Bij het verlaten van het ooievaarsstation kwamen we aan de achterkant van landgoed De Havixhorst uit. Al in 1409 werd er voor het eerst melding gemaakt van het bestaan van De Havixhorst. De huidige vorm en uitstraling dateert hoofdzakelijk uit 1753. Tegenwoordig is er het chateau hotel De Havixhorst gevestigd …
Sinds 2008 is in de tuinen van De Havixhorst een bijzondere verzameling beelden te zien. We zijn een klein stukje langs de gracht gelopen om er wat foto’s van de maken. Ik moet zeggen: het stond me wel aan, die beeldentuin kan ook nog wel eens op het lijstje …
Ik sluit het eerste deel van deze op dat punt al geslaagde dag af met dit beeld van een schaatser. Terwijl we daar licht gekleed liepen, hadden we er geen idee van dat er nog geen tien dagen later in het oosten van ons land weer even geschaatst zou worden op natuurijs …
Na een koude en grijze zaterdag volgde een zonnige zondag op landgoed “de Merelhof”, en dus gingen Pepijn en ik al vroeg op pad voor een kleine wandeling over het domein. Tijd om de pyjamabroek te verruilen voor een spijkerbroek was er niet, want de boer die een deel van het land van “de Merelhof” in gebruik heeft, kwam het land op met de tractor. Dat moesten wij natuurlijk wel even bekijken …
Pepijn bleef op gepaste afstand staan om het ronkende apparaat te zien passeren, je weet immers maar nooit welke kant zo’n gevaarte op gaat. “Gras maaien …,” luidde Pepijn’s commentaar, terwijl hij me stralend aankeek, en daar heb ik het op dat moment maar bij gelaten …
Toen de tractor enkele ogenblikken later uit zicht was verdwenen, vervolgden Pepijn en ik onze kuier. “Daar zijn koeien, pake …” kraaide het mannetje, toen we het weiland aan de achterkant van onze weekendwoning naderden …
Die reactie heb ik natuurlijk meteen bevestigd. Dat het geen koeien waren, maar o.a. een Belgische Blauwe pink en nog een paar andere pinken, had ik ook tenslotte ook niet geweten als ‘de landheer’ het me vrijdagmiddag na aankomst niet had verteld …
Voorgaande jaren hadden we ’t hele achter het huis liggende weiland tot onze beschikking. Vorig jaar was dat grotendeels met zuring en boterbloemen bedekte weiland vooral voor Tijmen en mij een mooi jachtgebied voor onze camera’s …
Nu was het weiland voor het vee, en dat was ook goed, want hoewel ze vrij ver weg stonden, vond Pepijn het al babbelend prachtig om naar die loom grazende dieren te kijken …
In de loop van de middag hoorden we de tractor weer het land op komen. Ik werd meteen door Pepijn meegetroond om het spektakel nogmaals te bekijken. Ditmaal stapte Pepijn wat dichter naar de rand van het weiland, maar hij bleef wel op veilige afstand van de afrastering. Na aankomst had ik de mannetjes namelijk meteen goed duidelijk gemaakt dat er stroom stond op de draden en banden rond de weilanden, en die boodschap was goed blijven hangen …
Het was een feest om dit leergierige mannetje, dat intussen zo ongeveer alle automerken weet te benoemen, op deze manier kennis te laten maken met een paar facetten van het boerenleven rond “de Schaapskooi” …
Nadat we twee weken geleden een weekendje in Brabant zaten met vakantievrienden, zaten we afgelopen weekend voor het vierde jaar op rij een weekendje met kinderen en kleinkinderen op landgoed ‘de Merelhof’ bij Ruinen in Drenthe …
Daar hadden we net als voorgaande jaren de beschikking over het riante vakantiehuis ‘de Schaapskooi’ …
Het begon vrijdagavond nog rustig met een lekker en gezellig etentje …
Tijmen trok zich regelmatig even met een boekje terug in een hoekje …
Maar toen ik zaterdagochtend naar buiten stapte en Pepijn tijgerend op me af zag komen, terwijl hij vroeg: “Wil jij met mij stoeien, pake …?”
Toen wist ik ‘Dit wordt een pittig weekend …’
En dat werd het ook, maar ondanks de vermoeienis werd het toch vooral weer een gezellig weekend. De komende dagen eerst maar weer even rustig bijtanken … 🙂
Intussen had ik weliswaar al een vermoeden waar ik me bevond, maar dat werd pas bevestigd toen ik even later aan de bosrand stond. Aan mijn linkerzijde strekte zich een glooiende en gladgeschoren golfbaan uit, aan mijn rechterzijde stond het vermaarde Hotel Lauswolt. Het beste nieuws was echter nog, dat er een bankje stond waar ik een tijdje lekker heb kunnen zitten, zodat mijn benen weer wat kracht konden verzamelen, want het was duidelijk dat ik nog een flinke wandeling voor de boeg had …
Enigszins uitgerust heb ik korte tijd later mijn weg weer vervolgd. Kijk, hieronder staat het beroemde Koetshuis op het Landgoed Lauswolt, waar in januari 2007 de basis werd gelegd voor het kabinet Balkenende (CDA), Bos (PvdA) en Rouwvoet (Christen Unie) …
Voor de oorsprong van het Friese landhuis Lauswolt moeten we terug naar de zeventiende eeuw. Het landgoed is genoemd naar de oorspronkelijke bezitters, de familie Lauswolt uit Beetsterzwaag. Naar verluidt liet de welgestelde herenboer Jan Janszoon Lauswolt, grootgrondbezitter te Beetsterzwaag hier in 1748 een met geboomte omgeven boerderij bouwen. Het ontoegankelijke eilandje en het hek op de brug met het jaartal 1748zijn denkelijk alles wat nog herinnert aan die oude boerderij …
Lauswolt bestond op dat moment behalve uit boerengrond nog grotendeels uit heideveld en woeste grond, en dat zou zo blijven tot het moment dat Jonkheer Augustinus Lycklama à Nijeholt er in 1868 voor negentigduizend gulden een groot herenhuis liet bouwen. Naast het herenhuis verschenen een stal, het eerder genoemde koetshuis en een koetsierswoning. Later volgden een park, bloemenkas, groentetuin en tuinmanswoning. De parken zijn in de loop der jaren alleen maar omvangrijker geworden en er werden bossen aangelegd …
Van het einde van de negentiende eeuw tot halverwege de twintigste was het landgoed achtereenvolgens in het bezit van Rijnhard Baron van Harinxma thoe Slooten (neef van Lycklama) en zijn dochter Adriana Janke, maar in het begin van de jaren vijftig ging het bezit naar de Algemene Friesche Levensverzekering Maatschappij. Deze heropende het pand in 1954 in de functie die het nog altijd heeft: als hotel …
Tegenwoordig maakt Lauswolt onderdeel uit van de Bilderberggroep. De officiële benaming luidt nu Bilderberg Landgoed Lauswolt. Het hotel is niet vrij toegankelijk, maar als je de juiste paden weet te bewandelen, ben je toch zo binnen, volgens mij …
In de voortuin van het hotel bevinden zich al enkele jaren een paar kunstkoeien. Het laagje goudverf zal wel symbool staan voor de gouden kranen die badkamers, wastafels en toiletten waarschijnlijk sieren … 😉
Morgen het laatste stukje van deze verrassende fotokuier, dan wuiven we even naar Rutger … 🙂
Meer informatie over de geschiedenis van Lauswolt e.o. is hier te lezen.
Terwijl ik voor dat hek stond, was ik even helemaal het spoor bijster. Dit was duidelijk niet Rutger Hauers’ woonstede, want die bevindt zich veel dichter bij de Poostweg, en bovendien leek het er niet eens op. Maar wat was het dan wel …, waar bevond ik me nu precies …?
Omdat ik net over een pad was gekomen waar ik bijna tot mijn enkels in de modder zakte, zag ik het niet zitten om via dezelfde weg terug te keren. Ik besloot mijn weg maar gewoon te vervolgen, ik zou wel zien ik waar ik uit zou komen …
Een paar minuten later zag ik ineens een bruggetje, dat verscholen in het bos over een sloot of gracht leidde. Intussen was elke stap extra me eigenlijk al teveel, maar desondanks kon ik de verleiding niet weerstaan om dat bijzondere bruggetje eens wat nader te bekijken …
Het bleek te gaan om een oud ijzeren bruggetje met een houten dek, dat net als de bospaden was bedekt met een laag bladeren. Midden op de brug stond een wel heel bijzonder ijzeren hek. Stapje voor stapje de draagkracht van het bruggetje testend ben ik even tot aan dat hek gelopen …
Het hek leek beter in de verf te zitten dan de brug, maar het zat op slot, en wellicht is dat al sinds 1748 het geval. Het erachter gelegen eilandje bleef zodoende onbereikbaar voor me, en misschien was dat maar beter ook …
Nadat ik nog even een foto vanaf de noordkant had genomen, heb ik mijn weg maar weer in zuidelijke richting vervolgd. Daar lonkte zo te zien het licht van een open vlakte en daar werd me even later ook ineens duidelijk waar ik was …