Tussen voorjaar en winter

Er waren nog wat foto’s blijven liggen van de laatste kuier met mijn fotomaatje. Ik was gebleven bij de jachthaven van Earnewâld. Daar staat aan de andere kant van It Wiid een beeldengroep gemaakt door Hans Jouta in het water. Wie goed kijkt, kan er misschien drie oud-winnaars van schaatsmarathon ‘De 100 van Earnewâld’ in herkennen: Jeen Wester, Hilbert van der Duim en Jos Niesten. Het beeld heeft een plekje gekregen op de plaats van de start en finish van de natuurijsklassieker …

Het is een beeldengroep van cortenstaal, die een drijvend ponton is geplaatst, zodat het ongeacht de waterstand altijd lijkt of er echt een paar mannen aan het schaatsen zijn. Maar eerlijk is eerlijk, in januari 2017 (foto linksonder) leek het net wat realistischer dan in januari 2025 (foto rechtsonder) …

Aan de ander kant van de haven staat het beeld ‘de Fisker’ van David van Kampen. Earnewâld was vroeger voornamelijk een dorp van vissers, schippers, boeren en rietsnijders. Het beeld van de ielfisker herinnert aan de Earnewâldster voorouders. ‘Ielfisker’ is Fries voor palingvisser. Het beeld is gemaakt uit lavasteen en is te vinden aan de noordkant passantenhaven. Het was een wereld van verschil, de visser in januari 2017 (linksonder) en in januari 2025 …

Nadat we uitgekeken waren bij de haven, gingen we op zoek naar een goed plekje om even te lunchen. Daarvoor wees ik Jetske de weg naar de Manjepetswei ten zuiden van Earnewâld. Daar had ik nogmaals een kans om het weerbeeld van januari 2017 en januari 2025 te vergelijken met een paar foto’s van het huis, dat uitkijkt over de Jan Durkspolder in de verte …

Nadat we onze broodjes op hadden, zag Jetske ter plekke een nieuwe kans om een fotoserie te maken. Dat is voor morgen …

Vrouwe Justitia in Oudega

Tijdens een ritje in de omgeving van Earnewâld en Oudega in het najaar van 2024, besloot ik nog even naar het eind van de doodlopende weg de Geasten te rijden. Daar hadden de contouren van een nieuw meer al zichtbaar moeten zijn. Maar meer dan een grote uitvoerderskeet was er nog niet te zien. Wel stond er nog een blauwe reiger aan de slootkant die nog wel even wilde poseren …

Op de terugweg heb ik aan het begin van de Geasten (zie OpenStreetMap) even een tussenstop gemaakt bij twee bankjes en een beeld. In 2011 bestond de Stichting Iepenloftspul Aldegea 65 jaar. Na overleg tussen de stichting en de gemeente Smallingerland ontstond het idee om een herinnering te creëren aan de iepenloftspullen in Oudega. Kunstenaar Anne Woudwijk uit Drachten kwam met het mooie idee om de geschiedenis van De Haersma’s te verbeelden in het kunstwerk ‘Livius – Vrouwe Justitia’

De grietmannen** Van Haersma zaten in allerlei overheidsinstanties en ook financieel ging het ze goed. In 1813/14 stond Hector Livius van Haersma op de vijfde plaats van de top zestig van de meest “begoedigde” inwoners van het Departement “Vriesland”. Het behoorde tot de taak van de grietman om recht te spreken, daarom stond vanaf 1664 het rechthuis ook in Oudega …

Er werd voor deze locatie op de hoek Skeane Wei/De Geasten gekozen, omdat dit bijna op het oorspronkelijke grondgebied van de Van Haersma’s is en vlakbij de locatie waar het iepenloftspul één keer in de 10jaar plaatsvindt. Naast de gemeentelijke bijdrage is er ook vanuit ‘plattelânsprojecten’ een subsidie voor dit kunstwerk is verstrekt …

** Een grietman was in de late middeleeuwen rechter en bestuurder van een grietenij (de huidige gemeente) in de provincie Fryslân.

Schaatsenrijders en ’n wespendief

Anderhalve kilometer ten westen van Dwarsgracht passeerden we het fietspontje van Jonen. We lieten het pontje rechts liggen en koersten hier vandaan in zuidelijke richting over de Walengracht …

Al snel voeren we langs een paar borden die waarschuwden voor de nadering van een zelfbedieningsstuw. Iets verderop vond Jetske een mooi plekje om even voor anker te gaan voor een bakje koffie en een eerste broodje …

Al snel werd ik gedwongen om mijn lunch te onderbreken. Vlak voor de boot zat een grote schaatsenrijder volkomen roerloos zijn eigen spiegelbeeld te bestuderen, zo leek het. Ik had nog maar nauwelijks een foto gemaakt, toen er een tweede schaatsenrijder in beeld verscheen. Toen ik ’s avonds de foto’s op de pc bekeek, zag ik dat de tweede schaatsenrijder de eerste al had besprongen, voordat ik de derde foto kon maken … 🙂

Intussen verschenen er ineens wolken aan de lucht. Enige tijd later werd het zelfs even wat rillerig. “Het zal toch niet gaan regenen …?” vroeg Jetske. “Ik sluit niks uit in deze tijd van klimaatverandering,” antwoordde ik lachend. Het bleef droog, en het werd alleen maar warmer …

Terwijl we onze tocht vervolgden, meende ik na enige tijd een bruine kiekendief te zien vliegen. Hij was ver weg, maar ik probeerde er op goed geluk toch maar wat foto’s van te maken. Nadat ik kort daarvoor al was verrast door de actie van de schaatsenrijders, werd ik ook door deze vogel ’s avonds nog eens verrast. Toen ik Obsidentify erop los liet, beweerde die dat het een wespendief was. Dat vond ik wel mooi nieuws, want daarmee kan ik weer een nieuwe soort aan mijn archief toevoegen …

Langs pas gemaaide hooilanden, die werden afgewisseld met rietlanden en bosschages, voeren we over de Vaartsloot rustig verder in de richting van de Beulakerwijde …

Toen we hier vorig jaar langs kwamen, moesten we de stuw zelf laten zakken om door te kunnen varen. Om de een of andere reden was de installatie deze keer buiten werking …

– wordt vervolgd

Langs ‘de Baggeraar’

We vervolgden onze vaartocht door het dorpje Dwarsgracht voor de gelijknamige gracht. In het fietspad dat langs de gracht loop, liggen verschillende van deze karakteristieke bruggetjes …

Het oudste en het nieuwste huis van Dwarsgracht staan gebroederlijk naast elkaar. Aan de woonboerderij op de linker foto werd vorig jaar de laatste hand gelegd, toen we er langs kwamen. De verhoudingen kloppen niet helemaal, het oude huisje op de rechter foto is een stuk kleiner dan je op deze foto zou zeggen …

Als je door Dwarsgracht vaart, vaar je langs het beeld ‘De Baggeraar’ van kunstenaar Janno Petter, die tot zijn dood aan de Dwarsgracht woonde. Het beeld stelt een veenarbeider met een baggerbeugel voor, een soort net aan een lange stok. Daarmee kon het veen, tot een diepte van twee meter onder water, van de bodem worden getrokken …

Bij verschillende van die mooie huizen in Dwarsgracht stond een of ander zitje langs de gracht. Wat een voorrecht om daar op mooie zomeravonden lekker aan de waterkant te kunnen zitten …

Aan het eind de bebouwing lieten we Dwarsgracht achter ons, te midden van rietkragen en hooilanden koersten we in westelijke richting naar Jonen …

– wordt vervolgd

Daar bij die baggeraar

Bijna aan de zuidkant van het dorp naderen we een lange voetgangersbrug over de Dwarsgracht. Vlak vóór die brug nemen wij een afslag naar rechts om in westelijke richting over de Cornelisgracht richting Jonen te varen …

Terwijl aan bakboord voor de tweede keer die dag een kano passeert, zien we op de rechteroever een bronzen beeld staan. ‘De Baggeraar’ (Google Maps) is gemaakt door beeldend kunstenaar Janno Petter, die tot zijn dood aan de Dwarsgracht woonde …

Het beeld stelt een veenarbeider met een baggerbeugel voor, een soort net aan een lange stok. Daarmee kon het veen, tot een diepte van twee meter onder water, van de bodem worden getrokken. Het natte veen werd op stroken land (de z,g, legakkers of ribben) gelegd om in te dikken. Tussendoor werd het natte veen een aantal keer aangestampt en na een week werd het tot turven gesneden. Die turven moesten weken drogen, totdat ze in luchtige ronde hopen konden worden gestapeld om verder te drogen …

Het moet loodzwaar werk geweest zijn, je ziet aan de baggeraar hoeveel kracht er nodig is om die natte veenbagger boven water te krijgen. En dan te bedenken dat mijn eerst bekende voorouder uit deze regionen afkomstig was. De familie is hier vandaan met de vervening meegetrokken en vervolgens in Fryslân terecht gekomen, vermoed ik. Een veenbaas zal die eerst bekende voorouder vast niet geweest zijn …

Nadat we Dwarsgracht achter ons hadden gelaten, zagen we op de linkeroever een zwanenpaar met een jong in het lange gras staan. Het zouden niet de laatste zwanen van de dag zijn. Voor ons was het tijd om een stukje verderop even voor anker te gaan en koffie te drinken …

Ode aan een schaatser

We blijven nog even in winterse sferen. Toen het anderhalve week geleden nog wat winterde, hebben Jetske en ik samen een ritje door de Weerribben gemaakt. Nee, niet op de schaats maar veilig en behaaglijk in de auto. Hoewel het ijs na enkele nachten met lichte tot matige vorst nog niet overal betrouwbaar kon zijn, zagen we tot onze verbazing die dag ook op diepere vaarten en sloten veel mensen het ijs op gaan, ook met kleine kinderen. Afijn, daar ga ik het hier niet over hebben, want dat verhaal is door mijn fotomaatje in woord en beeld mooi beschreven in haar logje ‘De verloren schaatsen’


Voordat we aan de kant van het ijs getuige waren van dergelijke gekkigheid, bracht Jetske ons naar het beeld ‘De schaatser’ bij Sint Jansklooster (Google Maps). Dit is een beeld van de winnaar van de Elfstedentochten van 1985 en ’86: Evert van Benthem, die op een steenworp afstand van het beeld geboren is in Sint Jansklooster. Het kunstwerk is in opdracht van Dorpsbelang gemaakt door dorpsbewoner en hout- en metaalkunstenaar Albert Weijs en op 22 april 2022 onthuld door Evert van Benthem zelf …


“Een kunstwerk van Evert van Benthem maken is natuurlijk het beeld van een schaatser voor ogen hebben, maar het liefst wel met een extra dimensie,” zo vertelt de kunstenaar zelf op een infobord op de achterkant van de sokkel …

Zeg je Evert van Benthem, dan zeg je Elfstedentocht. Zeg je Elfstedentocht, dan denk je aan een van oudsher historisch schaatsspektakel, waar vele schaatsers van droomden en nog steeds van dromen om er ooit aan mee te kunnen doen. Waar veel schaatsers zijn, daar zijn nog meer schaatsen. Een historische tocht betekent oude schaatsen, Friese doorlopers, houtjes. Het beeld van Van Benthem is daarom gemaakt van oude Friese doorlopers


Hij staat er in de pose van de schaatser die in 1986 kracht zette om weg te rijden van zijn tegenstander Rein Jonker, om daarna ruimschoots als eerste over de eindstreep op de Bonkevaart te komen. Kijk je naar Evert van Benthem zijn rechterschaats, dan zie je dat er een stukje mist uit het schaatsijzer. Dit is een knipoog naar de Elfstedentocht van 1985. Na zijn overwinning bleek dat hij met een kapotte schaats had gereden. Nummer 13 staat dus niet altijd voor kommer en kwel …

Een kuier door Jorwert

We zetten onze rit voort en kwamen na ons bezoek aan Boazum al snel aan in Jorwert, Jorwerd in het Nederlands (Google Maps). “Het eerste het beste parkeerplekje in het centrum van het dorp is voor ons,” besloot Jetske. En zo was het ook, scheef tegenover ‘het Wapen van Baarderadeel’ zette ze de auto aan de kant …


Jorwert ligt in het hart van het vroegst bewoonde terpengebied van Fryslân. Het is één van de kenmerkende terpdorpjes die vaak met hulp van monniken gebouwd werden langs de Middelzee, die Fryslân tot de 16e eeuw in tweeën spleet. Jorwert zelf lag op veilige afstand van de veranderlijke kuststrook en raakte in verval toen de Middelzee werd ingepolderd. Dat is tegenwoordig niet meer aan het dorp af te zien …

We passeren ‘het Wapen van Baarderadeel’ met daarvoor het beeld ‘de Foardrager’ van kunstenares Hanneke Roelofsen. Het beeld legt een verbinding met het al 50 jaar bestaande ‘Iepenloftspul Jorwert’. Ik kom hier later nog op terug.

De Foardrager vertelt van poëzie, van al die verhalen die wij in ons dragen. Onder zijn voeten, op de sokkel, staan regels uit gedichten, speciaal gemaakt voor die gelegenheid. Door Jorwerters van de jongste tot de oudste, gekrast in tabletten natte klei. Geglazuurd en gebakken bij Tichelaar. Als verbinding, over al die tegels lees je regels uit Slauerhof, uit Shakespeare, uit scripten van 50 jaar Iepenloft. Regels, speciaal in het Fries, voorgedragen in de Notaristún …’

We vervolgen onze weg en komen langs een fraai optrekje met in de tuin een grote oude boom die last van zijn voet lijkt te hebben …

En dan zijn we uitgekomen bij de op een terp gebouwde, uit de 12e eeuw daterende Sint-Radboudkerk of Redbadtsjerke


  • wordt vervolgd