Voedertijd bij de zwarte sterns

Nadat we tweemaal een stuw met zelfbediening waren gepasseerd, kwamen we vanaf de Vaartsloot uiteindelijk uit op de Kleine Beulakerwijde (Google Maps). “Heb je zin om even bij de zwarte sterns te kijken?” vroeg Jetske. Of ik zin had om even bij de zwarte sterns te kijken …? De vraag stellen was hem beantwoorden …

Jetske zette over open water koers in de richting van Sint Jansklooster. Daar gingen we met behulp van de vaarboom en een lijntje voor anker. Ik herkende het plekje aan het kijkplatform bij het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten, dat net boven het riet in de verte te zien was (Google Maps). Vanaf dat platform heeft Jetske me in april 2009 kennis laten maken met de zwarte stern. Door de groei van de vegetatie zou er nu vanaf het kijkplatform weinig meer te zien zijn van de zwarte sterns, maar Jetske had me naar een prachtig plekje gebracht van waar we een perfect zicht hadden op de nestvlotjes met jongen …

De zwarte stern staat op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Van nature broeden zwarte sterns op drijvende planten zoals krabbenscheer. Vanwege de afname van natuurlijke nestmateriaal worden er hier elk voorjaar nestvlotjes voor de zwarte sterns in het water gelegd. Die broedvlotjes worden bekleed met krabbenscheerplanten en worden beschermd door een net, dat voor de kleine inham in het water is gespannen. Het net en de palen worden regelmatig gebruikt als rustplaats. De kolonie bij Sint Jansklooster is één van de grootste populaties van zwarte sterns in ons land …

Het was een feest om te zien hoe de al grote jongen werden gevoerd door de ouders. Maar aan alle feestjes komt een eind. Het werd tijd om de terugreis langzamerhand te aanvaarden. Langs de rietkraag van een van eilandjes in het meer varend, passeerden we in rustig tempo een zwanenfamilie met zeven meer of minder grijze jongen …

Klein, maar fijn

Dat mag best van onze vijver gezegd worden. Als je op het terras staat, moet je al naar beneden kijken, anders heb je kans dat je er overheen kijkt …

Groot is hij dus niet, maar dat is onze tuin ook niet. Het gaat ook hier echter niet om het formaat, maar om de inhoud. En daar mankeert weinig aan. Eerder liet ik al de bloeiende gele plomp en de waterlelies zien, vandaag kijken we even naar de kleinste bloeiende waterplant in onze vijver: de krabbenscheer

Als je ze ergens in de vrije natuur ziet, dan kun je de kleine bloemetjes nauwelijks zien. Voordeel van onze kleine vijver is, dat je planten en beestjes er altijd lekker dicht kunt benaderen …

Vandaag las ik op de website biovijver dat krabbenscheer een bijzondere eigenschap heeft, waarvan ik het bestaan nog niet kende. De plant scheidt een speciale stof uit in het water waardoor de groei van algen en wieren wordt onderdrukt. Dat is mooi en dat verklaart mogelijk ook dat wij veel minder last van algengroei hebben sinds de krabbenscheer hier elk jaar volop bloeit …

Ook de zuurstofplanten doen het goed. Een beetje te goed eigenlijk, want ze ontnemen het zicht op het overige leven in de vijver. Af en toe zie ik er eens een vis tussendoor schemeren en een enkele keer valt er een glimp van een salamander te zien. Misschien moet ik daar zo meteen maar eens wat van uit de vijver vissen. Het is er nu tenslotte nog niet te warm, en een kuier in de natuur zit er toch niet in vandaag …

Krabbenscheer als beton

We waren gebleven bij Jetske, die een kleine opening in het rietkraagje had gevonden. Voorzichtig op de afbrokkelende walkant steunend, maakte ze een aantal foto’s van het petgat …

In het petgat staat daar een aantal kooien en manden met daarin verschillende hoeveelheden krabbenscheer. Met deze opstelling wordt onderzoek gedaan naar mogelijkheden om verlanding in het gebied te stimuleren. Dat vraagt om enige nadere uitleg …

De Deelen is een laagveenmoerasgebied dat is ontstaan door de turfwinning, die daar een eeuw geleden begon. De afgegraven stroken liepen vol water – de petgaten – en daartussen liet men stroken grond droog. Op deze droge stroken, de legakkers of stripen, zoals we in Fryslân zeggen, werd de afgestoken turf te drogen gelegd …

Het is nog steeds een nat gebied, maar dat is niet meer te danken aan het oorspronkelijke grondwater en het water is slechter van kwaliteit. Door intensieve landbouw in de omringende gebieden, die gepaard gaat met diepontwatering, is De Deelen hoger komen te liggen waardoor het grondwater wegloopt. Er wordt nu water ingepompt vanuit een naburige zandwinning en als dat niet voldoende is vanuit het oppervlaktewater in de rest van Friesland. Daarmee wordt de waterkwaliteit langzaam maar zeker weer wat beter. Maar daarmee is De Deelen nog niet gered …

Na het stoppen van de vervening kregen weer en wind geleidelijk meer grip op het water. Door stormen kalfden de legakkers steeds verder af. Op sommige plekken zijn ze zelfs helemaal weggeslagen. Als dit proces geen halt wordt toegeroepen, dan heeft Fryslân er op den duur weer een groot meer bij en dat is niet de bedoeling …

Om verlanding in het gebied op een natuurlijke manier te stimuleren, wil men gebruik maken van krabbenscheer. Hier is een proef bezig om dat krabbenscheer een voorsprong te geven. Krabbenscheer is het beton van nieuw veen. Het groeit snel, maakt veel biomassa en legt ook nog eens CO2 vast. Als het krabbenscheer een dikke plak maakt en in de winter boven water blijft, krijgen andere planten als lisdodde, riet en gele plomp een kans: het begin van het verlanden …

Het hele verhaal werd onlangs op een mooie en aanschouwelijke manier uit de doeken gedaan in het natuurprogramma ‘Vroege vogels’. Een 8 minuten durende aanrader: ‘De Deelen verdwijnt’.

  • wordt vervolgd

Weerzien met De Deelen

Vorige week zaterdag besloten Jetske en ik weer eens samen naar De Deelen te gaan. Daar waren we al veel te lang niet meer samen geweest. Nadat we tijdens onze laatste fotokuier bij de Kapellepôle geen juffers en libellen hadden aangetroffen, hoopten we hier meer geluk te hebben. Ik stelde voor om eerst een kijkje te nemen bij het linker petgat bij de parkeerplaats …

Terwijl Jetske nog even bezig was met haar uitrusting, liep ik alvast naar de vlonderbrug over het petgat. Nog voordat ik een voet op het hout had gezet, zag ik al een libel op de met gaas bespannen vlonder zitten. Dat was maar goed ook, want één voet op de brug en er is geen leven meer op te bespeuren …

Nadat ik de bovenstaande foto’s had gemaakt en Jetske zich bij me had gevoegd, vervolgde ik mijn weg over de bij iedere stap luid krakende vlonderbrug …

Waterlelies, gele plompen en hier en daar wat krabbenscheer bedekten het wateroppervlak. Op die krabbenscheer kom ik later in deze serie nog terug …

Voor nu laat ik het erbij dat het een goed teken is dat de krabbenscheer ook hier in bloei staat. De onderstaande close-up van het kleine bloemetje van de krabbenscheer heb ik bij de vijver in onze tuin gemaakt …

Een paar maal lukte het om een juffertje dat even op de krabbenscheer neerstreek in beeld te vangen. Verderop tijdens onze kuier kregen we nog verschillende juffers en libellen lekker close in beeld …

  • wordt vervolgd

Koelte bij de salamanders

Met een maximumtemperatuur rond de 22°C was het hier gisteren een fijne zomerdag. Daar heb ik dan ook dankbaar gebruik van gemaakt door even een ritje en een kort fotokuiertje te maken. Met temperaturen boven de 25°C, donderdag mogelijk oplopend tot tropische waarden, zal het daar de komende dagen niet meer van komen …

’s Ochtends is het op het terras bij de vijver in de salamanders nog goed uit te houden. Water brengt niet alleen extra leven naar de tuin, het geeft ook altijd het idee van verkoeling. De salamanders krijg ik momenteel trouwens nauwelijks nog te zien. De krabbenscheer doet het ook dit jaar weer zó goed, dat er met alle nieuwe loten nu eigenlijk alweer teveel krabbenscheer in de vijver zit. In ieder geval wel zoveel, dat de salamanders zich er heel goed in en onder kunnen verstoppen.

Gelukkig heb ik half mei, toen de krabbenscheer nog klein was, wat foto’s van die leuke diertjes kunnen maken. Ze lijken elkaar voortdurend op te zoeken, en soms gaan ze heel nieuwsgierig en speels samen een op iets nieuws af, zoals het bloemblaadje op de derde en vierde foto hieronder …

Maak er een mooie dag van en hou ’t hoofd koel. 🙂

Winterkoning bij de krabbenscheer

Ook in de vijver lag de waterspiegel er gisterochtend volkomen roerloos bij. Een mooie gelegenheid om even een blik te werpen op de ‘verdronken’ krabbenscheer. Ik blijf het boeiend vinden om te zien hoe die wonderlijke waterplanten in het najaar naar de bodem zakken, om in het voorjaar weer naar de oppervlakte te komen …

Toen ik daar zo stond, hoorde ik ineens een geluid dat ik nog niet eerder in onze tuin had gehoord. Ik kende het echter wel … volgens mij had ik het al eens bij mijn fotomaatje Jetske in de tuin gehoord. Het leek me de roep van een winterkoninkje. Terwijl ik me op de hazelaar richtte, hoorde ik even later niet alleen het wat tikkende geluid weer, maar toen herkende ik ook het kenmerkende staartje van de winterkoning. Hij zat onder in de hazelaar …

Natuurlijk had hij een plekje in fel tegenlicht uitgekozen. Het zijn dan ook geen wonderschone plaatjes geworden, maar omdat het ’t eerste portret van een winterkoning in eigen tuin betreft, kan het wat lijden vind ik. Daar komt nog bij, dat hij op de laatste foto net een sprongetje teveel omhoog maakte, waardoor hij een gescalpeerde indruk maakt, maar een kniesoor die daar op let …

 

Nattigheid

Met het grijze en donkere weer van de afgelopen dagen lieten de salamanders zich niet zien, daarom heb ik de camera maar eens op wat andere zaken rond de vijver gericht …

De knop van de gele plomp was het water ontstegen. In bedaard tempo vouwde hij de stevige, met fijne druppels bedekte bloembladeren open. Door wat uit te zoomen, werd aan de andere kant van de vijver ons ‘Vrouwtje aan het water’ zichtbaar …

De krabbenscheer heeft nog maar eens een bloemetje tot bloei weten te brengen. Een klein vliegje liet zich door de druppels niet weerhouden om er toch even op neer te strijken …

Ik sluit af met een paar foto’s van de hosta’s. Ondanks het voortdurende geknabbel aan hun bladeren door slakken, zijn ze allebei tot volle bloei gekomen. Hier was het een hommel, die ondanks de nattigheid noest bleef werken aan de bestuiving …