Schoorvoetend naderende schapen

Na het eerste deel van mijn fotokuier nestelde ik me op het bankje bij het middelste vennetje in het Weinterper Skar. Het water lag erbij als een spiegel. Als onderdeel van de poëzieroute die door het gebied loopt, staat er aan de rand van het vennetje een bordje met daarop het gedicht ‘Aan een vijver’ van Rutger Kopland …

Intussen hoorde ik hoe er in de verte cijfers werden opgenoemd. De schapen waren kennelijk samengedreven om te ze kunnen controleren en inventariseren. Toen de hekken enige tijd later werd opengezet, kwam de kleine kudde schoorvoetend dichterbij. Ze vertrouwden me duidelijk niet en verzonnen een list. Door de droge greppel en over de daarachter liggende wal langs de boskant liepen ze zekerheidshalve met een wijde boog om me heen …

Terwijl grijze wolken intussen langzaam weer de overhand kregen in de lucht, begaf ik me op weg terug naar de auto. Bijna op de helft heb ik bij het zuidelijke ven nog even weer halt gehouden om nog even te genieten van het roerloze wateroppervlak. Een kwartiertje later was ik terug bij de auto. Blij toe, want langer had deze kuier ook niet moeten zijn …

Vreemd volk in it Skar

Aan het eind van het eerste, wel erg korte flitswintertje, neem ik jullie weer mee naar vorige week dinsdag. Het leek een mooie, licht bewolkte dag te worden. Na de koffie ben ik op pad gegaan en heb ik gewapend met mijn trekkingstokken voor het eerst sinds langere tijd weer eens een fotokuier gemaakt aan de zuidkant van het Weinterper Skar (Google Maps). Al terwijl ik over het fietspad liep, zag ik vreemd volk door het woeste heideland aan de kant van de N381 lopen …

Terwijl ik even later het fietspad verliet om over het zandpad het gebied in te lopen, verdwenen ze in het bosje iets verderop in het Weinterper Skar in. Halverwege het meest zuidelijke ven klom ik even over de wal tussen pad en ven om even aan de waterkant te kijken. Het wateroppervlak lag er als een spiegel bij.

Er stond water genoeg, ook verderop in het heideland links van het pad was het erg nat. Aan de rechterkant van het pad trof ik nog een spannende scène aan. Nadat ik daar met een wijde boog omheen was gelopen, kreeg ik het bankje tussen de twee vennetjes in zicht. Daarmee had ik mijn doel voor die dag bereikt. Daar begon het me ook te dagen wat voor volk er door het land struinde. Maar dat is voor later …

Ringslangen – de apotheose

Nog een laatste blik over het idyllisch gelegen ven op de Delleboersterheide en nog even wat wegdromen bij de weerspiegelingen, dan is het tijd om tot een afronding van dit ringslangenavontuur te komen …


Ik sluit de serie van deze prachtige ochtend af met nog eens 5 foto’s van voorbij zwemmende ringslangen. Ik was met alleen de eerste ringslang ook tevreden geweest, maar er leek die dag geen eind aan te komen. Ze bleven maar voor de vlonder langs zwemmen. Jetske had de eerste keer dat ze er was veel minder zwemmers gezien, dus we konden deze ochtend met een uiterst tevreden gevoel afsluiten …

Op de wandeling van een kleine 350 m terug naar de parkeerplaats was ik wel blij dat ik Jetske op de vlonder had getroffen. De afstand was niet groter dan op de heenweg, maar de stappen wogen toch weer een stukje zwaarder. Samen lopen maakt het dan net weer een stukje lichter. Het is me daar overigens prima bevallen, dat moge duidelijk zijn. Als het even kan, wil ik er op een goeie dag nog eens naar toe proberen te gaan, dan om wat videoshots te maken van de zwemmende ringslangen …

Een hagedis en wat stukjes ringslang

Na de passage van de tweede ringslang was het tijd om wat aandacht te schenken aan de inwendige mens. Een stukje koek ging er goed in daar aan die spiegelgladde waterkant …


Intussen was er een levendbarende hagedis het vlonderpad opgekropen. Hij had kennelijk een fijn warm plekje gevonden, want hij liet zich door geen enkele passerende fotograaf verjagen …

Terwijl ik me bezig hield met de hagedis, Jetske speurde het lange gras naast het plateau af. Daar had ze de vorige keer zowel zonnende als parende ringslangen gezien …


Onder het motto ‘goed voorbeeld, doet goed volgen’ liet ik mijn blik ook verschillende keren over en tussen het lange gras dwalen. Voor mij waren er geen parende ringslangen weggelegd, ik kon er kop noch staart aan ontdekken. Maar je kunt zo wel mooi zien dat ze verschillende kleuren hebben …

wordt vervolgd

Mijn eerste ringslang

De ringslangen lieten het tijdens het eerste halfuur dat we op de vlonder zaten vooralsnog afweten. Daarom besloten we beurtelings eens te kijken of er verder nog wat te zien was …


Op een paar plekjes langs de vlonder zaten kikkers, Mooie kikkers met verschillende tinten groen, ik heb geen verstand van kikkers, maar het zouden poelkikkers kunnen zijn …

Nadat ik – om zo weinig mogelijk te kraken – voorzichtig mijn rondje over de vlonder had gemaakt om de bovenstaande kikkers te fotograferen, keerde ik terug naar de dromerigheid van de waterkant …


En plotseling was hij daar. Ik hoorde Jetske nog min of meer fluisterend roepen: “Jan … ringslang …,” maar op dat moment had ik mijn eerste foto al gemaakt …


Terwijl hij van rechts naar links vlak voor ons langs zwom, kon ik hem volgen tot hij aan de andere kant van de vlonder tussen de oeverbegroeiing verdween. Met een high five vierden we mijn eerste ringslang

– wordt vervolgd

Dodaars op de Catspoele

Nadat ik me een tijdlang had vermaakt met de schaatsenrijders vlak voor de vlonder, liet ik mijn blik langs de oever van het ven glijden …


Na enige tijd kreeg ik een vogel in beeld, zodra ik hem dichterbij had gehaal met behulp van de zoomlens, was duidelijk dat het om een dodaars ging. De dodaars is een kleine, schuwe watervogel, ’t is onze kleinste futensoort. …


En hij was niet alleen. Al snel verscheen er een tweede dodaars in beeld die met razende vaart in de richting van nummer één zwom. Die razende vaart was maar tijdelijk, want al snel dobberden ze heel bedaard samen op ’t ven …

En zo snel als ze verschenen, waren ze even later ook weer verdwenen. Je beleeft wat op zo’n vlonder bij een idyllisch gelegen ven …

– wordt vervolgd

Bij de Catspoele

Vissen doe ik niet, maar ik heb op dit soort dagen graag mijn visserskrukje bij me. Dat krukje klapte ik meteen na onze begroeting open, want na deze wandeling konden mijn onderdanen wel weer even wat rust gebruikten …

Terwijl we wat bijpraatten nam ik het omringende landschap op, het ven was rondom omgeven door bomen en lag er vrijwel spiegelglad bij …

We richtten de blik op het wateroppervlak, want daar zouden we ringslangen voorbij zien komen, vertelde Jetske. Bijna hypnotiserend bracht een zuchtje wind het water af en toe lichtjes in beweging …

Maar dat was niet de enige beweging die er te zien was. Een handvol grote schaatsenrijders flitste vlak voor de vlonder over het water heen en weer. Een aantal momenten van stilstand heb ik benut om wat foto’s te maken …

– wordt vervolgd