Kitesurfers en een oerbos

Het was in alle opzichten een schitterende dag gisteren. Samen met mijn fotomaatje heb ik een ritje gemaakt langs de Friese Kliffenkust langs het IJsselmeer. Niet voor het eerst trouwens. Zelf heb ik dit ritje al talloze keren gemaakt, en ik werk er hard aan om Jetske er ook mee te besmetten …

Volgende week meer over over deze dag, die zoals gebruikelijk gaandeweg de dag veranderde in een flinke conditietraining. Vandaag heb ik daarom zo lang het weer het toelaat een rustdag in de tuin om mijn onderdanen te laten herstellen.

Voor vandaag laat ik het bij een nieuw dronefilmpje van mijn oud-studiegenoot FreKo. Vlak nadat ik dinsdag het blogje over de aanleg van het nieuwe meer bij Oudega had gepubliceerd, zag ik dat FreKo afgelopen zondag een nieuw filmpje gemaakt. We hadden elkaar daar best kunnen treffen, want ik was er zondag aan het begin van de middag ook. Hoe dan ook, in het onderstaande filmpje zijn ook de bomen van het ca. 5.000 jaar oude oerbos te zien, dat hier onlangs is ontdekt …

Fijne zaterdag verder!

Van oerbos naar nieuw meer

Vandaag is het precies drie jaar geleden, dat ik een blog heb geschreven over de aanleg van een nieuw meer bij Oudega (gemeente Smallingerland) …

Sindsdien had ik al een paar maal weer een ritje gemaakt naar het eind van de doodlopende weg om eens te bekijken wat de stand van zaken was. Vanaf het weggetje was van het werk echter weinig of niks te zien. Zondagmiddag was dat nog steeds niet anders. En toch is er al veel werk verzet …

Dat er vanaf de weg niets te zien is, komt omdat het terrein in verschillende compartimenten is opgedeeld. Binnen ieder compartiment wordt de aarde voorzichtig laag voor laag afgeschraapt. Voor iedere laag is een bestemming. Zo gaat een deel van de veengrond bijvoorbeeld naar champignonkwekerijen in Limburg. De aarde gaat naar landbouwpercelen in de buurt en zand kan gebruikt worden bij woningbouw en dijkaanleg. Een oud-studiegenoot van me heeft in maart van dit jaar een filmpje met droneopnamen online geplaatst, daarop is het werk beter te zien …

Zondagmiddag heb ik er weer eens een kijkje genomen. Aanleiding daartoe is berichtgeving, dat er onlangs bij het graafwerk een oerbos tevoorschijn is gekomen. Uit onderzoek van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed is intussen gebleken dat het gaat om een bos van ca. 5.000 jaar oud. Dankzij de jaarringen kan nauwkeurig worden vastgesteld hoe oud een boom is. Zo komt een van de bomen uit het jaar 3729 voor Christus. Niet alleen de periode waaruit het bos stamt, maakt het een uniek onderzoek. Vooral de oppervlakte is zeldzaam, het bos zou naar schatting 90 hectare groot zijn …

Vijf amazones en een wâldhúske

Het was rustig op Jetskes’ favoriete vogelplekje. Er was op dat moment geen vogel te zien, niet tussen het frisse voorjaarsgroen en ook niet op één van de dode bomen …

Wel was er zo nu en dan vogelzang te horen. Jetske pakte Merlin erbij om te ontdekken wat er zoal zat. De grauwe klauwier, die Jetske hier veel heeft gefotografeerd, liet het helaas afweten. Daarvoor waren we wellicht nog net wat te vroeg in het jaar …

Toen we enige tijd later bijna weer bij de auto waren, klonk er rondom weer volop vrolijk vogelgezang tussen het groen …

Tot slot van onze dag maakten we nog een tussenstop bij een oud Drents arbeidershuisje langs een zandpad. Dat was nog wel even een paar foto’s waard …

Terwijl we op het pad stonden, zagen we in de verte een groepje amazones naderen. Daar besloten we nog maar even op te wachten. Stapvoets reden ze even later vrolijk groetend voorbij …

Ik sluit dit dagje Dwingelderveld af met een laatste foto van dat kleine arbeidshuisje. Daar zal vast ook wel een Drentse naam voor zijn, maar in Fryslân zouden we het een ‘wâldhúske’ noemen …

Lijnenspel van een radiotelescoop

Nadat de adders uit beeld verdwenen waren, besloten Jetske en ik een stukje in westelijke richting langs het Dwingelderveld te gaan. Terwijl Jetske over het zandpad liep, rolde ik over het fietspad. Daar was het nog oppassen, want er bleef maar weinig ruimte over om fietsers te laten passeren …

We waren net voorbij de radiotelescoop, toen het apparaat plotseling vervaarlijk begon te zoemen. We bleven even staan om te zien hoe de schotel in westelijke richting werd gedraaid. Ook een fietser nam even de tijd om ernaar te kijken. Een passerende amazone trok zich van dit alles niets aan, zij vervolgde onverstoorbaar haar weg …

Een stuk verderop nestelden ons op een bospaadje om onze broodjes te eten. Half zon half schaduw, meer hoeft het niet te zijn. Tussen een paar bomen door hadden we zicht op de grote open vlakte van het Dwingelderveld. Boven ons ruisten de jonge groene bladeren in de kruin van de bomen …

Naast ons hoorden we een stuk verderop zo nu en dan het geluid van de radiotelescoop, dan werd de schotel weer een stukje gedraaid. Normaal gesproken gebeurt dat maar weinig, aldus Jetske. Ze vermoedde dat er demonstraties werden gegeven voor een groep bezoekers …

Toen we er enige tijd later opnieuw langs kwamen, heb ik de gelegenheid te baat genomen om nog wat foto’s van het lijnenspel van die grote schotel te maken. Hij werd nu niet alleen horizontaal, maar ook verticaal gedraaid …

Zodra ik tevreden was, rolden en liepen we naast elkaar verder. Jetske nam me mee naar een van haar favoriete vogelplekjes in het Dwingelderveld …

Wat een snavel!

Nadat we de zeearend hadden gespot, verlegde de excursieboot zijn koers een paar maal. Ik was het gevoel voor richting en locatie al lang kwijt. Ik weet alleen dat we weer enige tijd tussen rietvelden, petgaten en open water voeren …

Na een minuut of tien kregen we de zeearend opnieuw te zien. We waren om zijn uitkijkpost heen gevaren, zodat we hem nu van wat dichterbij konden zien. Hij zat mooi in het zonlicht, waardoor zijn grote gele snavel niet te missen viel …

Eigenlijk had de boot daar moeten blijven liggen, tot de vogel van zijn uitkijkpost op zou vliegen. Dat zat er echter niet in. Na enige tijd verlieten we de rietlanden, waarna we tijdelijk terechtkwamen in de ‘bewoonde wereld’ van de Alde Feanen …

– wordt vervolgd

Eerste zicht op de zeearend

De oude legakkers waar we langs voeren, zijn nog steeds van historisch belang. Maar de actualiteit bevond zich in de bomenrij verderop. Het geoefende oog van onze gids had daar de gestalte van een zeearend herkend …

En warempel, in de meest linkse van een groepje bomen zat een zeearend. Door wat verder in te zoomen werd de machtige vogel met die enorme snavel beter zichtbaar.

Hoewel hij nog op de rode lijst staat, gaat het goed met de zeearend in ons land. Sinds 2017 broedt hij hier met succes in de Alde Feanen, en sindsdien heeft de zeearend zich op verschillende andere plaatsen in ons land gevestigd …

Hiermee was de excursie wat mij betreft al geslaagd, we gingen op zoek naar de zeearend en we vonden hem. En daar zou het niet bij blijven. In de loop van de dag zouden we hem steeds wat beter te zien krijgen. We vervolgden onze tocht en passeerden o.a. een aalscholverkolonie. De huisvesting van de aalscholvers is goed herkenbaar aan de takken die van onder tot boven wit uitgeslagen zijn van de vogelpoep …

En voort ging de tocht. Nu eens tussen de beschutting gevende bomen van een stuk moerasbos, dan weer over open water, waar de straffe noordoostenwind het nog steeds niet aangenaam maakte. Dat was goed te zien aan de kleding van de passagiers ook. Behalve het zekerheidshalve toch maar van Aafje geleende vest, had Jetske ook de capuchon van haar eigen vest maar opgedaan …

– wordt vervolgd

Dieper de Alde Feanen in

Het was rustig op en rond het nest van de zeearend. Man of vrouw hield op dat moment de drie eieren waarschijnlijk lekker warm, terwijl de ander op jacht was. Met een beetje geluk zouden we onze kans om één van beide imposante vogels onderweg nog te zien nog wel krijgen, volgens onze excursieleider …

Langzaam zagen we het nest uit zicht verdwijnen, terwijl we onze route vervolgden. Nu eens over een stukje open water, dan weer door een smalle sloot. Van een saai landschap was absoluut geen sprake. In de verte zagen we de Achmeatoren, het hoogste gebouw van Leeuwarden, op 10 km afstand fier omhoog rijzen. Verder werden de rietkragen hier en daar onderbroken door een molentje of een oude boerderij. We drongen steeds dieper door tot de Alde Feanen. Op een bepaald moment zag ik alle opvarenden naar rechts omhoog kijken. Al snel zag ik dat het een om een groepje overvliegende brandganzen ging …

Veel interessanter vond ik het dat onze gids Andries juist de andere kant op keek. We naderden aan de bakboord kant een gebied met smalle oude legakkers, een restant van de vervening. Niet veel later waren alle ogen op aanwijzing van Andries gericht op een paar bomen in de verte achter die legakkers …

– wordt vervolgd