Reaklif – schitterend uitzicht

Het wordt tijd om eerst weer afscheid te nemen van Reaklif. Hoe kan ik dat nou beter doen met een laatste blik op de die dag af en toe bijna magisch mooie schitteringen …

Eerst een paar foto’s van het silhouet van het lange hek dat er langs de weg staat. En dan nog even genieten van die prachtige schitteringen en het zicht over het IJsselmeer. Het was zo helder dat de skyline van Noord-Holland in de verte te zien was …

Voorlopig einde, maar ik kom hier zeker nog eens terug.

Twee brommers en een Lada

Jetske en ik treffen nog wel eens wat bijzonders aan op Reaklif. Zo stond er in juli 2016 een prachtige Wolseley geparkeerd: https://wp.me/pHUJ-416. Twee jaar geleden troffen we er twee stellen vrolijke Friese vrienden, die met een eend op pad waren: https://wp.me/pHUJ-h3F. Ditmaal figureerden er een paar brommers en een Lada …

Als oud-brommerrijder was ik nieuwsgierig naar het merk van de brommer die langs het hek stond. Dat het geen Zündapp was zoals de mijne, had ik al gezien. Dichterbij gekomen bleek het een mooie zwart-witte Honda te zijn …

Nadat ik er een paar foto’s van had gemaakt, liep ik naar Jetske die een auto aan het fotograferen was. Terwijl ik in die richting liep, kwam de brommer me luid knetterend voorbij om in zuidelijke richting af te dalen …

Bij Jetske gekomen, was zij in gesprek geraakt met de eigenaar van een Lada. De man verhaalde enthousiast over zijn avonturen met deze uit Oekraïne geïmporteerde auto. Het bleek te gaan om een luxe uitvoering van het model waar ik zelf ook een jaar of vier in heb rondgetoerd. Dit exemplaar was in dienst geweest als directiewagen bij een grote fabriek, vertelde de eigenaar, terwijl hij nog wat Roebels uit het handschoenenkastje tevoorschijn haalde …

Vlak bij het monument stond even later nog een tweede brommer. Hier ging het om een zwart-blauwe met stickers beplakte Honda, die op dat moment door de berijder werd gefotografeerd. Die berijder zag er tamelijk opvallend, maar veilig uit in zijn gele hesje. Op de achterkant van zijn zwarte, eveneens met stickers beplakte helm, had hij een actioncamera gehangen …

Korte tijd later zag ik ook hem in zuidelijk richting uit beeld verdwijnen …

– wordt vervolgd

Maandagmiddag bij de Leijen

Gistermiddag hebben fotomaatje Jetske en ik voor het eerst sinds de vakantie weer een paar fotokuiertjes gemaakt. De eerste bestemming was de vogelkijkhut bij de Leijen. Bij aankomst stonden er drie fietsen tegen het hek. Het was druk in de hut, maar we kregen al snel een zitplekje aangeboden bij een kijkluikje van mensen die op het punt stonden te vertrekken …

Hoewel we de ijsvogel en de bruine kiekendief weer hadden gemist, viel er genoeg te zien. Het belangrijkste nieuws was, dat er momenteel daadwerkelijk wordt gewerkt aan het herstel van het boomeilandje ‘de Kninepôle’. Verder probeerde een meeuw vóór de hut dobberend de show te stelen, maar hij had de pech dat hij werd overtroefd door de Koninklijke Luchtmacht, die op dat moment een showtje voor ons kwam opvoeren met een aantal C-130H-toestellen …

Daarna besloot ik de stoute schoenen aan te trekken en voor te stellen om toch ook nog maar even een kijkje te nemen in de Jan Durkspolder. Ook daar kwamen we niet voor niks, maar dat is voor later. Op dit moment geniet ik vooral na met eindelijk weer een soort van ‘gezonde spierpijn’ in mijn bovenbenen.

Een daalders plekje

Mijn fotomaatje en haar echtgenoot hadden echt een daalders plekje in de vakantie. De caravan stond ik de voortuin van de boerderij bij de SVR-camping, zodat ze van onder de luifel mooi zicht hadden op de Dokkumer Ee en alles wat daar langs trok …

Behalve een breed scala aan vaartuigen, was het ook een voortdurend komen en gaan van fietsers en wandelaars over het malle fietspaadje langs de Dokkumer Ee …

Op verschillende plekjes stonden mooie houten stoelen waar de komende en gaande mens om wat te rusten en van het uitzicht te genieten. Er kon zelfs een gerookt harinkje gehapt worden …

Over de dijk terug

Vandaag sluit ik de serie over ons dagje op de Peazemerlânnen af. Bijna aan het begin van de strekdam, draai ik me nog eens om. Nog snel een laatste foto van het anderhalve km lange Smidspaed …

Voordat we de zeedijk weer op konden, wachtte nog een kleine hindernis. Een gesloten hek aan de linkerkant van het pad en een veerooster rechts. Met dit rooster had de Whill geen probleem, omdat er beton staal overheen was bevestigd. Dat laatste was bij een rooster aan de andere kant van de dijk niet het geval. Daar moest ik Whilly zelf voorzichtig overheen duwen …

Toen ik een close-up maakte van de spits van de Anker kerk, vloog er net een boerenzwaluw voorbij. Terwijl Jetske halverwege de zeedijk even wachtte, klom ik nog even naar de kruin van de dijk. Daar kon ik nog wat foto’s maken het dorp, het informatiepaneel en mijn wachtende fotomaatje …

Daarna volgde de lange afdaling terug naar de auto. Aan het eind van de afdaling ligt tussen de donkere palen het rooster dat de laatste horde vormde …

De auto stond op het parkeerplaatsje bij het Zeemijn-monument. Hier ben ik deze serie mee begonnen, en hier sluit ik hem ook mee af …

Overbodig om te zeggen, dat het een prachtige dag was. In aansluiting daarop hebben we gisteren opnieuw een fotografische topdag gehad. Daarover later meer.

Twee keer te laat

Nadat we bij Earnewâld tevergeefs op zoek waren geweest naar rietsnijders aan het werk, besloten we dat ter afsluiting van de dag ook nog even te proberen bij De Leien …

We waren net uitgestapt, toen er een fotograaf aan kwam lopen vanuit de vogelkijkhut. Op onze vraag of er nog wat bijzonders te zien was, vertelde hij dat er een tijdlang twee zeearenden op het boomeilandje hadden gezeten. Omdat te bewijzen liet hij een serie prachtige foto’s zien van de zeearenden in de bekende boom. Hoewel de vogels net vertrokken waren, besloten we toch even door te lopen in de richting van de vogelkijkhut …

In de verte zagen we nog een paar roofvogels cirkelen. Toen ze wat dichterbij kwamen, zagen we echter dat het om buizerds ging. Toch een tegenvallertje in dit geval …

Bij het rietland aangekomen, zagen we dat we te laat waren om de rietsnijders hier aan het werk te zien. Een groot deel van het riet was al gemaaid en lag in bossen samengebonden op het dijkje rond het meer. Omdat het paadje naar de vogelkijkhut erg nat en drassig was, zijn we toch maar niet verder gelopen …

Twee keer te laat op één middag, eerst voor de zeearenden en dan ook nog voor de rietsnijders. Maar toch was het een weer mooie dag.

Ganzen in tegenlicht

Nadat Jetskes’ schoenen weer schoon genoeg waren om ermee verder te kunnen reizen, reden we een klein stukje verder. Daar namen we een kijkje aan de andere kant van de weg, waar we zicht hadden op de noordelijke plas van de Jan Durkspolder. Terwijl ik naar het hek liep, ging Jetske net terug om haar andere camera te halen …

Ik houd vooral ’s winters van dit plekje, al was het maar vanwege het dan vaak mooie grijsblauwe beeld van de silhouetten van de twee windmotoren verderop in de polder. Steunend op het hek, hebben we een tijdlang genoten van de drukte op het wateroppervlak. Toen de wind even wegviel, leek het bijna voorjaar …