As ynsekten gûnzje en flinters fladderje …
Wanneer insecten zoemen en vlinders fladderen …


As ynsekten gûnzje en flinters fladderje …
Wanneer insecten zoemen en vlinders fladderen …


Nadat ik afgelopen week in de herstelmodus heb gestaan na het bezoek aan de haven van Lauwersoog en nog een paar fotolocaties met mijn fotomaatje, heb ik gistermiddag weer een lekker ritje gemaakt op de iLark.
Met o.a. langs de weg een mooie pluktuin met prachtige bloemen en rond het bankje waar ik stopte een keur aan vlinders en hommels, was het een mooi ritje. Toen de koeien de schaduw opzochten, werd het voor mij tijd om op huis aan te gaan …





Nadat ik enige tijd lekker op het bankje in het Weinterper Skar had gezeten, scharrelde ik langzaam terug naar de parkeerplaats, terwijl ik hier en daar nog wat foto’s maakte. Behalve de brede orchis en de echte koekoeksbloem heb ik ook nog een exemplaar van de grote ratelaar kunnen kieken …

Op het pad naar de parkeerplaats was een kleine kikker onderweg van het bos naar het water. Nadat ik ook die had vereeuwigd, heb ik even de stap erin gezet, want mijn onderdanen begonnen intussen voorzichtig protest aan te kondigen …





Korte tijd later reed ik onderweg naar huis langs een weiland waar een tiental ooievaars aan het foerageren was. De meesten liepen vrij ver weg, maar er scharrelden ook een paar ooievaars dicht achter het struikgewas langs de weg. Morgen nog wat foto’s van dit tweetal …

Begin deze week toonde de blauwe ris op het terras zijn eerste bloem …

Dinsdagmiddag ben ik er eens lekker voor gaan zitten, en dat werd kennelijk gewaardeerd door een bezoekende aardhommel die wel even op de foto wilde …



Na een grijze en donkere winterperiode brak het voorjaar in maart aan met volop zon. Het mooie weer wist me na enige tijd zelfs te verleiden tot een kuier in het Weinterper Skar …

Zoals de laatste jaren gebruikelijk is geworden, heb ik in het voorjaar ook weer een paar maal een ritje naar het kijkplatform in de Surhuizumermieden gemaakt. Dit is momenteel toch wel een van de beste plekken in de buurt om grutto’s te spotten, en dat lukte ook in 2022 meteen weer. Ook een graspieper wilde wel even poseren. In de tuin trof ik op een koude ochtend een zieltogende hommel aan. Met suikerwater was hij niet meer te redden, het arme beest had ook mijten …



Met fotomaatje Jetske ging ik tegen het eind van de maand naar ‘de Lokkerij’ (Google Maps), een ooievaarsstation in een beboste omgeving. Die dag liep ik ook voor het eerst flink tegen mijn grens aan, omdat mijn benen me nog maar nauwelijks konden dragen op weg terug naar de auto. Onderweg naar huis werd ons pad later op de dag gekruist door een overstekende trein. Dat is voor mij altijd een hoogtepuntje, want in een straal van 25 km rond mijn woonplaats Drachten rijdt nog steeds geen trein …



Maart was een uiterst zonnige maand. Ik telde 16 dagen zon, op 7 dagen was het licht bewolkt en op 8 dagen was het bewolkt of overwegend bewolkt. Volgens het KNMI was maart met gemiddeld over het land 250 uren recordzonnig. Met zoveel zon en veelal een zuidelijke stroming kon het niet missen of de gemiddelde temperatuur moest ook in maart weer hoog eindigen: 7,9°C in onze tuin (normaal ca. 5,0°C over de periode 1971-2000). Behalve zonnig was maart met welgeteld 9 mm ook bijna recorddroog. Bijna, want de laatste dag van de maand had nog een verrassing in petto: ’s avonds viel er ca. 3 cm sneeuw …


Nadat ik mijn poriën gisterochtend vroeg om te beginnen eens lekker had gekieteld met een flink warme douche ben ik de (voorlopig) warmste dag van het jaar goed doorgekomen. Na de douche heb ik een tijdlang lekker koffie zitten drinken op het terras. Een hommel bezocht daarbij de intussen volop bloeiende kogeldistel …

Tegen de tijd dat ik op het punt stond om naar binnen te gaan, omdat het stilaan flink warm werd op het terras, streek er een jonge pimpelmees op een van de roestige lisdoddes neer …

Al snel vloog hij naar het grote houten vogelbad. Daar zat hij eerst een tijdlang om zich heen te kijken, terwijl hij zich af en toe even voorover boog om een slokje water te nemen. Uiteindelijk kon hij de aantrekkingskracht van het water niet weerstaan …



Tussendoor ging er een dagpauwoog op een paar bladeren van de lampionplant zitten. Hoe lang ik ook wachtte, hij verpofte het om zijn vleugels even te openen …

Een koolwitje wilde dat even later ook niet doen, maar daar stond tegenover dat hij zich wel even mooi in het tegenlicht wilde laten portretteren …

Aan het eind van deze eerste tropische dag heb ik me voor het eerst met op elke trapleuning een hand omhoog moeten trekken, omdat mijn onderdanen volkomen krachteloos waren. Voeg daarbij dat de luchtvochtigheid een stuk hoger is dan gisteren, dan belooft dat weinig goeds voor vandaag, want op dit moment is hel al twee graden warmer dan gisteren rond dit tijdstip. Ik had gehoopt vandaag even een ritje naar de ijsvogels te kunnen maken, maar ze moeten nog maar even wachten. Ik heb tenslotte de afgelopen maanden al zo vaak en lang op hen zitten wachten …

Als jullie me vandaag zoeken: ik zit vanochtend vooral in mijn computerhoekje en vanmiddag lig ik languit voor de Tour de France. Ik wens jullie een mooie dag, en je weet het: hou ’t hoofd koel.
Toen ik vorige week dinsdagochtend de schuttingdeur opende, zag ik een zieltogende hommel op de grond liggen. Kennelijk had het beestje daar beschutting gezocht tegen kou en een klein nachtelijk buitje. Toen ik er even zachtjes tegenaan tikte, kwam er wat leven in, maar veel was het niet …

Ik besloot hem voorzichtig mee te nemen de tuin in. Eerst zette ik hem even op een van de terrastafeltjes. Korte tijd later verplaatste ik hem naar een schoteltje met wat suikerwater …

Dat leek hem wel goed te doen, want toen ik enige tijd later weer even bij hem keek, zag ik dat hij voorzichtig in het schoteltje rond scharrelde. Maar ik zag ook wat anders. De hommel had lifters bij zich … mijten …

Hommels zitten soms onder de parasieten en de meeste daarvan zijn mijten. Deze hommel had tenminste 4 of vijf mijten op zich zitten. Er zijn talloze soorten mijten, die nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. Mijten eten behalve dode dieren vooral ook planten of rottende stoffen. Het zijn in feite opruimers …





Wat voor kostgangers deze hommel precies bij zich had, zal wel altijd onduidelijk blijven. Feit is wel dat de hommel de volgende dag dood naast het schoteltje lag …
