Herfst bij ‘Heydhuysen’

Nadat ik een rondje had gelopen in de parktuin bij Huize Olterterp, ben ik in de auto gestapt om nog even naar Heidehuizen te rijden. Onderweg heb ik op de Poostweg een korte tussenstop gemaakt om de onderstaande foto te maken …

Korte tijd later heb ik de auto met beleid geparkeerd in de zachte berm naast het smalle weggetje waar ik nog even het bos in wilde. Daarna liep ik voor de boerderij ‘Heydhuysen’ uit 1920 langs naar het bospad. Nu de meeste bladeren weer zijn gevallen, is de boerderij weer beter zichtbaar …

Eenmaal in het bos heb ik meteen het pad verlaten om eens te kijken of er nog paddenstoelen te vinden waren. De eersten had ik al snel gevonden. Ze stonden op hetzelfde plekje als vorig jaar aan de voet van een boom, maar ze hadden hun mooiste tijd intussen al gehad. Veel andere paddenstoelen lieten zich tussen de dikke laag bladeren op de grond lastiger vinden, maar ik heb er toch weer wat kunnen verzamelen …

Ook deze mooi bemoste voet van een van de lokale woudreuzen was nog wel even een foto waard. Terwijl ik daarna langs de andere kant rustig kijkend en zoekend terug liep, vond ik nog wat mooie paddenstoelen en een kikker. Maar die zijn voor morgen …

– wordt vervolgd

Op een bankje bij een poel

Terwijl Jetske nog in het bos aan de andere kant van de poel van Dien rondstruinde, maakt ik het me gemakkelijk op het bankje bij de Poel …

Toen Jetske zich na enige tijd bij me voegde op het bankje, had ze meteen onze rugzakken met water en broodjes meegenomen. Dit was ten slotte een prima plekje om even te lunchen. Het was alleen jammer dat zon het liet afweten, want de herfstkleuren wilden niet echt lekker sprankelen. Door die wolken in combinatie met de wind begonnen mijn bovenbenen na verloop van tijd af te koelen …

Tijd om weer eens een stukje verderop te kijken. We waren hier over een zandpad gekomen, dus moesten er ook weer over dat zandpad weg. We zaten nog maar net in de auto of de zon begon te schijnen …

Bij het Huis Westerbeek

Het regende toen ik vorige week vrijdagochtend over de A7 naar mijn fotomaatje reed. Gelukkig werd het in de buurt van Wolvega weer droog en de lucht leek wat helderder te worden. Toen we een uurtje later samen op pad gingen, was het nog steeds bewolkt maar dat zou vast nog veranderen …

We hadden ons voorgenomen om op zoek gaan naar herfstkleuren in en rond het Drent-Friese Wold. Onderweg maakten we een eerste stop bij Huis Westerbeek in Frederiksoord. Dit eenvoudige landhuis werd rond 1770 gesticht door Jonkheer Nicolaas van Heloma en behoorde tot het voormalige landgoed Westerbeeksloot. In 1818 werd landgoed Westerbeek aangekocht door de Maatschappij van Weldadigheid voor een bedrag van fl 57.000. Het landhuis werd van 1821 tot omstreeks 1830 bewoond door Generaal Johannes van den Bosch, De man achter de Koloniën van Weldadigheid, en zijn gezin …

Het landgoed bestond toen uit het huidige pand, logement Frederiksoord, een paar keuterboerderijtjes, het Sterrebosch, ongeveer 500 ha woeste grond en het oorspronkelijke landgoed uit 1614 dat vlak achter het huidige logement Frederiksoord stond, maar in het midden van de 19e eeuw werd afgebroken. Tegenwoordig is Huis Westerbeek in gebruik als kantoor van de Maatschappij van Weldadigheid. Ze lijken er zuinig te zijn op hun bankjes, want die liggen met een ketting vast aan de picknicktafel …

Tegenwoordig is het in gebruik als kantoor van de Maatschappij van Weldadigheid. Zowel het huis als het park staan er keurig bij. Maar daar wordt dan ook hard voor gewerkt de senior bladblazer van de Maatschappij der Weldadigheid. Nadat we kort met de man hadden staan praten, besloot hij zijn werk in noordelijke richting voort te zetten. Jetske stelde daarom voor om aan de zuidkant op zoek te gaan naar paddenstoelen …

In een parklandschap

Na de fotosessie met de koeien vervolgden we onze weg. Jetske vroeg waar we eigenlijk naar toe gingen. ‘Naar Brongergea,’ reageerde ik met een glimlach, vermoedend dat ze daar nog nooit van had gehoord. Dat bleek wel te kloppen, maar om er te komen moesten we eerst door voor Jetske wel bekend gebied …

Even dacht mijn fotomaatje dat we naar de Ecokathedraal zouden gaan, die afslag lieten we echter links liggen. Om bij Brongergea te komen, moesten we eerst door het parklandschap Oranjewoud. Bij een vijver met de eerste herfstkleuren op de oever zocht Jetske een parkeerplekje. Vooral de vijver met zijn super strakke weerspiegeling was een fijn object …

Op een van de oevers stond een bankje aan de rand van het water. Een stukje daarachter lag bij een dikke boom een zwerfsteen met een tegeltje waar een gedicht op stond …

Het bankje bood uitzicht op een eilandje in de vijver met een eendenverblijf. Daarachter schemerde in de verte een wit bouwwerk door bomen en struikgewas …

Een wandel- en fietspad voerde via een bruggetje naar beboste verten in het parklandschap …

– wordt vervolgd

Wat ’n beetje zon kan doen

Vrijdag 11 november zijn Jetske en ik weer eens samen de Ecokathedraal ingetrokken. We hadden gehoopt dat de zon even zou doorbreken om mooie herfstkleuren boven en rond de gestapelde bouwwerken uit te lichten. Dat viel echter nogal tegen. De zon liet die dag verstek en de bladeren aan bomen en struiken begonnen er nog maar net te verkleuren …


Op zaterdag 19 november ben ik er nog eens naar toe gereden. Het was een stralende dag met temperaturen rond of net boven het vriespunt. De Ecokathedraal was weliswaar nog steeds niet gehuld in volgroeid herfsttenue, maar de zon maakte het toch een stuk levendiger dan de week ervoor …

Met een vlieg op ’n bankje

Hoewel ik geen hoge verwachtingen had van mijn kuier in het Weinterper Skar, was het me bepaald niet tegengevallen …


Dat had natuurlijk te maken met het uitzonderlijk mooie novemberweer, maar ook met de nieuwe ontwikkelingen zoals de omgewaaide bomen en de verbossing …


Maar het was ook wel bijzonder om te ontdekken, dat de insecten weer lekker meewerkten aan een paar korte fotosessies. Eerst waren dat de libellen en het lieveheersbeestje bij de dobbe, en hier op het tweede bankje lieten libellen en strontvliegen zich mooi zien …

Het was mooi geweest. Ik stond op en zette nu echt koers naar de auto door bij de boom een stukje verderop rechtsaf te gaan …


Nog een snelle groet aan het paard van de buurvrouw van het Weinterper Skar, dat al jaren trouw zicht houdt op de parkeerplaats er tegenover …


Moe, maar zeker voldaan reed ik huiswaarts. Die avond sloeg het weer om, waarna er een paar regenachtige en donkere dagen volgden. Dat kwam mij wel goed uit, want na een paar flinke kuiers in de bossen rond Olterterp op maandag en deze wandeling in het Weinterper Skar, konden mijn benen wel een paar dagen rust gebruiken. 🙂

Van bankje naar bankje

Na nog een laatste blik over het water maakte ik me op om aan de terugweg te beginnen. Het zal wel enige tijd duren voordat ik hier weer kom. Tenzij het echt winter wordt natuurlijk, want dan kruipt mijn bloed nog wel eens waar het niet kan gaan …


Het was geen straf om terug te lopen, zo zag ik het gebied ook weer even vanaf de andere kant. Daarbij viel het me op dat de grond naast het pad aardig aan het verbossen is. De kale dode boom die er jarenlang alleen had gestaan, was nu gezellig omringd door jonge berkjes …

Rustig doorstappend kwam ik op het punt waar tot 6 jaar geleden de Nije Heawei liep. Op 21 november 2016 kwam daar voorgoed een eind aan. Op dit punt kon ik nu kiezen: direct linksaf naar de auto of nog even rechtdoor lopen naar het ‘Afanja-bankje’, dat ter compensatie van de verwijderde weg een stukje verderop was geplaatst. Dat het bankje – met dank aan een dwarse boswachter niet hier geplaatst is, maar 50 m verderop, zoals was afgesproken – begon zich nu toch wel te wreken …


Ik besloot toch nog maar even door te zetten, het was te mooi weer om al huiswaarts te gaan. Korte tijd later bereikte ik het bankje. Daar werd ik welkom geheten door twee libellen, die op de rugleuning op me zaten te wachten. De ene zat mooi in het midden op de onderste plank, de tweede zat helemaal rechts op de bovenste plank van de rugleuning …


Natuurlijk vlogen ze allebei op toen ik op het bankje plaats nam. Maar gelukkig waren ze beurtelings bereid om even later nog eens netjes te poseren voor mijn camera …

En daarmee was het nog niet helemaal voorbij. Geduldig bleef ik lekker in de zon zitten wachten of er verder nog wat zou verschijnen dat de moeite waard was …