Moeder en kind

Een schaapskudde van ‘de Wylde Weide’ begraast momenteel de groenstroken langs het riviertje de Drait weer. Toen ik er vorige week op de iLark langs kwam, speelde dit tafereeltje zich vlak naast het schelpenpaadje af. Daar heb ik met alle liefde even een tussenstop voor gemaakt …

De schat in de Panhuyspoel

Terwijl ik vanuit de Jan Durkspolder over de Alle Om Slachte in de richting van Earnewâld reed, zag ik vaag een regenboog verschijnen. Om daar beter zicht op te krijgen, draaide ik rechtsaf het Nonnepaed op. Dat gaf me de kans om door ’t geopende autoraam de eerste foto te maken van de vage regenboog boven een weiland met schapen …

Terwijl ik langzaam oostwaarts reed, werd de regenboog steeds beter zichtbaar. Wat verderop maakte ik nog een paar foto’s met wat koeien onder de regenboog. De laatste stop maakte ik ter hoogte van zandwinput de Panhuyspoel. Al snel werd duidelijk dat ik daar geen kans maakte om de goudschat te vinden, die lag op de bodem …

De andere kant van de regenboog eindigde in de buurt van de gaswinlocatie aan het eind van de weg. Daar kwam ik amper minuut later aan. Net te laat. Vlak voor mijn ogen loste het uiteinde van de regenboog in het niets op …

Schoffelaars en schapen

Er worden niet alleen (poot)aardappelen geteeld achter de zeedijk. Ergens in de buurt van Sexbierum reden we langs akkers waar groenten geteeld worden. Tijdens de tussenstop die we daar maakten, beklom Jetske de dijk om te bekijken of daar vogels op het Wad te zien waren. Ik richtte mijn camera even op het akkerland waar ik een trekker dichterbij zag komen …

Een stukje verderop stopte de trekker met twee passagiers. Zodra ze waren afgestapt, werd duidelijk dat de mannen op hun werkplek waren aangekomen, het waren schoffelaars. Onkruid wieden is hier nog handwerk. Ik vind dat mooi, want dat betekent volgens mij dat we hier te maken hebben met biologische akkerbouw. Mogelijk gaat het om het biologisch-dynamische akkerbouw en groentebedrijf Waddengeluk

Bij de nadering van een kudde Friese dijkschapen maakten we enkele kilometers verderop nog eens een tussenstop …

Jetske maakte van de gelegenheid gebruik door een tamelijk intensieve relatie met een schaap op te bouwen. Het kwam net niet tot een kusje …

Een roodborsttapuit

Van het Weinterper Skar reden we via de kortste weg naar het weidevogelgebied de Surhuizumermieden. Daar reden we via een omweg door het gebied in de richting van het uitkijkplatform …

Als snel spotte Jetske een eerste vogel. Het was een roodborsttapuit, die op een paaltje langs een weiland stond. Het is een vrij kleine zangvogel, waarvan hieronder de vrouwelijke uitvoering te zien is. Hoewel het goed gaat met de roodborsttapuit, die als niet meer bedreigd te boek staat, was dit voor mij een primeur. Tot vrijdag ontbrak de roodborsttapuit nog in mijn archief …

Schoorvoetend naderende schapen

Na het eerste deel van mijn fotokuier nestelde ik me op het bankje bij het middelste vennetje in het Weinterper Skar. Het water lag erbij als een spiegel. Als onderdeel van de poëzieroute die door het gebied loopt, staat er aan de rand van het vennetje een bordje met daarop het gedicht ‘Aan een vijver’ van Rutger Kopland …

Intussen hoorde ik hoe er in de verte cijfers werden opgenoemd. De schapen waren kennelijk samengedreven om te ze kunnen controleren en inventariseren. Toen de hekken enige tijd later werd opengezet, kwam de kleine kudde schoorvoetend dichterbij. Ze vertrouwden me duidelijk niet en verzonnen een list. Door de droge greppel en over de daarachter liggende wal langs de boskant liepen ze zekerheidshalve met een wijde boog om me heen …

Terwijl grijze wolken intussen langzaam weer de overhand kregen in de lucht, begaf ik me op weg terug naar de auto. Bijna op de helft heb ik bij het zuidelijke ven nog even weer halt gehouden om nog even te genieten van het roerloze wateroppervlak. Een kwartiertje later was ik terug bij de auto. Blij toe, want langer had deze kuier ook niet moeten zijn …

‘De Forten’ nu en ooit

Waar tot de jaren 60 nog sprake was van ‘de Forten’ aan het Zuiderend, ligt nu een kleine buurtschap, die van Drachten gescheiden is door de A7. Een klein woudhuisje uit 1928 herinnert nog aan die tijd. Achter het bankje en het informatiepaneel staan nu nog wat bouwgevalletjes, die wat doen denken aan de krotten en hutten waarin mensen hier 100 jaar geleden woonden …

Een stukje verder naar achteren staat een mooie boerderij uit 1949 waar niet meer geboerd wordt. Sierlijke paarden grazen er nu in het weiland …

Vanaf het bankje kijk je uit over een paar weilanden waar Texelse schapen zich tegoed doen aan het malse gras. Eigenlijk is het daar aan het Zuiderend wel een idyllisch plekje. Maar voor hoe lang nog …?

In deze weilanden is een toekomstige woonwijk aan de zuidkant van Drachten geprojecteerd. Als je over een jaar of 10 nog op het bankje aan het Zuiderend kunt zitten, dan kijk je waarschijnlijk tegen een nieuwe woonwijk aan met de naam ‘de Forten’ of zo. Er zullen naar schatting zo’n 3000-4000 woningen, enkele scholen en een winkelcentrum worden gebouwd. En als de door de gemeente Smallingerland zo gewenste Zuiderzeelijn of Lelylijn er komt, dan is de kans groot dat hier ook een spoorlijn en een station aangelegd zullen worden …

Weidelandschap op een muur

De iLark blijft me over tot dusver onbekende paadjes voeren. Nadat in juni vooral fietspaden in het bos- en heidegebied ten zuiden van Drachten het doel waren, ben ik me de laatste tijd meer gaan richten op het gebied direct ten westen van Drachten …

In de auto maakte ik altijd al graag gebruik van plattelandsweggetjes om wat binnendoor te toeren, maar met de iLark hebben binnendoortjes nog weer een laagje extra gekregen op de kaart. Langs elke bocht wacht weer een verrassing …

Zo reed ik vorige week, nadat ik de lakenvelders had gefotografeerd, van Small Ee binnendoor naar Boornbergum. In de Wilgen passeerde ik daarbij deze muurschildering op de zijmuur van een handel in aanhangwagens (Google Maps). Ik heb geen idee wie het gemaakt heeft, maar ik vind het mooi. Zelfs de Friese Ballonfeesten ontbreken niet …