Grafkelders op Brongergea

Het kleine kerkhof van Brongergea wordt gedomineerd door de familiegrafkelder van de Van Limburg Stirums. Wanneer je door het ijzeren hek het kerkhof op loopt, sta je meteen voor het van zijmuren voorziene, gebogen toegangspad van de grafkelder … 

Charles L. A. J. graaf van Limburg Stirum (1877-1931) had in het begin van de 20e eeuw opdracht gegeven tot de bouw van deze kelder. Hij was in 1901 getrouwd met Maria de Blocq van Scheltinga en woonde vanaf 1910 op “Oranjewoud”, het buiten dat ze had geërfd … 

In de noord-oostelijke hoek van het kerkhof van Brongerga bevindt zich de familiegrafkelder van de Van Scheltinga’s. De grafkelder op zich is minder opvallend. Op enige afstand zien we de beluchtings-pijpen op wat we een soort grafheuvel zouden kunnen noemen …

Opvallend is wel de asymmetrische sluitsteen, waarop een naam ontbreekt. Het familiewapen evenwel geeft aan, dat dit de familiegrafkelder van de Van Scheltinga’s is ….

Het buiten Oranjewoud kwam door vererving aan jhr. Martinus de Blocq van Scheltinga, de oudste zoon van haar neef jhr. Hans Willem de Blocq van Scheltinga. Opnieuw woonde er op Oranjewoud een Van Limburg Stirum, want jhr. Martinus de Blocq van Scheltinga was in 1926 getrouwd met Cecilia Johanna gravin van Limburg Stirum. Zij was een ver familielid van Charles graaf van Limburg Stirum. Toen zij overleed in 1953 werd zij niet bijgezet in een der grafkelders. Zij kreeg een apart graf op Brongergea ongeveer tussen beide grafkelders in …

Ik sluit af met de ontluchtingspijp op de grafkelder van de Van Scheltinga’s. Graaf Charles vond het kennelijk een veilig idee voor het geval dat hij ten grave gedragen zou worden, voordat hij zijn laatste adem had uitgeblazen …

– wordt vervolgd

De begraafplaats van Brongergea

Opgravingen hebben onlangs geleerd dat er rond 1100 al mensen begraven werden op het kerkhof. Daarom lijkt het aannemelijk dat er rond die tijd ook al een kapel gestaan moet hebben. Ene Bronger zou hier een kapel gesticht hebben, die in de veertiende eeuw een zelfstandige parochie werd: Brongergea. Gezien de grootte van het kerkhof is dat eerst waarschijnlijk een kleine kapel geweest …

Voordat we de begraafplaats betreden, wordt mijn aandacht ook hier weer getrokken door een zwerfsteen met een gedicht. Ditmaal betreft het een gedicht van de Friese schrijver/dichter Theun de Vries

Naast de ingang staat verder een imposant informatiepaneel over de geschiedenis van Brongergea door de eeuwen heen …

Als we ons hebben ingelezen, doe we het hek open en lopen we de begraafplaats op …

– wordt vervolgd

Mooie optrekjes

Oranjewoud staat bekend om zijn mooie landhuizen en andere aardige stulpjes. Dit optrekje met oprijlaan en snelle dure auto staat tegenover het landgoed dat we hier gisteren hebben bekeken …

Aan het eind van de Lindelaan staat het statige Landgoed Oranjestein. Op de plek waar eens de rentmeesterswoning van het stadhouderlijk lusthof zich bevond, liet de Leeuwarder koopman Pieter Cats in 1820 een buitenplaats bouwen. Het oude gedeelte van de prachtige tuin die het neoclassicistische huis omringt, werd in 1822 ontworpen door de gisteren ook al genoemde tuinarchitect Lucas Pieter Roodbaard

Oranjestein staat aan de Marijkemuoiwei. Een stukje verderop aan die straat passeren we dit kleine huisje in het bos. Klein, maar fijn. Maar verkijk je er niet op, want er zit wel een EIGEN WEG bij …

En nog weer wat verderop staat de Oranjerie van Oranjestein. Na een wandeling door de tuin is hier gelegenheid om te aandacht te besteden aan de inwendige mens. Dat zat er nu niet in, want de Oranjerie was gesloten en heeft maar beperkte openingstijden …

Enkele minuten later reden we Brongergea binnen, tussen de 14e en de 16e eeuw was het een kerkdorp, dat van groter belang was dan Oranjewoud. Na verloop van tijd verloor Brongergea aan betekenis en werd het dorp voorbijgestreefd door dorpen als De Knipe en Mildam. Tegenwoordig is Brongergea een kleine buurtschap onder de rook van Oranjewoud …

wordt vervolgd

Bij Landgoed Oranjewoud

We lieten de vijver uit het vorige logje achter ons en liepen over de Lindelaan in de richting van het gebouw, dat we door het geboomte hadden zien schemeren. Terwijl we naar de ingang liepen, herkende Jetske aan de rechterkant van het toegangshek een Ginkgo biloba

Eenmaal recht voor de poort kon het niet meer missen waar we waren aangeland. Het stond er duidelijk op, we stonden voor Landgoed Oranjewoud, een wit gepleisterd in neo-classicistische stijl opgetrokken landhuis met een prachtige tuin. Tot 1803 stond hier het Paleis Oranjewoud of Lustslot Oranjewoud van de Oranje-Nassaus

Nadat dat slot was afgebroken, liet Hans Willem de Blocq van Scheltinga in 1829 op de plaats van het oude zomerslot het huidige blokvormige gebouw van zeven raamvakken oprichten. De opgaande middenpartij met fronton en portiek is geflankeerd door lagere vleugels. Aan de oostzijde is in 1845 een vleugel uitgebouwd. Zijn kleindochter Maria, getrouwd met Charles graaf van Limburg Stirum, had geen kinderen …

De graaf was militair, maar hij verliet de dienst om zich te wijden aan het beheer van Huize Oranjewoud. Zijn gezondheid was slecht en hij overleed in 1931 op de leeftijd van 54 jaar. Na het overlijden van Maria in 1942 kwam het landgoed door vererving terecht bij Martinus de Blocq van Scheltinga (1900-1961) …

Hij bewoonde met zijn gezin Oranjewoud tot 1954. In dat jaar werd het Instituut voor Landbouwcoöperatie eigenaar. Na eerst te zijn overgegaan in handen van de Friesland Bank, is het Landgoed Oranjewoud met de tuin eromheen nu in bezit van de stichting FB Oranjewoud. Er worden tegenwoordig vooral zakelijke bijeenkomsten gefaciliteerd …

Tot slot nog een laatste foto van een kleurrijk hoekje in de tuin. De tuin en overtuin werden in landschapsstijl aangelegd, mogelijk door de vermaarde tuinachitect L.P. Roodbaard

– wordt vervolgd

Een kleine vierhoek

Het waren een paar hectische dagen in Huize Afanja, waarbij hoogte- en dieptepuntjes elkaar in hoog tempo afwisselden. Zo konden we woensdag in kleine kring Aafjes’ 70e verjaardag vieren, maar kregen we donderdag slecht nieuws over een zwager die naar schatting nog 3-6 maanden te leven heeft. Vervolgens was het hier donderdagavond zwaar bewolkt, zodat ik niet meer dan een vaag groen schijnsel van de verderop prachtige poollichtshow kon zien.

Zo doende ben ik gisteren na een korte nacht niet aan bloggen toegekomen. Ik had willen vertellen dat er weer een dagje op het programma stond met mijn fotomaatje. Nadat we twee weken geleden een rit door Overijssel hadden gemaakt, was nu Fryslân weer aan de beurt. Zeg maar ergens binnen de onderstaande Friese vierhoek …

Na de koffie – ditmaal met oranjekoek – vertrokken we voor een ritje, waarbij we ruimschoots binnen de bovenstaande Friese vierhoek bleven. Waar Jetske twee weken geleden haar best deed om het regenfront voor te blijven, wist ik ons gisterochtend vanuit het zonnige Drachten linea-recta een zware regenbui in te rijden. Gelukkig scheen de zon weer, toen we even later op de eerste plaats van bestemming aankwamen …

Over de hele dag laat onze rit zich op hoofdlijnen samenvatten in een aantal foto’s. Hierboven zie je van elke locatie een bord(je) met een tekst. Hieronder is van elke plek een kenmerkend beeldelement te zien. Later vertel ik er uiteraard nog wel het een en ander over …

Streukelerzijl en Galgenrak

Om het regenfront te ontlopen zetten we koers naar het zuiden. Via Zwartslui en Hasselt kwamen we over landelijke weggetjes terecht in de buurtschap Streukel. Volgens Jetske was hier nog een oud gemaal in bedrijf …

En zo was het ook, er staan zelfs twee gemalen. Op de onderstaande foto’s is op de achtergrond het gemaal Streukelerzijl uit 1925 te zien. Op de voorgrond is nog net iets van de buitenkant van het gemaal Galgenrak te zien. Het kleinere vijzelgemaal Galgenrak is gebouwd in 1978. Dit gemaal zorgt voor het peilbeheer van de noordelijke polders. Beide gemalen samen zorgen bij hoog buitenwater ook voor de bemaling van de Dedemsvaart. Het water wordt afgevoerd via het Zwarte Water, het Zwarte meer en uiteindelijk geloosd op het IJsselmeer. …

Het bijna 100 jaar oude gemaal Streukelerzijl zorgt voor de afwatering van de achterliggende zuidelijke polder Haerst-Genne, waarvan het water aangevoerd wordt door de Groote Grift. Het was aanvankelijk uitgerust met twee schroefpompen die aangedreven werden door dieselmotoren. Tegenwoordig heeft het gemaal een hybride aandrijving van zowel elektro-, als dieselmotoren. Het gemaal heeft dan wel een 100 jaar oude jas, de machinerie in het hart is helemaal bij de tijd. De dieselmotor is nog steeds inzetbaar. Daarmee is het gemaal een belangrijk stuk cultuur historisch watererfgoed … 

Ik sluit af met een foto van het mechanisme, waarmee een stuw bij de gemalen kan worden geopend of gesloten …

Een andere ingang

De afgelopen dagen heb ik meteen volop kunnen profiteren van de eindelijk weer wat lagere temperaturen. Om te beginnen heb ik maandag heb ik weer eens een kijkje genomen in de Ecokathedraal bij Mildam. Het werd in alle rust een fijne fotokuier …

Deze keer ben ik nu eens niet door de majestueuze Porta-Celi naar binnen gegaan. Ik heb gekozen voor een zijingang. Nadat ik me via een smalle doorgang tussen twee wat jongere bouwwerken door had gewerkt, kwam ik terecht op een open ruimte die me naar rechts leidde. Daar kwam ik uiteindelijk uit bij nieuwe bekleding voor een al wat ouder deel van de Ecokathedraal …

– morgen het vervolg