Bij het vissersplaatsje Thyborøn in het noordwesten van Denemarken (OpenStreetMap) verdween steeds meer land in zee. Het waterloopkundig laboratorium kreeg de vraag voorgelegd hoe die kusterosie tegen te gaan was …
Er is nu niets meer van te zien, maar in het model is de kustlijn van het fjord op schaal nagebouwd. Bij de experimenten werd o.a. gebruik gemaakt van golfmachines en een beweeglijke zeebodem. Na veel experimenten kwamen er stenen strandhoofden, die dwars op de kust staan …
Dit is één van de modelplaatsen die niet worden gerestaureerd. Het blijft bestaan als open plek in het bos met zon, weinig wind en stromend water. ’s Zomers wemelt het hier vaak van de vele soorten libellen, juffers en vlinders. Bijzondere soorten die hier voorkomen zijn o.a. de grote weerschijnvlinder en de gevlekte glanslibel …
Nadat ik een tijdje lekker op één van de bankjes bij het Witte Meer had zitten genieten van het uitzicht, werd het tijd om de terugweg te aanvaarden …
Links en rechts om me heen kijkend, zag ik onderweg nog heel wat paddenstoelen langs de paden staan. Geen namen, geen bijzondere standpunten, alleen foto’s …
Toen ik enige tijd later terug was op de parkeerplaats, zag ik deze kleine witte paddenstoel vlak achter de auto staan. Het was een mooi slot van een lekker, maar toch weer pittig fotokuiertje …
Opgravingen hebben onlangs geleerd dat er rond 1100 al mensen begraven werden op het kerkhof. Daarom lijkt het aannemelijk dat er rond die tijd ook al een kapel gestaan moet hebben. Ene Bronger zou hier een kapel gesticht hebben, die in de veertiende eeuw een zelfstandige parochie werd: Brongergea. Gezien de grootte van het kerkhof is dat eerst waarschijnlijk een kleine kapel geweest …
Voordat we de begraafplaats betreden, wordt mijn aandacht ook hier weer getrokken door een zwerfsteen met een gedicht. Ditmaal betreft het een gedicht van de Friese schrijver/dichter Theun de Vries …
Naast de ingang staat verder een imposant informatiepaneel over de geschiedenis van Brongergea door de eeuwen heen …
Als we ons hebben ingelezen, doe we het hek open en lopen we de begraafplaats op …
Nadat de bruine kiekendief uit het bericht van gisteren uit zicht was verdwenen, parkeerde ik de auto naast het uitkijkplatform. Vanaf het platform heb ik wat foto’s gemaakt voor een rondblik over een deel van de Surhuizumermieden …
Kijk maar even mee en geniet van de rust in het gebied. Het enige echt ontsierende element in de omgeving is het agrarisch-industrieel complex van Friesland Campina in Gerkesklooster-Stroobos in de verte …
Achter het hek zat een grutto op veilig gebied met jeuk. Er zat niets anders op dan even te krabben. Ik heb hem zijn privacy maar gegund …
Woensdag zijn er door Wetterskip Fryslân in het dorp Aldeboarn zandzakken langs het riviertje de Boarn gelegd, omdat het water daar over de lage kade dreigde te lopen. Daarom had ik verwacht dat de naburige retentiepolder It Eilân gistermorgen al onder water gezet zou worden. Ik was er echter een dag te vroeg …
Maar ik heb er wel een mooi fotokuiertje gemaakt. Terwijl ik over de voetgangersbrug liep, zwom er net een grote zaagbek voorbij. Verder was het er heerlijk rustig. Het water lag er als een spiegel bij en aan de horizon gloorde wat licht. Ik ben maar niet tot de dijk aan het eind van het pad op It Eilân gelopen, die energie zou ik later nog wel kunnen gebruiken …
Terug op de parkeerplaats heb ik nog even het ca. 3 m hoge uitkijkplatform beklommen voor de laatste foto. Alle landerijen achter die boerderij staan zeer waarschijnlijk vandaag al onder water, zoals dat ook in januari 2012 al eens het geval is geweest om het waterpeil op de Friese boezem wat te verlagen …
Hoewel ik nog genoeg (macro)foto’s uit de tuin heb, gooi ik het voorlopig eens over een andere boeg. De komende tijd laat ik hier eens wat foto’s en verhalen over Drachten de revue passeren. Ik begin daarmee op het plekje waar Aafje en ik half augustus Matroos Beek hebben ontvangen, bij het bankje aan het Zuiderend, aan het zuidoostelijke voeteneind van Drachten (Google Maps) …
Drachten telt tegenwoordig ruim 45.000 inwoners. Rond het jaar 1600 was er van Drachten nog geen sprake, wel lagen er twee kleine dorpjes: Noorderdragten en Zuiderdragten. De omgeving kwam pas tot ontwikkeling na het graven van de Drachtstervaart en aan het eind daarvan de Noorder- en Zuiderdwarsvaart vanaf 1641 ten behoeve van de turfwinning. Langs de vaarten ontstond allerlei handel en nijverheid, en de beide dorpjes groeiden naar elkaar toe…
Waar bedrijvigheid en een zekere welvaart ontstaan, ontstaat ook armoede. En die armoede bleef lang groot in deze contreien. De veenarbeiders deden zwaar lichamelijk werk en werden vaak zwaar onderbetaald. De grootste armoezaaiers en verschoppelingen, het zogenaamde ‘uitschot van de maatschappij’, kwamen terecht aan het Zuiderend. Daar lagen in de volksmond ‘de Forten’, een paar simpele gemeentelijke woninkjes en wat zelf getimmerde spitketen. Een informatiepaneel bij het bankje vertelt het verhaal van ‘de Forten’ …
De laatste sporen van ‘de Forten’ zijn pas begin jaren 60 van de vorige eeuw door de gemeente opgeruimd. De spitketen, de op het droge getrokken ‘woonboot’ en de door de gemeente gebouwde huisjes, alles ging plat. Een lelijk vlekje was weggepoetst …
Terwijl we van It Heechsân naar Bakkeveen reden, herinnerde ik Jetske aan de fotokuier die we eind december – ook al op een grijze dag – hadden gemaakt bij de slotboerderij van landgoed de Slotplaats bij Bakkeveen. Jetske heeft daar begin januari al een paar logjes over gepubliceerd, mijn verslag daarover wacht nog steeds op het juiste moment. En dat zou nu best eens dichterbij kunnen komen …
Hoe dan ook, ik besloot Jetske nu een ander deel van het landgoed te laten zien. Vanaf de Duerswâldmerwei liepen we over het fietspad langs de oude Beakendyk (Google Maps) in noordwestelijke richting langs een ven. Op de oever van het ven was een nieuw bankje geplaatst. Zei ik ‘bankje’ …? Nee, dit is een forse en hoge bank waar ik met mijn 1.95 m zelfs met mijn onderbenen vrij kon bungelen. Niet dat ik dat op dat moment heb gedaan, want we moesten eerst nog even een stukje doorlopen …
Een klein stukje verderop ligt links van de Beakendyk een oude schans in het landschap, de zogenaamde Romeinse Sterrenschans. Dit was een van de dingen die ik mijn fotomaatje wilde laten zien. Ze stortte zich meteen op het fotograferen van het nieuwe informatiepaneel bij de schans …
Daarna liepen we door naar een kijkplatform naast het fietspad, dat het publiek een betere blik op de schans moet geven. Daarvoor vind ik het platform overigens rijkelijk laag. Om het patroon van de schans goed te kunnen zien, kun je het best even op Google Maps kijken …
Op de geschiedenis van die oude schans kom ik in een vervolg nog terug. Nadat Jetske wat had rondgekeken en ik mijn onderdanen zittend op een bankje op het platform weer even rust had gegeven, stelde ik voor om nog een stukje verder te lopen. Daar wilde ik Jetske een aantal eeuwenoude beuken laten zien, dus we moesten weer doorrrr …