de wandelroute en lopen opnieuw langs Scheepswerf Westhaven. Ik kan het niet laten toch nog even een paar roestplaatjes te schieten …

Aangekomen in de noordwesthoek van de werf stuit ik nog op een informatiebord over de geschiedenis van Scheepswerf Hakvoort, zoals de werf van origine heette naar de eerste eigenaar …

Als we de Westhaven korte tijd later achter ons hebben gelaten, ben ik blij dat de Kaap eindelijk weer in zicht komt … restaurant de Kaap wel te verstaan, want ik ben er intussen hard aan toe om even te kunnen zitten …

– wordt vervolgd

Op een oude scheepswerf

We vervolgen onze kuier op Urk. We laten de Pieter Hakvoortstraat links liggen en volgen de pijl op het briefje achter het raam …

Daarbij komen we aan de oostkant langs de scheepshelling. De waarheid gebiedt mij te zeggen, dat mijn kennis op het vlak van scheepswerven en -hellingen aan alle kanten tekort schiet om hier verder iets zinnigs over te kunnen zeggen. Ik zie roestige karren met verweerde blokken hout op rails staan, die m.b.v katrollen en/of andere hijswerktuigen omhoog getrokken kunnen worden …

Daar houdt mijn kennis zo ongeveer op. Mij gaat het vooral om de aanblik van het levende verleden op deze oude werf. Nog een laatste blik vanuit de zuidoost hoek op dat mooie roestige naambord, daarna gaan we nog een stukje verder ….

– wordt vervolgd

Bij Scheepswerf Westhaven

Vanaf de kade aan de Staversehoogte hadden we zicht op de scheepswerf. Ik besloot die kant nog wat verder op te lopen …

Boven een aantal ladders aan de achterzijde van de scheepswerf hing een grote roestige naamplaat …

Ik was intussen aangeland aan de zijkant van de scheepshelling. Toen Jetske en ik hier in 2014 een fotokuier rond de Urker haven maakten, lagen er drie schepen op de helling. Nu lag hij er stil en verlaten bij …

Nu ik er toch was, besloot ik nog wat verder rond te kijken. Nadat ik over de schaduw van een hek was heengestapt, werd mijn blik getrokken door een geel bordje dat tussen twee grijze deuren hing …

Kijk eens aan ‘Overpad toegestaan’. Dat bood dus mogelijkheden om nog wat verder te gaan …

– wordt vervolgd