Een groot deel van de gezonde, frisgroene weilanden kleurde vorige al geel van de paardenbloemen. Ook bij ons stond zowel in de voor- als in de achtertuin een aantal exemplaren zacht wiegend in de wind te pronken …
Bij heit en mem thuis moest die paardenbloem zo snel mogelijk met wortel en al worden uitgestoken en weggegooid. Wij koesteren ze in ons tuintje, want ik vind het nog altijd zwaar ondergewaardeerde bloemen. Als je ze met een loep of door een macrolens bekijkt, gaat er een wereld voor je open …
Wist je dat er alleen in ons land al zo’n duizend soorten voorkomen? Fryslân heeft zelfs zijn eigen paardenbloem. Dat is de Taraxacum frisicum, een paardenbloem die nog op maar drie plekken in Fryslân voorkomt. Tot de jaren vijftig was het een vrij algemene soort, maar de Friese moeraspaardenbloem staat nu op uitsterven. De Friese moeraspaardenbloem is de meest bedreigde plantensoort in Fryslân ….
We staan nog steeds aan de Alddyk tussen twee dijken (Google Maps). Achter ons ligt de oude, lage Waddendijk, vóór ons ligt in noordoostelijke richting de nieuwe Waddenzeedijk. Hier is een mens al snel een nietig klein schepsel op zware kleigrond …
Nadat we de dijkcoupure van alle kanten hadden bekeken, stond Dirk al snel in het akkerland. Zo’n kaarsrechte horizon aan het eind van zo’n vlakte is in België ondenkbaar, vermoed ik …
Zelf kom ik hier ook graag eens even, in ieder jaargetijde is het wel interessant om hier wat te spelen met de horizon en de lijnen en vlakken in het landschap …
Om deze tussenstop wat fleurig te eindigen, ben ik nog even diep door de knieën gegaan, zodat ik de paardenbloemen op de voorgrond nog even mee kon pakken …
Vandaag, 30 april is uitgeroepen tot ‘Dag van de Paardenbloem’. Daarom breng ik vandaag een ode aan de hynsteblom, oftewel de paardenbloem, zoals hij elders in den lande wordt genoemd. Wist je dat er alleen in Nederland al meer dan 1000 soorten paardenbloemen voorkomen!? Een bloeiend weiland schijnt al snel zo’n 50-60 soorten te bevatten, en ook in een gewone tuin komen vaak meerdere soorten voor. De onderstaande exemplaren heb ik onze tuin gefotografeerd. Omdat ik het mooie, maar zwaar ondergewaardeerde bloemen vind, mogen ze hier blijven staan …
Paardenbloemen zijn geen onkruid, maar mooie en nuttige bloemen. De paardenbloem is eigenlijk nummer één voor insecten. Ook voor de grutto en andere weidevogels is het daarom een erg belangrijke bloem. Als kuikens uit hun ei komen, moeten ze dagelijks duizenden insecten eten. Paardenbloemen zijn dan een bron van voedsel, alleen zijn ze uit helaas veel weilanden verdwenen …
Maar dat is niet het enige nut van de bloem. Hij kan ook nog worden gebruikt voor honing en thee. En van een bepaalde soort paardenbloem kan zelfs rubber worden gemaakt, die uiteindelijk terechtkomt in auto- en fietsbanden. Er wordt hard gewerkt aan het weken van zoveel mogelijk rubber in de paardenbloemen. Maar afgezien daarvan, ze kleuren in het voorjaar het Friese weidelandschap hier en daar zo prachtig geel. Dat zijn gezonde weilanden, terwijl op zwaar bemeste weilanden met alleen Engels raaigras geen bloem meer wil bloeien … ;-(
Naar mate de tijd verstreek kwam de zomer steviger in het zadel te zitten. De maand juli begon nog redelijk koel, maar in de tweede helft van de maand liepen de temperaturen snel op. Op het terras werd het al regelmatig te warm en bloemen in de tuin zoals de sierui waren maar enkele dagen mooi voordat ze begonnen te verwelken …
Behalve dat ik enkele keren een ritje naar de ijsvogels heb gemaakt, heb ik vanaf half juli mijn bezigheden vooral binnenshuis gezocht. Zelfs de lammeren dartelden niet meer fris en vrolijk door de wei, ze zochten al vroeg op de dag schaduwplekjes op. Ik was blij om op een dag een bijzon te zien, want dat is vaak een teken van een weersverandering. Nadat het weerstation op 19 juli de historische waarde van 35,6°C registreerde, viel er op de dagen daarna gelukkig ca. 20 mm regen en daalden de temperaturen naar normale waarden …
Drie tropische dagen op rij met als uitschieter de 35,6°C waren wat mij betreft wat teveel van het goeie. Het probleem met dertigers is dat de warmte dan ook onafwendbaar het huis binnendringt, daar kon geen luchten meer tegenop. Zelfs een kunstgreep om de schuifpui ’s nachts deels open te houden, bracht geen verkoeling meer. En toch bleek de gemiddelde temperatuur uiteindelijk ‘slechts’ op een bescheiden 18,6°C uit te komen. Met gemiddeld over het land 23 mm neerslag was juli landelijk een zeer droge maand, wij hadden met 53 mm eigenlijk nog niks te klagen …
We zijn onderweg naar het achterste deel van de Ecokathedraal. Je kon het gisteren al door het fluitenkruid zien schemeren, hier is Louis le Roy ooit begonnen met bouwen. Vele vrachtwagens met stenen werden hier gedumpt. Stuk voor stuk gingen de stenen door Le Roy zijn handen om er de eerste bouwwerken mee te stapelen …
Het pad voert de bezoeker hier normaal gesproken tussen de bouwwerken door naar boven. Terwijl Aafje hier op mij blijft wachten, verlaat ik het gebruikelijke pad om buitenom langs een hoge wand helemaal naar achteren te lopen …
Aan het eind van de wand volg ik het paadje naar rechts. Daar sta ik aan de voet van de hoge bouwwerken aan het eind van het grondgebied van de Ecokathedraal. De wand is goeddeels bekleed met klimop en aan de voet liggen enkele deels vergane boomstammen …
Mijn hoofd in de nek leggend kan ik ook het hoogste punt zien. Laten we dat bouwwerk gemakshalve maar even de donjon noemen, dan weten we straks waar we het over hebben, want we komen daar straks nog terug …
Als ik me omdraai, sta ik voor het slootje dat de Ecokathedraal begrenst. Een geïmproviseerde, waarschijnlijk clandestien aangelegde oversteekplaats leidt naar de overkant. Maar avontuurlijker geesten kunnen natuurlijk ook gebruik maken van de boombrug …
Om te voorkomen dat Aafje ongerust wordt, besluit ik na enige tijd de terugweg te aanvaarden. Terug om de hoek, zie ik haar een stuk verderop al staan. Kun je nagaan hoeveel stenen alleen al in dit deel van de Ecokathedraal zijn verwerkt …
We lopen nu via het gebruikelijke pad naar boven en komen uit aan de achterkant van de donjon. Even ter oriëntering: zowel matroos Beek als oma Baard kwamen hier tijdens hun rondgang door de Ecokathedraal in tegengestelde richting naar beneden …
Nadat ze zich door het bos van de grote berenklauw heeft geslagen, staat Aafje op de foto hieronder naast de donjon op het hoogste punt van de Ecokathedraal. Zowel op de middelste foto hierboven als op de foto hieronder is trouwens goed te zien hoe de donjon aan de binnenzijde afbrokkelt …
Ik sluit af met een blik in de diepte. Daar bij die boompjes in de diepte stond ik eerder om de foto’s van de achterwand en de donjon boven me te maken …