Wat aalscholvers en ’n kievit

Nadat we uitgebreid met zijn drieën hadden bijgepraat met koffie en koek, stapte Aafje tegen het eind van de ochtend op de fiets om boodschappen te gaan doen. Fotomaatje Jetske en ik stapten in de auto om een ritje door de omgeving te maken. Jetske stelde voor om eerst maar even bij de Leijen te kijken, misschien zouden de baardmannetjes zich daar nu wel willen laten zien …

Ongeacht of we liepen of stil bleven staan, er was geen vogel te horen of te zien, terwijl we langs het rietland in de richting van de vogelkijkhut liepen. Diep in de kraag weggedoken kwamen we bij de vogelkijkhut aan. Behalve grijs was het ook echt waterkoud. Warmer dan 4°C was het zeker niet …

De enige vogels die we vanuit de hut te zien kregen, waren enkele aalscholvers die in de laatste boom zaten die nog rest van het eilandje midden in de Leijen …

We hadden het al snel bekeken in de hut. Terug bij de auto besloten we eerst onze broodjes maar eens op te eten. Meestal leven we tijdens onze tochtjes op water en (goed belegde) broodjes. Gisteren verraste Jetske me met een beker vers geperst sinaasappelsap. Daarna besloten we nog maar even naar de Jan Durkspolder te rijden. Jetske kreeg bij Earnewâld nog een zeearend in beeld …

Ik stelde me een 3 km verderop tevreden met een kievit, die in een weiland langs de Alle om Slachte stond. Het zal een noorderling zijn, die hier hoopt te kunnen overwinteren. Als je goed kijkt, kun je bij gebrek aan zon nog net iets van de glans van zijn verendek zien …

– wordt vervolgd

Mossen en korstmossen

Het was zwaar bewolkt toen ik maandagochtend na de koffie in de auto stapte om even een ritje te maken. Even weer de horizon zien en wat frisse lucht opsnuiven. Ik besloot eerst even naar de vogelkijkhut ‘de Blaustirns’ bij de Leijen te rijden …

Het was stil rond de hut, heel stil. In de verte zaten een paar aalscholvers in de top van de laatste boom van het eilandje de Kninepôle, daarmee was het gezegd voor wat betref de vogels ter plekke.

Om toch wat foto’s te maken, heb ik de camera eens gericht op de rijkelijk met mossen en korstmossen begroeide zijkanten van het vlonderpad …

Nadat ik deze mosculturen in beeld had gebracht, besloot ik terug te lopen naar de auto. Ruim voorbij het vlonderpad, hoorde ik vanuit het bijna manshoge riet een groepje vogels zingen. Toen Merlin Bird ID me even later wist te vertellen, dat het baardmannetjes waren, was ik meteen attent. Hoe goed ik ook keek, ik kreeg ze niet te zien. Zodra ik in beweging kwam, begonnen zij te vliegen en te zingen …, bleef ik stilstaan, dan doken zij stil het riet in …

Dat spel hielden zij langer vol dan ik …

Teloorgang van de Kninepôle

Midden in het meertje de Leijen staat een eenzame boom. Het is het laatste restant van ‘de Kninepôle’, ook wel het Tike-eilân genoemd. Het eilandje ligt op ongeveer 230 m afstand van de vogelkijkhut de Blaustirns aan de westkant van de Leijen. Jarenlang was het een beeldbepalend landschapselement …

In de jaren 70 was het een eiland van zo’n 40 bij 60 meter. Maar door de wind en stroming waaide en dreef er meer en meer zand weg. Daardoor is er bijna niets meer van de Kninepôle over. Een aantal bewoners van De Tike heeft onlangs het plan opgevat om het eilandje te herstellen. De omwonenden krijgen er 18.000 euro voor uit het Iepen Mienskipsfûns

Om ervoor te zorgen dat het eiland na het herstel niet meteen weer ‘wegwaait’, is het plan om eerst stenen te storten. Die stenen moeten het nieuwe zand bij elkaar houden. Dat zand komt uit de Leijen zelf, van plekken in het meer die bijna droogvallen. Ook moet er ter bescherming van het eilandje meer begroeiing om het eiland heen komen. En dat is dan ook weer goed voor de biodiversiteit …

De uitbreiding van de Kninepôle is volgens de initiatiefnemers een mooi begin van het herstellen van de natuur en de biodiversiteit van de Leien. “Als wij, Wetterskip Fryslân en Staatsbosbeheer allemaal ons best doen, dan kunnen we hier echt een stuk andere natuur krijgen. Met schoner water, met meer waterdieren en andere vissen …”

Behalve waarde voor de natuur heeft het eilandje ook historische betekenis voor de dorpen eromheen, vooral voor De Tike. In de oorlog is het namelijk veelvuldig gebruikt als vluchthaven als de Duitsers een razzia hielden. De initiatiefnemers vinden het ook daarom belangrijk dat de plek blijft bestaan, helemaal omdat volgend jaar 80 jaar bevrijding wordt gevierd. “Dan willen we niet bij Doktersheide staan huilen dat het eiland weg is, maar staan te juichen dat we het hebben behouden …”

Bron: Omrop Fryslân

Engelwortel en reuzenbalsemien

Na afloop van een bezoekje aan mijn moeder ben ik gisteren even naar de Jan Durkspolder gereden. Daar heb ik even een korte fotokuier gemaakt over het schelpenpad de Geau …

Langs het pad groeit en bloeit elk jaar veel reuzenbalsemien. Vaak zijn daar wel bijen en zweefvliegen op of in te zien, dat was deze keer niet het geval. Maar er zat wel een zweefvlieg op een mooi bloeiende gewone engelwortel. Op de achtergrond is nog net de vogelkijkhut te zien …

Kiekendief comes close (2)

De nadering van de bruine kiekendief bij de Leijen was te mooi om hem niet helemaal te tonen. Naar mate hij dichterbij kwam, waren er af en toe mooie details in de vleugels te zien. De spanwijdte van die vleugels was indrukwekkend. Het valt vaak niet mee om een goede schatting te maken, maar ik denk dat de spanwijdte van vleugeltip tot vleugeltip misschien wel een kleine 1,5 m was …

Pas op het laatste moment leerde ik de beperkingen van een vogelkijkhut kennen. Hoewel hij bijna recht over ons heen vloog, konden we zijn onderkant niet zien, omdat we werden gehinderd door de achterwand en het dak van de hut. Op de laatste twee foto’s is nog net een vage schim te zien van de deurpost. Maar wat was het een cadeautje …

Kiekendief comes close (1)

We zaten al enige tijd in de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ zonder dat we het druk hadden met passerende vogels, toen ik Jetske wees op een bruine kiekendief, die vanuit het noorden over de rietoever van de Leijen onze kant op kwam …

Op zijn kenmerkende manier zweefde de kiekendief, met scherp spiedende blik en af en toe een vleugelslag makend, langzaam onze kant op. We kregen alle gelegenheid om zijn nadering in beeld te vangen. Wat een cadeautje …

– morgen komt die indrukwekkende vogel nog wat dichterbij …

Visdiefjes boven de Leijen

Terwijl we door de kijkgaten het komen en gaan van de vogels voor de hut in de gaten hielden, was er ook achter de wand naast het vlonderpad iets gaande. Verschillende keren hoorde we daar kort en duidelijk een vogel zingen of roepen. Hoe we ook zochten, hij bleef verborgen in het dichte bladerdek van de struiken achter de wand …

Op en boven het meertje bleef het donker. De grote bladeren van de waterlelie en de gele plomp deinden zacht op en neer op de lange golfslag rond de vogelkijkhut. Een paar futen leken een late balts voor ons te willen opvoeren, maar daar bleek al snel niets van terecht te komen …

De zwarte stern en het visdiefje vlogen zo ongeveer om de beurt voor de vogelkijkhut langs. Tot eind vorig jaar was ik al blij, wanneer ik met de Canon SX70 HS af en toe eens een scherpe foto maakte van zo’n snelle passant. Met de Sony RX10 gaat dat allemaal een stuk beter. Vooral met de laatse foto ben ik erg blij …