Van de vele uitstulpingen van de oude beuken heb ik gisteren al het een en ander laten zien, vandaag nemen we even een kijkje in de enorme holte van een van de bomen …
Aan de buitenkant is zo ongeveer elke vierkante centimeter van die bomen interessant, maar aan de binnenkant van deze boom is dat niet veel anders. Het zal op termijn wel tot de dood van de oude beuk leiden, maar op dit moment is het echt een feest van vormen, kleuren, structuren en vraatsporen in de holte van die boom …
Tijd om onze weg weer te vervolgen. Als je vanaf dit punt de Beakendyk in noordwestelijke volgt, kom je na ongeveer 1 km uit bij ‘de dansende bomen‘ (Google Maps). Maar dat was nu niet het plan, het was tijd om terug te gaan naar de Romeinse Sterrenschans om ter plekke de geschiedenis daarvan uit de doeken te doen …
Vanaf het vennetje liepen we terug naar het kruispunt van paden met de oude beuken. De stam met de zwammen wees ons de weg …
Al snel waren we terug bij de grootste van de oude woudreuzen. Ditmaal richtte ik mijn camera eerst eens op het enorme wortelstelsel dat deels bloot ligt. We kunnen wel stellen dat deze beuk op grote voet leeft …
Een massa stoere, massieve wortels heeft deze beuk al ruim 270 jaar overeind hebben gehouden en voedsel uit de bosbodem gehaald om de boom al die jaren te blijven voeden …
Maar ook hogerop is er van alles te zien. De boom, die bijna uit meerdere stammen lijkt te bestaan, wordt rondom gesierd door een keur aan uitstulpingen …
Maar het zijn niet alleen uitsteeksels die de aandacht trekken, morgen duiken we een enorme holte van één van de reuzen in …
Ik sluit deze serie over de oude groene toren en het omringende kerkhof op It Heechsân af met wat foto’s van de oude beuk die aan de westkant het kerkhof staat …
Het mos aan de voet van de oude reus en de korstmossen her en der op zijn stoere stam konden me wel bekoren. Ik houd wel van de grillige vormen en patronen van die korstmossen, en ook de tekening van de bast van de oude boom is prachtig …
Nadat ik het poortje heb geopend, is de kleine begraafplaats, die is gesticht door schatrijke en notabele Ambrosius Ayzo van Boelens (1766-1831). toegankelijk. Het verhaal gaat dat hij het liefst in een kerk begraven had willen worden, maar dat mocht sinds 1825 niet meer. Hij heeft deze kleine begraafplaats waarschijnlijk gesticht om niet begraven te hoeven worden tussen de gewone burgerij …
Nadat ik mijn camera aan het gietijzeren hek had gehangen, begon ik diep voorover gebogen hier en daar een steen te ontdoen van de herfstbladeren. Al snel begonnen mijn rug en mijn bovenbenen tegen me samen te spannen. Daarom heb ik uiteindelijk niet alle stenen schoon geveegd. Nadat ik mijn rug weer wat had gerecht, ben ik wat foto’s gaan maken. Om te beginnen de steen van de stichter Ambrosius Ayzo van Boelens. Hij had geen hoge adellijke titel, maar wist zich vooral een plaats tussen de notabelen te verwerven vanwege zijn grote rijkdom. Hij schopte het uiteindelijk tot lid van de Tweede Kamer en werd in 1831 grietman van Opsterland. Hij liet in de omgeving honderden hectares bos met vijverpartijen aanleggen. Olterterp en Beetsterzwaag daar het huidige prachtige natuurgebied aan hebben overgehouden …
Zo goed en zo kwaad als het ging bewoog ik me tussen de twaalf graven die er binnen de krap bemeten begraafplaats liggen. Er liggen veertien personen begraven, onder wie twee kinderen. De kleine Ambrosius Aizo van Boelens, een kleinzoon van Ambroisus Ayzo, werd maar een jaar oud. Hij deelt zijn graf met Akke de Boer, zij was mogelijk een dienstbode en is de enige niet-Boelens op de begraafplaats. Het andere kind, ook een jongetje, stierf drie dagen na zijn geboorte naamloos. Hij ligt bij zijn 37-jarige moeder Gerridina Frederike Johanna Jacoba de Blecourt, vrouw van Georg Hendrik van Boelens …
De familienaam Van Boelens is inmiddels uitgestorven. De vrouwen in de familie zorgden wel voor nageslacht, maar die dragen een andere achternaam. Het spoor loopt naar verluidt dood bij Anna Francina Sandberg. Zij liet in haar testament opnemen dat bij haar overlijden de Stichting Annette van Boelens moest worden opgericht en dat haar zuster Berendina haar deel middels uitkoop kon ontvangen. Om die uitkoop te kunnen financieren moest de pas opgerichte Stichting Annette van Boelens geld lenen. De hoge successierechten en de crisis van de dertiger jaren leidden in 1934 uiteindelijk tot de verkoop van alle landgoederen. Die kwamen in het bezit van een verzekeringsmaatschappij, het huidige Aegon …
De kleine begraafplaats bleef eigendom van de Annette van Boelensstichting. Van de vrijkomende rente worden tot op de dag van vandaag beheer en onderhoud betaald. Pas toen ik thuis her en der wat zat te lezen over de grafheuvel van de Van Boelens, ontdekte ik dat er maar één grafsteen is waarop het familiewapen van de Van Boelens te zien is. Laat ik nou net geen foto hebben van het betreffende graf van Ambrosius’ zoon Boelardus Augustinus. Er zit niets anders op dan dat ik ooit nog eens terug ga om dat gemis goed te maken. En dat zal ik dan zeker niet met tegenzin doen, want het is een fijn plekje om eens in alle rust wat te mijmeren …
Wat kan een foto van een platte steen met een vreemde lange krabbel je veel kanten op leiden, hè. Eerst was er alleen de steen. Daarna volgden het mooie landhuis in het parklandschap en het gehuil van wolven in drie natuurgebieden van It Fryske Gea …
Maar ik bedacht me nog wat … waar zouden de oude adellijke eigenaren van het landhuis gebleven zijn? Rond 1832 was vrijwel de hele omgeving van Beetsterzwaag – Olterterp in handen van slechts vier adellijke families, waaronder de familie Van Boelens. Ik wist dat er ergens in de buurt een familiegraf van de familie Van Boelens moest zijn. Afgelopen week ben ik daar maar eens naar op zoek gegaan. Daarbij kwam ik in een bijzonder stukje bos in de omgeving terecht …
Nadat ik het sierlijke, goed onderhouden hek rond het stukje bos had geopend, volgde ik een paadje dat naar een heuvel in het midden leidde. De najaarszon flakkerde door het al uitdunnende bladerdek van een paar majestueuze bomen aan de voet van de heuvel …
Op de stam van één van de dikke beuken sprak het verleden een woordje mee. Inhoudelijk viel daar echter weinig van te maken …
Toen ik me omdraaide zag ik in het midden van de heuvel een hek tussen de bladeren door schemeren. Het kon niet missen, dit moest het familiegraf Van Boelens zijn …
Eenmaal bij het hek was al snel duidelijk dat er van de graven weinig te zien was, ze gingen grotendeels schuil onder een laagje herfstbladeren. Omdat het poortje aan de andere kant zat, liep ik om het hekwerk heen …
Van echte fotokuiertjes komt nog altijd niet veel terecht de laatste tijd. Mijn benen hebben afgelopen zomer nogal wat kracht verloren, en de relatief lage temperaturen van de afgelopen weken maken het er ook niet beter op. Desondanks heb ik me in die zonnige laatste week van oktober aan een korte boswandeling gewaagd …
Bij Olterterp hoef je in deze tijd van het jaar eigenlijk nooit lang te zoeken om paddenstoelen te vinden. Gelukkig kwam ik ook ditmaal niet bedrogen uit. Ik hoefde niet echt lang te zoeken, voordat ik niet ver bij elkaar vandaan een aantal mooie porseleinzwammen aantrof …
De eerste drie groeiden dicht bijeen op een liggende boomstam. Een stukje verderop vond ik een groepje bijeen aan een stevig en stoer rechtop staande beuk. Van onderen waren de plaatjes aan de binnenkant van de hoed te zien. Van boven pronkten de zwammen met de glimmende slijmlaag op hun hoedjes. Aan het vuil te zien, waren deze exemplaren waarschijnlijk al wat ouder dan de eerste. Een beukenblad was gezellig blijven plakken …