Voor de jaarlijkse foto van een grutto op een paal ben ik twee weken geleden weer eens naar de Surhuizumermieden gereden. Het was hier met 21,2°C de eerste warme dag van het jaar, het was alleen jammer dat de lucht wat melkachtig wit bleef die dag …
Tijdens een rondje door het gebied, zag ik op een bepaald moment een grutto op een paal met een van de welbekende bordjes ‘Vogelbroed- en rustgebied’ staan. Rustig liet ik de auto in de berm uitrollen, maar voor de grutto was dat kennelijk nog niet rustig genoeg. Luid roepend vloog hij op …
Dat voorbeeld werd vrijwel meteen gevolgd door een paar andere grutto’s, die uit het lange gras opvlogen. Ik werd duidelijk als een onruststoker gezien, daarom besloot ik maar gebruik te maken van de gelegenheid door een betere positie in te nemen. Even later keerde de rust terug en streek de grutto weer op zijn paal neer …
Vorige week donderdag, de beste dag van de week, ben ik in de auto gestapt om weer eens een ritje te maken naar ‘it fûgeltsjelân’ in de Surhuizumermieden ten zuidwesten van Gerkesklooster-Stroobos. ‘Fûgeltsjelân’ is letterlijk vertaald ‘vogeltjesland’, het oude boerenland waar vogels zich nog thuis voelen en waar hun jongen groot kunnen worden …
Nat land waar in het voorjaar een waaier aan bloemen zacht in de wind wuift. Boterbloemen, paardenbloemen, pinksterbloemen, zuring en diverse kruiden …
Bloemen die insecten lokken, insecten die zo broodnodig zijn om de jongen van kievit, tureluur, grutto en wat dies meer zij groot te laten worden. Ondanks het slechte voorjaar, kun je op de onderstaande foto zelfs zo’n smakelijk insect zien vliegen …
De komende tijd zal ik foto’s van landschap, vogels en koeien van deze mooie streek afwisselen met foto’s van flora en fauna in eigen tuin. Daar breekt een spannende tijd aan met de jonge merels die heftig in de pergola zitten te piepen zodra ze vers voedsel krijgen aangereikt …
We zijn onderweg naar het achterste deel van de Ecokathedraal. Je kon het gisteren al door het fluitenkruid zien schemeren, hier is Louis le Roy ooit begonnen met bouwen. Vele vrachtwagens met stenen werden hier gedumpt. Stuk voor stuk gingen de stenen door Le Roy zijn handen om er de eerste bouwwerken mee te stapelen …
Het pad voert de bezoeker hier normaal gesproken tussen de bouwwerken door naar boven. Terwijl Aafje hier op mij blijft wachten, verlaat ik het gebruikelijke pad om buitenom langs een hoge wand helemaal naar achteren te lopen …
Aan het eind van de wand volg ik het paadje naar rechts. Daar sta ik aan de voet van de hoge bouwwerken aan het eind van het grondgebied van de Ecokathedraal. De wand is goeddeels bekleed met klimop en aan de voet liggen enkele deels vergane boomstammen …
Mijn hoofd in de nek leggend kan ik ook het hoogste punt zien. Laten we dat bouwwerk gemakshalve maar even de donjon noemen, dan weten we straks waar we het over hebben, want we komen daar straks nog terug …
Als ik me omdraai, sta ik voor het slootje dat de Ecokathedraal begrenst. Een geïmproviseerde, waarschijnlijk clandestien aangelegde oversteekplaats leidt naar de overkant. Maar avontuurlijker geesten kunnen natuurlijk ook gebruik maken van de boombrug …
Om te voorkomen dat Aafje ongerust wordt, besluit ik na enige tijd de terugweg te aanvaarden. Terug om de hoek, zie ik haar een stuk verderop al staan. Kun je nagaan hoeveel stenen alleen al in dit deel van de Ecokathedraal zijn verwerkt …
We lopen nu via het gebruikelijke pad naar boven en komen uit aan de achterkant van de donjon. Even ter oriëntering: zowel matroos Beek als oma Baard kwamen hier tijdens hun rondgang door de Ecokathedraal in tegengestelde richting naar beneden …
Nadat ze zich door het bos van de grote berenklauw heeft geslagen, staat Aafje op de foto hieronder naast de donjon op het hoogste punt van de Ecokathedraal. Zowel op de middelste foto hierboven als op de foto hieronder is trouwens goed te zien hoe de donjon aan de binnenzijde afbrokkelt …
Ik sluit af met een blik in de diepte. Daar bij die boompjes in de diepte stond ik eerder om de foto’s van de achterwand en de donjon boven me te maken …
Vandaag en morgen neem ik jullie weer even mee naar de Ecokathedraal. Op een wisselend bewolkte dag was ik er onlangs om Aafje kennis te laten maken met de frisse voorjaarsdracht van de Ecokathedraal …
Aafje had hier en daar het gevoel dat ze zich in de wildernis bevond, waar ze zich een weg door het fluitenkruid moest banen en de klauwen van de grote berenklauw moest zien te ontwijken. Maar het was de moeite waard …
Morgen neem ik jullie mee naar een verborgen plekje in de Ecokathedraal …
Niet veel verderop zag ik nog een grutto op een dampaal staan. Ook deze skries – zoals de grutto in Fryslân wordt genoemd – bleef fier op zijn plek aan de linkerkant van de weg staan, terwijl ik langzaam dichterbij kwam …
Hij hield me wel goed in de gaten, dat was duidelijk. Omdat ik toch al aan de rechterkant van de weg in de berm liep, ben ik daar achter de eerste de beste bos fluitenkruid gekropen. En zo kreeg ik de kans om nu eens een grutto in een bloemrijke omlijsting vast te kunnen leggen …
Voordat Jetske en ik elkaar bij de pluizenbollen van de paardenbloemen weer tegen het lijf liepen, tipte zij me over het fluitenkruid langs het pad naar de dobbe. Jetske had daar wat waterjuffers voor de lens gehad …
Die waterjuffers waren kennelijk gevlogen tegen de tijd dat ik daar even rond keek. De mooie witte schermbloemen waren leeg en ze bleven leeg. Helemaal vruchteloos was mijn zoektocht echter niet. Op een bramenstruik zag ik een bloedcicade lopen. De doornen weerhielden me ervan om hem beeldvullend in beeld te krijgen …
Jetske had intussen blijkbaar aan de zuidkant weer wat gevonden. Ze was vast niet voor niks weer in het gras naast het pad neergeknield …
Ik richtte mijn aandacht eerst nog even op een boterbloem met een spuugbeestje. Ik kan er niks aan doen, maar zodra ik het schuim van een spuugbeestje zie, moet ik onwillekeurig denken aan “Het spuugbeestje in de achtertuin van Jan Wolkers”…
Omdat ik een spuugbeestje uiteindelijk toch minder interessant vind dan Jan Wolkers, voegde ik me al snel weer bij mijn fotomaatje. Zij bleek druk bezig te zijn om een Sint Jacobsvlinder te portretteren. We zijn gewend om dergelijke vondsten met elkaar te delen, maar zekerheidshalve probeer ik op zo’n moment vaak al een paar foto’s te maken, voordat Jetske plaats voor me maakt. Dat bleek in dit geval maar goed te zijn ook, want amper twee tellen later vloog de bijzondere vlinder op om vrijwel meteen uit beeld te verdwijnen …