Lijnenspel van een radiotelescoop

Nadat de adders uit beeld verdwenen waren, besloten Jetske en ik een stukje in westelijke richting langs het Dwingelderveld te gaan. Terwijl Jetske over het zandpad liep, rolde ik over het fietspad. Daar was het nog oppassen, want er bleef maar weinig ruimte over om fietsers te laten passeren …

We waren net voorbij de radiotelescoop, toen het apparaat plotseling vervaarlijk begon te zoemen. We bleven even staan om te zien hoe de schotel in westelijke richting werd gedraaid. Ook een fietser nam even de tijd om ernaar te kijken. Een passerende amazone trok zich van dit alles niets aan, zij vervolgde onverstoorbaar haar weg …

Een stuk verderop nestelden ons op een bospaadje om onze broodjes te eten. Half zon half schaduw, meer hoeft het niet te zijn. Tussen een paar bomen door hadden we zicht op de grote open vlakte van het Dwingelderveld. Boven ons ruisten de jonge groene bladeren in de kruin van de bomen …

Naast ons hoorden we een stuk verderop zo nu en dan het geluid van de radiotelescoop, dan werd de schotel weer een stukje gedraaid. Normaal gesproken gebeurt dat maar weinig, aldus Jetske. Ze vermoedde dat er demonstraties werden gegeven voor een groep bezoekers …

Toen we er enige tijd later opnieuw langs kwamen, heb ik de gelegenheid te baat genomen om nog wat foto’s van het lijnenspel van die grote schotel te maken. Hij werd nu niet alleen horizontaal, maar ook verticaal gedraaid …

Zodra ik tevreden was, rolden en liepen we naast elkaar verder. Jetske nam me mee naar een van haar favoriete vogelplekjes in het Dwingelderveld …

Een paar parende adders

Zoals ik gisteren al schreef, stond Jetske naar me te wenken terwijl ik nog bij de radiotelescoop Dwingeloo stond. Een paar parende adders, zei ze, toen ik even later naast haar stond. Jetske wees daarbij naar het bladerdek op de grond naast het pad …

Ik zag wel een adder, maar ik kon er eerlijk gezegd eerst kop noch kont aan ontdekken. Ik zocht om de koppen van de slangen, maar die kon ik niet vinden. Min of meer op geluk maakte ik een serie foto’s van de delen van beide adders, die wel zichtbaar waren. En toen snapte ik er nog niks van, Waar zat ik hier nou eigenlijk naar te kijken …

Sneller dan me lief was, zag ik beide slangen tussen het struikgewas verdwijnen. Omdat Jetske al wat langer had staan fotograferen, had zij wel foto’s van de kop van beide adders kunnen maken. En niet alleen dat, ze heeft intussen ook uitgezocht waar we naar hadden staan kijken. Dit is wel een heel bijzondere manier om te paren. Jetske legt op haar blog keurig uit hoe het in elkaar zit: ‘Parende adders’. …

Tussen de laatste bladeren

Maandag was de hazelaar nog goeddeels gevuld met hoofdzakelijk geel gekleurde bladeren. ’s Zomers ben ik blij met dat volle, dan groene bladerdek, omdat het koelte brengt. Nu de winter voor de deur staat is wat minder blad en wat meer licht in de tuin wel weer lekker …

De passage van storm Conall gisteravond kwam als geroepen om dat licht in de tuin terug te brengen. Toen ik vanmorgen de tuin in liep, zag ik meteen dat de meeste bladeren intussen een ander plekje hebben gevonden. Bijkomend voordeel van de vliegende storm is dat de meeste bladeren buiten onze tuin terecht zijn gekomen. Veel opruimwerk hebben we er dus niet meer van …

Een koolmeesje zat tussen de laatste bladeren in de hazelaar om zich heen te kijken. Hij had weer uitzicht, en hij zag dat het goed was …

Laag-bij-de-gronds gezwam

Najaarsstorm Ciaran heeft ervoor gezorgd dat er al een dik bladerdek in het bos ligt …

Ik gooi er vandaag nog eens wat paddenstoelen en andere laag-bij-de-grondse zwammen tegenaan, die ik onlangs met de nodige moeite in beeld heb kunnen vangen …

Oud hout in het bos

Nadat we de Burmaniazuil en de Poppestien hadden bekeken, liepen we door het bos terug in de richting van het landhuis. Ook hier troffen we monumentale, deels holle bomen aan …


Rond één van de bomen lagen grote stukken van afgebroken takken. Een van die stukken oud hout heb ik eens van dichterbij bekeken. Ik houd wel van dit soort natuurlijke stillevens …

We liepen terug in de richting van ‘de Slotplaats’. Daar wil ik jullie tot slot van deze serie nog een bijzonder tuinornament uit de 18e eeuw laten zien …

Het lijken wel Zeeuwen …

Geheel tegen de verwachting in was het vandaag tot dusver prachtig weer. Daarom heb ik vanmorgen eerst maar eens her en der in de tuin rondgekeken

Omdat Piet Paulusma ook ditmaal weer een winter had voorspeld, “waarin we twee lange(re) perioden met echt winterweer en flinke kou krijgen. En waarin we ook voor een of twee langere of kortere perioden op schaatsen komen,” hebben wij de voet en wortels van onze bamboe voorafgaand aan die rommelige horrorwinter voorzien van een lekker warm bladerdek …

Op dit moment is het half januari, putje winter zogezegd, maar niets wijst op winter. Integendeel, de eerste warmterecords zijn her en der alweer op de thermometer verschenen. En dat zal vandaag en morgen niet anders zijn.

Het lijkt ook onze eerste voorjaarsbloeiers wat te warm te worden onder hun dekentje. “Omhoog, omhoog, op naar het licht,” lijkt het devies te luiden. Ze gaan dwars door alles heen. Het lijken wel Zeeuwen …, ze worstelen en komen boven …

Een laatste blik omhoog

Het bladerdek aan de bomen achter in de tuin is flink uitgedund afgelopen week …

Nog eenmaal richt ik de blik omhoog naar de kleurige herfsttooi die daar onder een strakblauwe lucht hangt …

Morgen richten we de blik weer naar beneden, want ook daar valt genoeg moois te zien …