Terugkijkend kan ik niet anders dan zeggen dat vrijdag 5 juni een vreemde dag was. Om te beginnen was het na een fris voorjaar de eerste tropische dag van het jaar. Omdat MS en tropische temperaturen allerminst vrienden zijn, heb ik die dag grotendeels lekker met de airco aan in de auto doorgebracht. De rit voerde me o.a. langs ooievaarsnesten waar vliegoefeningen werden gedaan, Friese paarden in zon en schaduw, een bruidspaar in wit, roze en rood en een machtige mooie trike …
Maar het eerste wat ik die dag voor lens kreeg, was een groepje ganzen die in Nationaal Park De Alde Feanen bij Earnewâld genoeglijk stonden te grazen. In een soort sluipgang schuifelden ze al vretend gestaag door het grasland aan de waterkant …
Regelmatig stak er eentje de kop op om de omgeving eens in ogenschouw te nemen, je weet tenslotte maar nooit wanneer er gevaar dreigt en waar het vandaan komt. Dit groepje ganzen kon gerust zijn die dag, door toevallig op een goede plek te gaan zitten, zijn ze aan de dood ontsnapt …
Een vele malen grotere groep ganzen had op hemelsbreed pakweg 3 km afstand in datzelfde Nationaal Park De Alde Feanen veel minder geluk. In de Jan Durkspolder werden op die vrijdagochtend de eerste grauwe ganzen gevangen en vergast. Drijvers in boten en te voet leidden de vogels naar een vangkraal. Daarna werden de ca 1.000 ganzen vergast met CO2. De provinciale vereniging voor natuurbescherming ‘It Fryske Gea’ – waar ik nota bene (nog) lid van ben – voelt zich gedwongen dit middel in te zetten omdat andere middelen te weinig effect hebben, stelt directeur Henk de Vries.