Vogelvaria

Nadat ik onlangs het filmpje over de ijsvogels had gemaakt, bedacht ik me dat ik in 2022 nog meer video-opnamen van vogels had gemaakt. Dat leidde ertoe, dat ik afgelopen weekend een filmpje over wat vogelvaria heb gemonteerd.

‘Vogelvaria 2022’ is een videografisch overzicht van vogels die ik in 2022 voor de lens heb gehad. Met achtereenvolgens smienten, merels, een koolmees, klepperende ooievaars, parende ijsvogels, een nijlgans met een kuiken, een jonge lepelaar die de kolonie ontvlucht, twee juveniele kiekendieven in de bomen en in het water, een paar foeragerende witgatjes, badderende mussen, een onbekende eend, pootjebadende kieviten, gakkende grauwe ganzen, een meeuw en een blauwe reiger bij een karkas in de polder …

Leppelbekken by Jan Durks

Oftewel, lepelaars in de Jan Durkspolder …

Half mei zag ik er nog maar een enkele lepelaar rond stappen, maar vorige week had de volledige kolonie zich intussen aan de westkant recht tegenover de grote vogelkijkhut gevestigd …

Ook een stuk verderop zag ik nog wat lepelaars in de bomen zitten. Al met al zijn het er ca. 50, schat ik. Daarmee is de kolonie naar mijn idee aardig gegroeid. En de vogels zijn in ieder geval beter zichtbaar dan toen ze helemaal aan de zuidwestelijke hoek van de plas zaten …

Er waren ook opvallend veel lepelaars die een vluchtje maken. De eerste vloog in de richting van Earnewâld, maar de tweede vloog om de hut heen. Aan de oostkant streek hij neer achter de vele gele lissen om daar te foerageren …

Dat is hoopgevend, want het zou mooi zijn om daar weer eens wat vaker en dichterbij lepelaars door het water te zien waden. Ik kijk er al naar uit om weer eens zo’n lucky shot te kunnen maken als in mei 2019. Maar ja, je weet hoe het met lucky shots gaat, die worden maar zelden herhaald …

De eerste lepelaar

Hij zat nog vrij ver weg, maar met wat zoom kon ik hem toch aardig in beeld vangen …

Gisteren zag ik de eerste lepelaar van 2022 in de Jan Durkspolder …

Het was ook zo ongeveer de enge bezienswaardigheid gisteren …

Last resorts: de Jan Durkspolder

Ik was onderweg naar de Jan Durkspolder, toen ik onderweg weer eens werd opgehouden door een paar reeën. Dat overkomt me de laatste tijd weer vrij vaak op verschillende plaatsen langs deze route. Maar voor alle duidelijkheid: ik heb het nog nooit als lastig ervaren. Integendeel, prettiger oponthoud is nauwelijks denkbaar …

Eenmaal op het laatste deel van de doodlopende Westersânning is aan de linkerkant van de weg de grote vogelkijkhut van de Jan Durkspolder te zien. Hij staat aan het eind van een smalle, ca. 100 m lange landtong te midden, omringd door water …

Waar de weg overgaat in een onverhard pad laat ik de auto achter. Na een klein stukje lopen over het pad genaamd de Geau, sla ik aan het eind van de schaduwen over het pad linksaf …

Een ongeveer 100 m lang paadje slingert omgeven door knotwilgen in de richting van de kijkhut. Ergens halverwege heb ik de foto met de springbalsemien gemaakt, die hier onlangs voorbij kwam onder de titel ‘Last Resorts (2)’. Voorbij de bocht in het pad voert een houten plankier naar de vogelkijkhut …

Vanuit de hut heb je door een groot aantal kijkluikjes rondom uitzicht over de watervlakte. Dit jaar viel het aantal mooie observaties vanuit die hut wat tegen. Dat is in voorgaande jaren wel eens beter geweest, maar desalniettemin is deze vogelkijkhut mijn 2e last resort, omdat ik er na 150 m lopen altijd een droge zitplek heb …

Ditmaal viel de oogst niet tegen. In de verte, eigenlijk net wat te ver voor mijn camera, zat een flinke roofvogel in het topje van een boom. Ik ben geneigd te zeggen dat het een grauwe kiekendief is, maar het kan ook een buizerd zijn …

Ik stond net op het punt om de terugtocht te aanvaarden, toen er aan de westkant van de hut voor het eerst dit jaar een lepelaar dichtbij de hut verscheen. Erg lang liet hij zich niet zien, maar mijn dag was alweer goed …

Tot zover mijn tweede last resort.

De leppelbek is wer op syn stek

Oftewel: de lepelaar is terug op zijn plek …

Vorige week vrijdag heb ik even een ritje gemaakt naar de Jan Durkspolder. Een kuiertje naar de grote vogelkijkhut werd beloond met een aantal foto’s van de eerste twee lepelaars die terug zijn op hun zomerresidentie …

Met opwaaiende kuiven werd het verendek uitgebreid gepoetst. Een van de twee was zo slim om daarbij gebruik te maken van zijn of haar eigen windscherm …

Hoe en wat 2019 – 5

Wij waren er begin mei een weekje tussenuit. Op zich best lekker, maar in weerkundig opzicht hadden we het wel beter kunnen treffen. De maximumtemperaturen schommelden in die week rond de 11-12 graden met een positieve uitschieter van 13,1 ºC op 2 mei. Slechts één zonsondergang was het bekijken en fotograferen waard …

Het bleef de hele maand aan de frisse kant, zo af en toe komt dat ook nog voor in tijden van klimaatopwarming. De maximumtemperatuur reikte in mei niet verder dan 21,6 ºC. Dat was de warmste van maar 4 warme dagen, dat zijn dagen met een maximumtemperatuur boven de 20 graden. De gemiddelde temperatuur kwam uit op 11,8 ºC, en dat is precies gelijk aan het gemiddelde temperatuur van mei in de periode 1971-2000. Met maar 14 mm neerslag was mei een droge maand …

De vogels trokken zich van de weersomstandigheden niks aan. Het werd gezellig in onze tuin. De koolmezen kregen het steeds drukker naar mate hun jongen groeiden, ze vlogen voortdurend af en aan. hoog in de hazelaar begon ‘ons vaste koppeltje’ houtduiven avances te maken en een nest te bouwen.

Mijn fotomaatje wist me op een met 16 graden allerminst warme dag weer eens mee te tronen naar de Jan Durkspolder. Daar hadden zowel een lepelaar als ik een mazzeltje: hij een lekker hapje, ik een mooie foto …

Lepelaar met ’n mooie vangst

Woensdagmiddag heb ik samen met mijn fotomaatje enige tijd in de grote vogelkijkhut in de Jan Durkspolder gezeten. Het was er rustig. We deelden de hut met een in- en uitvliegende boerenzwaluw, die er een nestje had. Rond de hut waren in eerste instantie alleen wat eenden te zien, totdat er na enige tijd een lepelaar op het toneel verscheen …

Rustig rondstappend begon hij met zijn grote lepel over de bodem schrapend te foerageren. Het duurde niet lang, voordat hij zijn stap versnelde en zijn kop in hoger tempo van links naar rechts happend over de bodem draaide …

We wisten even niet wat we zagen. De lepelaar maakte er een prachtige show van. Al snel draafde hij min of meer dansend door het water. En niet alleen dat, met ferme vleugelslag zijn evenwicht bewarend, zocht hij ook de diepte op …

In fotografisch opzicht kwam het hoogtepunt voor mij net even later, toen de leppelbek weer ‘op normale wijze’ foeragerend voortschreed. Maar eerlijk is eerlijk: hoe mooi de vangst was, zag ik pas toen ik de beelden later op de middag op de pc bekeek. 🙂
Ik heb er maar weer een diashowtje van gemaakt …

Deze slideshow vereist JavaScript.