Bij de Mariatsjerke

Terwijl ik de zee achter me liet, liep ik langs het vissersmonument over de trap naar beneden. Met de zon achter één van de ankers kon ik er nog net even een mooie tegenlichtopname van maken …

Nadat ik de trap was afgedaald liep ik nog even in de richting van de Mariatsjerke. Het is een kerk die omstreeks 1200 is gebouwd. Van de oorspronkelijke kerk rest alleen de zadeldaktoren en de westzijde. Het schip en het koor werden in 1912 vervangen door nieuwbouw ….

Voor de kerk staat het beeld ‘De wjirmdolster’, ‘De pierensteekster’, van beeldhouwer Hans Jouta. Over de achtergrond van dit beeld heb ik in 2019 al eens een blogje geschreven: De wjirmdolster

Ik sluit dit hoofdstuk af met een paar foto’s van de ingang van de kerk, die deels opnieuw is gemetseld. Naast de deur in de toren zit een gevelsteen met peilstreep. Daarop staat aangegeven hoe hoog het water hier eens heeft gestaan bij een dijkdoorbraak …

Bij een dergelijke ramp konden de dorpelingen alleen redding vinden in de hoge toren. Daar sluit ik vandaag af met een laatste foto van de oude kerktoren. Daarna ben ik op zoek gegaan naar een zitplekje op een muurtje aan het Tsjerkeplein …

– wordt vervolgd

Bij Museum Schokland

Nadat we wat foto’s van het Kerkje aan de Zee hadden gemaakt, aten we in de auto onze broodjes voor die dag. Daarbij stelde ik Jetske voor om op de terugweg via Schokland te rijden. Dat konden we mooi even meepakken nu we toch in de buurt waren. En zo reden we korte tijd later van het voormalige eiland Urk naar het vroegere eiland Schokland. We namen eerst een kijkje aan de zuidkant, daar staat Museum Schokland

Schokland was eeuwenlang een eiland in de Zuiderzee, dat ongeveer 12,5 km ten zuidoosten van Urk lag. Van noord naar zuid had het eiland een lengte van ongeveer 4 km. In eerste instantie werd het eiland bewoond door jager-verzamelaars. In de Middeleeuwen waren het vooral boeren die er vee hielden en graan verbouwden. Alleen op zelfgemaakte terpen waren de bewoners van Schokland veilig voor de Zuiderzee, die in de loop van de jaren meer en meer van het eiland opslokte. In 1859 werd besloten om Schokland te ontruimen. De bewoners moesten hun geliefde geboortegrond verlaten en zich vestigen op de vaste wal. Het werd stil op Schokland. Het moet voor de Schokker bevolking een wrange wetenschap zijn geweest dat het eiland na de ontruiming geen meter land meer heeft verloren. Het hele verhaal kun je hier lezen: Schokland: het verhaal

Naast het pad naar Museum Schokland staat een bijzonder wit en lichtblauw gekleurd standbeeld van een man met een pelikaan. Het blijkt te gaan om Eberhard Philip Seidel (1728-1814). Jarenlang was hij een zeer belangrijk en gezien persoon op Schokland. Hij schopte het onder andere tot schout en burgemeester van Schokland …

Omdat dit bezoekje aan Schokland slechts een tussenstop was, besloten we geen kaartjes te kopen om toegang tot het hele buitenlucht museum te krijgen. Daardoor stonden we al snel voor een hek met poortjes, die voor ons gesloten bleven. Erg veel kregen we dan ook niet te zien. Een stuk verderop stond een gebouw, dat het me nog het meest deed danken aan een kerk met het voorhuis van een boerderij. …

Aan de voet van de terp waar de kerk op stond lagen een paar bootjes op het droge. Veel meer kregen we niet te zien van achter het hek. We hielden het daarom maar voor gezien en liepen terug naar de parkeerplaats. Ik sluit af met een close-up van een van de keien die daar liggen. Die keien heeft de gemeente Noordoostpolder in 1980 gekregen van de Noorse zustergemeente Ringerike …

De Tuinbouwschool Frederiksoord

Ik neem jullie vandaag mee terug naar het uitstapje dat fotomaatje Jetske en ik vorige week vrijdag hebben gemaakt. Terwijl we bij de koffie de mogelijkheden bespraken, opperde Jetske het idee om eens naar Frederiksoord te rijden. Eenmaal daar startten we onze fotokuier bij het standbeeld van de onderstaande figuur. Johannes van den Bosch, ook wel de ‘kolonieman’ genoemd, wees ons vanaf de parkeerplaats de weg …

Het eerste wat we op onze kuier tegenkwamen, was het oude hoofdgebouw van de vroegere Tuinbouwschool van Frederiksoord. Omdat we daar getuige de borden op het hek niet met open armen werden ontvangen, liepen we een klein stukje verder tot we bij de ingang van de oude tuinbouwschool zelf kwamen (Google Maps).

De Tuinbouwschool werd in 1884 gesticht in opdracht van de Kolonie van Weldadigheid. De oorspronkelijke school, tevens woonhuis van de directeur, was eenvoudig van opzet en bevatte slechts één lokaal voor twaalf leerlingen. Tegen het eind van de vorige eeuw bezochten ruim vijfhonderd leerlingen de school in Frederiksoord. Daarna werd door fusies, wetswijzigingen en een andere wijze van financiering een neergaande teneur in gang gezet. Langzaam liep het aantal leerlingen terug, waarna de deuren in 2005 voorgoed werden gesloten. De Tuinbouwschooltuin raakte langzaam in verval …

Terwijl we over het lange rechte pad het terrein op liepen, kwamen we al snel langs een eerste afslag. Aan de linkerkant van dat pad stonden een paar oude houten gebouwtjes, aan rechterkant was een foto-expositie ingericht op een aantal panelen …

Terwijl Jetske naar de panelen met foto’s liep, besloot ik dit pad eerst maar even links te laten liggen. Ik liep een stukje door en kwam bij de volgende afslag op de oudste leiperenallee van ons land terecht. Aan dit unieke laantje werden tussen 1884 en 1902 rond de 100 perenbomen geplant …

Op een infopaneel valt te lezen dat er een link is met België. De vader van de eerste directeur van de Tuinbouwschool, dhr. A.C. Ide, was directeur van de Tuinbouwschool Ruiselede in België. Het leiperenconcept was indertijd erg populair op Belgische en Franse landgoederen. In Nederland was dit concept vrijwel onbekend, totdat de heer Ide de leiperenallee introduceerde in Frederiksoord. In 2020 waren er nog maar 18 gehavende perenbomen over. Deze bomen worden nu in de watten gelegd door een oud-docent van de Tuinbouwschool en een aantal andere vrijwilligers …

– wordt vervolgd

Sense of place – Koehool

Aan het hek bij het beeld ‘de Waadfisker’ hangt een bordje met een QR-code van ‘Sense of place’. Eerder kwamen we zo’n code al tegen bij het Zodenhuis in Firdgum. ‘Sense of place’ een verzameling projecten langs de Waddenkust, die een mengvorm zijn van kunst en landschapsbeheer. Het project, met Joop Mulder als centrale figuur, is bedacht voor het Culturele Hoofdstadjaar 2018 …

Afgelopen weekend is ter nagedachtenis aan de eerder dit jaar overleden Joop Mulder hier op de zeedijk bij Koehool een nieuw kunstwerk geplaatst, een soort bank, met de naam ‘Watdataangaat’. Dat laatste was een gevleugelde uitspraak van Mulder. Hoe het zit, weet ik niet, maar het bankje ziet er mooi uit. Dat lijkt me voldoende reden om volgend jaar die kant nog maar eens op te gaan voor nader onderzoek …

Eerst is het tijd om de dijk ook hier te beklimmen. Bij de introductie van de dijkcoupures in de buurt van Paesens-Moddergat vertelde ik al, dat de Waddenzeedijk over een lengte van 47 kilometer opnieuw zal worden versterkt. Volgens de samenwerkende partijen in 1DYK zal de dijkversterking waar mogelijk samen met de omgeving worden gecombineerd met het verbeteren van het landschap en de natuur …

Dat te versterken traject begint hier in het westen bij Koehool en loopt van daar bijna tot het Lauwersmeer. Volgens planning moeten de werkzaamheden starten in 2023 en duren tot 2028. Dat zal echter niet overal van een leien dakje gaan. Zo liggen er plannen om de dijk bij Wierum aan de binnenzijde te versterken. Daar zijn de Wierumers het echter terecht helemaal niet eens, want dat brengt in principe fikse aanslag op het dorpsgezicht bij de kerk met zich mee …

Na een uitgebreide rondblik vanaf de kruin van de dijk over het Wad en het achterliggende landschap met de laatste oude huisjes van Koehool, liepen we terug naar de auto om onze reis te vervolgen …

‘De Waadfisker’ bij Koehool

De tweede stop maken we enige kilometers verderop langs de dijk bij de buurtschap Koehool (Google Maps). Tegenwoordig staan er nog maar enkele huizen in Koehool, de oorspronkelijke bewoners waren vooral vissers en boeren …

Om de noodzakelijk dijkverzwaring begin jaren ’70 te kunnen uitvoeren werd een deel van de oorspronkelijke huisjes gesloopt om ruimte te maken voor de machtige dijk die er nu ligt. Van de originele huisjes zijn er maar een paar overgebleven, wel zijn er in 2013 drie nieuwe recreatiewoningen gebouwd …

Ten tijde van de dijkverzwaring was er aan de visserij al lang een eind gekomen. De afsluiting van de Zuiderzee door de aanleg van de Afsluitdijk in 1932 had grote gevolgen voor de haringvisserij op de Waddenzee. Doordat de zeestromingen voor de kust veranderden, was er na een paar jaar geen haring meer te vangen. Honderden vissers in de regio verloren hun werk. Ter herinnering aan de haringvisserij staat het bronzen standbeeld ‘de Waadfisker’ van Frans Ram op een nagemaakt stukje dijk als sokkel aan de voet van de Waddenzeedijk …

De visserij zoals die van Zurich tot Zwarte Haan plaatsvond, werd de regelvisserij genoemd. Men viste op haring met fuiken, die in een lange rij (regel) dwars op de zeedijk achter elkaar stonden. Met het woord regel werd ook de gemeenschap van vissers aangeduid, die op deze wijze gezamenlijk op haring visten. De enkele kilometers lange rij netten belette de langs zwemmende scholen haring in het voorjaar de doortocht naar hun paaiplekken in de Zuiderzee …

Morgen komt ‘de Waadfisker’ hier nogmaals voorbij en beklimmen we voor de tweede keer die dag de dijk …

Op pad met Tijmen – deel 1

In het voorjaar stelde Tijmen voor om een keer samen te gaan fotograferen als hij weer eens bij pake en beppe logeerde, hij zou dan zijn eigen camera meenemen. Gisteren was het zo ver en dus togen we, nadat ik de buienradar had bestudeerd, tussen de buien door samen naar het Weinterper Skar …

110824-1429x

Vrolijk babbelend liep Tijmen voor me uit op het pad naar de dobbe. We waren nog maar nauwelijks onderweg of het eerste onderwerp diende zich al aan.
“Kijk pake, een beestje …”
“Wat voor beestje is dat dan?” vroeg ik.
Voorzichtig benaderde hij het beestje … “Oh, het is een kikkertje … hij lijkt wel van hout … Maar dat is wel handig, want als er dan een leeuw komt, dan denkt die ‘Dat lust ik niet …'”

110824-1428x

Enkele meters verderop zette Tijmen zijn eerste paddenstoel op de foto …

110824-1430x

Ook een eerste eikeltje ontkwam niet aan Tijmen’s camera …

110824-1431x

“Oh … wat is dat, pake? Het lijkt wel een standbeeldboom …,” zei Tijmen terwijl hij naar een boom wees, die in december 2009 gedeeltelijk is bezweken onder de zware last van een halve meter sneeuw …

110824-1434x

Natuurlijk maakte Tijmen een foto van die standbeeldboom …

110824-1436x

Korte tijd later kwamen we bij het bankje bij de dobbe aan.
“Wat een mooi meertje,” luidde Tijmen’s commentaar, “dat wil ik wel even op de foto zetten …”

110824-1458x

Nadat die foto was gemaakt, was het tijd om samen even lekker op het bankje te zitten met een pakje drinken en een paar koekjes. Terwijl Tijmen de resultaten van zijn eerste foto’s bekeek, vertelde hij bij het bekijken van de foto van de paddenstoel: “Toen ik nog klein was zocht ik in het bos vaak kaboutertjes …” Op mijn vraag of hij ze ook had gevonden, reageerde hij met: “Neeee, dat kan toch niet pake, want kabouters bestaan helemaal niet …”

110824-1441x

Wordt vervolgd.