Bij het Tripgemaal

Precies 100 jaar na de ingebruikname van het eerste stoomgemaal in Nederland werd aan de Hooivaartsweg in Gersloot Polder de eerste steen gelegd voor het Tripgemaal in 1876 door veenbaas Wopke Jans Dragstra. Het gemaal verving er alle negen bestaande windmolens, zodat drooglegging niet meer uitsluitend van de wind afhankelijk zou zijn. Het gemaal dankt zijn naam aan de familie Trip. Zij vormden drie opeenvolgende generaties lang de machinisten van het gemaal …

Het Tripgemaal groeide mee met de technische ontwikkelingen. Van stoom naar gas, van gas naar olie en van olie naar elektriciteit. Honderd jaar na zijn ingebruikname, in 1976, werd het gemaal overbodig. Een nieuw gemaal nam het drooghouden van de polder over. Als iconisch gebouw blijft het Tripgemaal de aandacht trekken. De link die het gebouw heeft met de sociale geschiedenis, de industriële ontwikkeling van de afgelopen anderhalve eeuw, het landschap en de natuur spreken nog steeds tot de verbeelding …

Het afgegraven veengebied is deels landbouwgrond geworden, maar voor een groot deel is het nu natuurgebied De Deelen, met water, moeras en smalle graslanden. Een waterrijk natuurgebied dat ruimte biedt aan diverse Rode Lijstsoorten. Ook het Tripgemaal heeft intussen een andere functie gekregen. Ik heb het Tripgemaal alleen jarenlang gekend als galerie met woonhuis. Liefhebbers van Friese kunst en cultuur konden er genieten van verschillende exposities …

Het Tripgemaal heeft onlangs nieuwe eigenaren gekregen. Tjibbe Hooghiemstra en Hiltje van der Wal. Zij hebben van het gebouw weer iets moois gemaakt, het zit weer strak in de lak en ook van binnen lijkt het er goed uit te zien. De nieuwe eigenaren stellen het Tripgemaal tegenwoordig beschikbaar als podium voor mooie initiatieven op het gebied van kunst en cultuur, voedsel, burgerinitiatieven, landschaps- en natuurontwikkeling: Het Tripgemaal

– wordt vervolgd

Bramen en varens

Vrijdagochtend heb ik een korte fotokuier gemaakt in de Deelen …

Veel valt er niet over te vertellen, daarom laat ik het vandaag even bij deze bramen en varens …

Het rondje voltooid

Ik pak de draad van het verhaal nog een keer op bij de wirwar van wortels en mossen naast het vlonderpad dat door een moerasachtig deel van De Deelen voert. Mossen zijn een belangrijke schakel in ecosystemen: ze produceren zuurstof, beschermen tegen erosie, scheppen een gunstig microklimaat voor het ontkiemen van allerlei soorten zaden en vruchten en bieden leefruimten aan vele kleine insecten …


Ook de mens heeft in de loop der jaren veel gebruik gemaakt van mossen voor o.a. brandstof, vloerbedekking, matrasvullingen, isolatiemateriaal en tegenwoordig ook de bloemsierkunst. Van dichtbij bekeken zijn het vaak verrassend mooie plantjes, maar ik kon er hier niet dicht genoeg bij komen voor een paar mooie macrofoto’s …

Nog even over het laatste deel van het vlonderpad en een stukje door het struikgewas, daarna kwam ik weer uit op de parkeerplaats. Maar dan wel aan de andere kant van de parkeerplaats. Bij Staatsbosbeheer gaat men er kennelijk van uit dat alle wandelaars aan deze kant beginnen. Hier staat namelijk een informatiebordje over het drijvende vlonderpad en over ‘de wonderlijke wereld van mos’. Als ik het had geweten, was ik aan deze kant begonnen …

Het was in ieder geval een prima ervaring en een aangenaam weerzien met De Deelen. Onderweg naar de auto aan de andere kant van de parkeerplaats hield ik nog even halt bij het tweede petgat. In de verte ligt het drijvende vlonderpad …

Ik sluit af met een dromerige weerspiegeling van het bruggetje drijvende vlonderpad en de bomen aan het eind van het petgat. Ik denk, dat ik hier in de loop van het jaar nog wel een paar keer een kuier zal maken …

Mossen en varens

Nadat ik het bruggetje achter me had gelaten, had ik weer enige tijd vaste grond onder mijn voeten, zoals dat bij de meeste paden gebruikelijk is. Al snel werd het het pad echter vervangen door een vlonderpad dat er al jaren ligt …


Dat is op zich geen probleem, maar echt breed is dat vlonderpad niet. Ik loop dan wel een stuk stabieler dan een halfjaar geleden, maar op een pad van drie planken breed voel ik me toch niet echt op mijn gemak. En dat werd er niet beter op, toen ik halverwege het eerste deel van het pad, (foto linksonder) achter me meerdere keren het langgerekte ‘kieuwww … kieuwww’ van de buizerd hoorde. Ik bleef even staan en draaide me voorzichtig om. Er cirkelden twee buizerds boven me. Vlak voordat ik er een foto van kon maken, naderde er vanaf de andere kant een wandelaar. “Moai no …,” zei hij. Gelukkig kon ik me vasthouden aan een berkje langs het pad, terwijl we langs elkaar schuifelden …

Het vlonderpad, dat uit meerdere delen bestaat, voert door een moerasachtig deel van het gebied. Het is een plek waar vooral varens en diverse mossen het goed doen …

De wortels van struikgewas dat gewend is het de voeten in het water te staan vormen in drogere tijden mooie plekjes waar mossen zich kunnen vestigen …

Ik sluit dit deel vandaag af met een klein natuurlijk stilleven. Morgen bereiken we het eindpunt …


wordt vervolgd

Een drijvend bruggetje

Aan het eind van het pad langs het eerste petgat gekomen, kon ik maar één kant op: linksaf over het korte bruggetje naar het tweede petgat …


Daar kon ik kiezen uit twee mogelijkheden. Ik kon meteen linksaf slaan en dan langs het tweede petgat terug naar de parkeerplaats lopen. Dat was de kortste en makkelijkste route. De tweede keuze was om het tweede petgat over te steken over het nieuwe bruggetje …

Ik koos voor de derde optie: eerst maar even lekker zitten op het bankje, dat ’s zomers lekker in de schaduw staat en nu in half zon, half schaduw. Daar vandaan kon ik mooi een blik werpen op het nieuwe bruggetje. Het mag volgens Staatsbosbeheer overigens niet meer de naam bruggetje hebben, het wordt nu een drijvend vlonderpad genoemd …

Hoe dan ook, er was weer een mogelijkheid om het petgat over te steken en daar moest ik dan maar gebruik van maken. Zacht wiebelend liep ik, kleine golfjes veroorzakend, naar de overkant. Halverwege heb ik nog even halt gehouden om een paar foto’s te maken …

Wiebelend en wel kwam ik aan de overkant, dat kon ook weer afgevinkt worden. Dan nu via het bekende pad terug naar af. Dat was ook nog wel even een uitdaging …


– wordt vervolgd

Terug in De Deelen

Vorige week woensdag was het een stralende dag in Fryslân. Ik besloot onder een strakblauwe hemel een fotokuier te maken in De Deelen. Sinds ik in januari 2019 ontdekte dat het bruggetje over het tweede petgat in onbruik was geraakt, had ik daar geen echte kuier meer gemaakt. Deze dag had ik er zin in om het weer eens te wagen. En ik was niet alleen, ik werd vergezeld door de lange donkere man …


Terwijl ik langs het eerste petgat aan de wandeling begon, zag ik in de verte een grote zilverreiger op het paadje staan. Op de foto linksonder is hij slechts als een klein wit stipje te zien, op zo’n moment komt de sterke zoomlens weer goed van pas …

Het duurde niet lang voordat de zilverreiger mij ook zag. Hij liet me niet veel dichterbij komen en zocht al snel zijn heil aan de andere kant van het petgat. Daar ging hij op een grote pol zitten …

Op dat moment passeerden toevallig ook de heer en mevrouw grote zaagbek. Hij zwom voorop, maar zij maakte beter gebruik van het licht om netjes op de foto te komen …

Ik naderde intussen het eind van het pad langs het eerste petgat. Daar kreeg ik zicht op het bruggetje aan de andere kant van het Alddeel (Google Maps). Dat zou voorlopig nog wel buiten mijn bereik blijven. Maar dat maakt niet uit, ik was al lang blij dat ik dit punt na jaren weer had gehaald …


wordt vervolgd