Van wild water naar winter

Het was weer een wonderlijk weerweekend. Ik zie me daarom genoodzaakt om het vervolg over de kuier bij de Leyensloane even uit te stellen. Vrijdag stond er een fotokuier met mijn fotomaatje Jetske op het programma. Omdat er voor de hele dag regen en natte sneeuw werd verwacht, stelde ik voor om weer eens naar de Orchideeënhoeve bij Luttelgeest te gaan …


Zo gezegd, zo gedaan. Nauwelijks gehinderd door natte sneeuwbuien reed ik naar Jetskes’ huis, waarna we samen onze weg vervolgden. De overgang van de vieze kou buiten naar de subtropische jungle binnen was groot, vooral de cameralenzen hadden de nodige tijd om te wennen aan de nieuwe omstandigheden. Een tijdlang zwierven we over soms moeilijk begaanbare paden en bruggetjes. We vermaakten ons prima en onze camera’s werkten op volle toeren …

Na verloop van tijd was het voor mijn onderdanen echter genoeg geweest. Terwijl ik een paar maal een plekje zocht om even te zitten, zette Jetske daar vandaan haar zwerftocht naar onbekende delen korte tijd voort. De omstandigheden noopten ons om eerder dan gehoopt huiswaarts te keren, maar het waren een paar mooie en gezellige uurtjes. In de polder waren de weersomstandigheden op de terugweg nog ongewijzigd, maar onderweg naar huis begon de A7 al aardig wit te kleuren. Voordat de sneeuw tegen de avond echt bleef liggen, was ik gelukkig al thuis …


Vanaf het eind van de middag tot halverwege de avond sneeuwde het lekker door. Als gevolg daarvan droeg de tuin al snel een fraai winterkleed. Ik vond het maar niks, na die mooie omstandigheden aan de Leyensloane zat ik helemaal niet meer te wachten op sneeuw …

Maar ja, je bent een kind van de winter of je bent het niet. En dus begon het ’s avonds toch wel dusdanig te kriebelen dat ik nog even een rondje met de camera door de tuin heb gemaakt. Ik sluit af met dit winterse beeld van de hazelaar. Morgen open ik met de besneeuwde hazelaar tegen een helder blauwe lucht …

Terug naar de rotswand

– Virtueel naar Frankrijk 55 –

Gisteren waren er voor de zoveelste keer mensen die om de een of andere reden dachten dat de virtuele vakantie voorbij was. Niets is echter minder waar. Wie mij hier de afgelopen 15 jaar een beetje heeft leren kennen, weet dat ik een eenmaal begonnen verhaal netjes afrond. En dat is ditmaal niet anders. Nog even volhouden, na dit logje logje volgen er nog vier …

Via een kortere, maar niet eenvoudige weg keerden we tijdens de laatste strandwandeling na verloop van tijd weer terug naar de rotswand …

Terwijl de beide vrouwen heel verstandig even rust inbouwden, zocht J. het alvast wat hogerop …

Aan ’t begin van de laatste etappe terug naar het huis, werd ik nog getrakteerd op een boeket gele hoornpapaver …

Halverwege het pad langs de krijtrots trof ik dit stukje huisvlijt van een beginnend (graffiti)artiest nog aan …

– wordt vervolgd –

Balancerend op de krijtrotsen

– Virtueel naar Frankrijk 14 –

Zoals ik eerder over de smalle strook kiezelstrand noordwaarts was gelopen, ging ik nu een stukje zuidwaarts. Mijn aandacht werd getrokken door het grote, donkere gebouw, dat voorbij het versterkte deel op de krijtrots stond …

Onderweg daar naar toe heb ik nog even een paar shots gemaakt van de almaar komende en gaande ruisende en bruisende golven …

Zodra ik voorbij het versterkte deel van de rotswand was, zag ik vanaf veilige afstand dat er een dichtgetimmerd huis op de top van de eerste onbeschermde krijtrots stond. Het leek op het uiterste randje van de rots te balanceren. Later in de week heb ik die ruïne op de rotsen van dichtbij bekeken …

– wordt vervolgd –

Onder afbrokkelende krijtrotsen

– Virtueel naar Frankrijk 13 –

Toen ik eenmaal aan de voet van de krijtrotsen op dat dikke betonnen plateau stond, was het nog maar een kleine stap om nog iets verder af te dalen …

Onder toeziend oog van de beide vrouwen liep ik over de laatste smalle strook kiezelstrand, die bij hoog water restte, eerst eens een klein stukje in noordelijke richting. Daar werd de rotswand op dat moment mooi in het licht gezet door de zon …

Ter hoogte van de plek waar de wandbekleding met natuursteen stopte en de krijtrots weer op zichzelf was aangewezen, richtte ik de blik omhoog. Van wat ik daar te zien kreeg, schrok ik toch wel even. Daar was een flink stuk van de rotswand verdwenen. Aan de linkerkant leek een soort gemetselde pijp half te zijn verdwenen, een soort afvoer misschien …?

Wat het ook geweest was, ik stond daar ineens toch een stuk minder gemakkelijk dan voordat ik de blik omhoog had gericht. Ik liep terug naar het betonnen plateau, waarna ik een stukje in zuidelijke richting wandelde …

– wordt vervolgd –