IJspret voor jong en oud

Gisteren schreef ik hier al, dat ik intussen was aangekomen op de ijsvlakte achter de Hooidammen. Hier lag een piste waar je gemakkelijk rondjes van 1,5 tot 2 km kon maken. In de jaren ’70 en ’80 heb ik hier regelmatig geschaatst. In echte winters stapten we hier of nog dichter bij huis op de schaats om bijvoorbeeld door de Alde Feanen naar Grou te rijden …

De echte liefhebbers waren er ook hier al vroeg bij woensdag. De ene jonge vader hielp zijn zoon om de eerst krabbelende streken op het ijs te zetten, een andere vader trok zijn nog wat jongere kind op de slee achter zich aan. Hij liet het zich met een brede lach op zijn gezicht welgevallen. Ook enkele grijzende schaatsers met intussen al wat lagere sixpacks maakten gezellig pratend hun eerste rondjes …

Nadat ik er een tijdje had staan fotograferen en filmen, besloot ik nog even naar het ijs in de Noarderkrite tussen Smalle Ee en de Veenhoop te rijden. Hemelsbreed gaat het om een afstand van slechts 1,5 km. Eigenlijk ligt die locatie op een flinke steenworp afstand achter deze bomen aan de Wolwarren …

Met de auto ben je daarvoor echter ruim 20 km onderweg. Er ligt namelijk geen brug over de vaarweg naar Drachten. Om bij het ijs tussen Smalle Ee en de Veenhoop te komen, moest ik dus vanaf de Hooidammen helemaal via Drachten omrijden. Dat laat meteen zien waarom zowel varen als schaatsen al lang in het bloed van veel Friezen zit. De afstanden van de ene plaats naar de andere zijn over water of ijs vaak veel korter dan over de weg …

morgen meer ijs

IJs en sneeuw bij de Leijen

Voor de derde tussenstop tijdens onze winterse rondrit door de gemeente waren Jetske en ik naar de Leijen gereden. Veel schaatsers verwachtte ik daar niet te zien, maar we gingen er vooral voor het landschap naar toe …

vogelkijkhut 'de Blaustirns'

Het rietveld achter de kijkhut was al vroeg in het jaar gemaaid door de rietsnijders. In verte waren de bossen riet te zien. De paar bomen die in het rietveld staan, hadden een warm en sierlijk rietkraagje gehouden. In de nog bijna maagdelijke sneeuwlaag waren verschillende sporen te zien …

Al voordat we de hut betraden, nam ik door een kijkluik in de wand naast het vlonderpad een kijkje naar de sneeuwvlakte op het meertje …

In de richting van Oostermeer stond een koek & zopie tent op het ijs, ook waren er kleine groepjes schaatsers te zien. Twee wandelaars kwamen met iets meer tussenruimte dan de roemruchte anderhalve meter onze kant op …

Voor de hut deinden enkele volle rietpluimen zachtjes heen en weer in de wind …

Bij het verlaten van de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ viel mijn oog nog op een winterse verrassing. Aan de achterkant van de hut hadden wind, water, sneeuw en vorst samen een soort van spiraalvormige witte ‘stalagmieten gevormd …

Terwijl ik me met het ijs bezighield, stond Jetske een paar meter verderop te genieten van de zon, die in de luwte van de wand al lekker warm aanvoelde …

– wordt vervolgd –

Klunen in de Jan Durkspolder

Vanaf de Headammen reden Jetske en ik een paar kilometers noordwaarts om te bekijken of er in de Jan Durkspolder ook iets van ijspret te zien viel. Dat viel niet tegen …

De ijsvlakte rond de grote vogelkijkhut lag er stil en verlaten bij. Normaal gesproken wordt hier door de IJsclub Lyts Begjin een baan uitgezet en worden er kluunbruggen gebouwd waar schaatsers de sloten en de weg tussen beide ijsvlakten veilig kunnen oversteken. De fundamenten van één van de kluunbruggen kun je op de meest rechtse foto hieronder zien …

Hoe ze het gedaan hebben, weet ik niet, maar nu er geen baan op de ijsvlakte was uitgezet, kwamen er schaatsers over het sneeuwijs in de sloot op de onderstaande foto deze kant op …

Daar moest bij gebrek aan tapijt op de weg op alternatieve manier gekluund worden. Terwijl Jetske en ik het groepje van beide kanten in beeld namen, zakte een schone blondine die de beschermhoezen van haar schaatsen niet bij zich had, vlak voor me door de knieën.
“Ga je me eindelijk een aanzoek doen …?” vroeg ik lachend. Dat bleek niet de bedoeling te zijn, lachend kroop ze naar de overkant van de weg, waar ze op haar vrienden wachtte …

Maar er waren meer schaatsers die van zuid naar noord wilden oversteken. De jongedame op de foto hieronder liet haar metgezellen verder schaatsen, terwijl ze zelf aanstalten maakte om over te steken …

Ze besloot eerst nog een stukje door de berm te lopen, daarna maakte ze de oversteek op een wel heel bijzondere manier. Alsof ze nooit anders had gedaan, kloste ze zo met het metaal van haar schaatsen over het ruwe asfalt.
“Wat tochtst, moarn taait it dochs …?” (“Wat dacht je, morgen dooit het toch …?”) riep ik haar na. Lachend ging ze aan de andere kant op in de drukte …

Na een laatste blik over de noordelijke ijsvlakte, stelde ik Jetske voor om nog even bij de Leijen te kijken …

– wordt vervolgd –

IJspret op de Headamsleat

Het is een wondere wereld. Toen ik vorige week zaterdagmiddag met Jetske op en rond het ijs stond te fotograferen kwam de maximumtemperatuur uit op -1,2 ºC. Vandaag wordt een maximumtemperatuur van ca. 15 ºC verwacht. Kortom: het lijkt wel voorjaar. Desondanks ga ik nog even door met de foto’s van die zonnige en gezellige ijsdag …

Tegen het middaguur kwamen we bij het ijs aan. En hier begint het allemaal mee als je als schaatsers eenmaal bij het ijs bent aangekomen: de schaatsen onderbinden …

Vanuit de richting van de Headamsbrug naderden af en toe groepjes schaatsers. Waar zij precies waren opgestapt werd me niet helemaal duidelijk. Wel moesten ze om verder te kunnen schaatsen richting Earnewâld een stuk klunen. Voor wie behoefte had aan een warme versnapering stond er een koek en zopie …

Terwijl we een stukje langs het ijs liepen, viel deze jongeman me op. Zo te zien had hij net nieuwe schaatsen en keek hij nog eens even of alles goed zat …

Zonder dat het over hem hadden gehad, hielden Jetske en ik hem enige tijd later allebei een tijdje in de zoeker, want was hij geconcentreerd bezig …

Maar niet iedereen was geconcentreerd en serieus bezig. Er werd niet alleen geschaatst, maar ook gezellig gewandeld op deze prachtige ijsdag …

Oud en jong gaf acte de présence, de één met een muts, de ander heel verstandig met een helm. Junior had de slag al goed te pakken op zijn moderne houtjes. Die is een volgende keer aan zijn eerste noren toe …

Zij leek in gedachten verzonken, maar ging met vaste tred voorwaarts …

Dat had hij misschien ook beter kunnen doen … Ik hield hem al een tijdje in de gaten, want ik zag al van verre aankomen wat er uiteindelijk zo ongeveer zou gebeuren …

Na enige tijd besloten we een stukje verderop te kijken, op naar de Jan Durkspolder en de Leijen. Maar dat kan nog een paar dagen duren. Morgen gaan we even spelen met licht en een ijzig handje in de tuin …

wordt vervolgd

Onderweg naar het ijs

Vorige week zaterdag heb ik samen met mijn fotomaatje Jetske een paar uurtjes op en rond het ijs doorgebracht. We besloten eerst maar eens bij de Headammen te kijken. Dat is de locatie die ik begin februari in het logje ‘Wachtend op de winter’ al omschreef, en waarvan ik verwachtte dat we er de eerste schaatsers zouden zien. Toen we bij Opeinde over de brug kwamen, zag ik dat alleen eenden en wat meeuwen zich op het ijs van het Opeinderkanaal waagden …

Op de Wolwarren maakten we een korte tussenstop om een paar foto’s te maken van de windmotor bij de ijsvlakte waar we 5 jaar geleden samen op de valreep een paar schaatsers hadden gefotografeerd. Nu was de maagdelijk witte vlakte leeg. Kijkend daar de stroom auto’s die ons tegemoet kwam, vermoedde ik dat dit de vroege schaatsers waren, die terugkeerden vanaf de Headammen …

Korte tijd later zagen we dat de gemeente Smallingerland het parkeren uitstekend had geregeld om een chaos op en langs de smalle weg te voorkomen. Nadat een vriendelijke verkeersregelaar ons een plekje had gewezen, gingen we te voet op weg naar het ijs …

Niet veel later bereikten we de Aldheadamsleat in Nationaal Park de Alde Feanen. Eenmaal voorbij het bordje ‘Rustgebied’ was het even gedaan met de rust. Maar wat was het een mooie – tijdelijke – verstoring van de rust …

wordt vervolgd

Een week winter

Zo, dat was hem dan, de winter van 2021. Een week met 6 ijsdagen, maar zonder strenge vorst in onze tuin. De laagste minimumtemperatuur bleef steken op -9,8 ºC, gistermiddag liep het kwik op naar 2,7 ºC …

In chronologische volgorde zag mijn week er als volgt uit. De winter begon met Code rood. Diep in de nacht van zaterdag 6 op zondag 7 februari begon de aangekondigde sneeuwstorm bezit van onze tuin te nemen …

De sneeuwjacht hield zo’n 24 uur aan, maar leverde hier uiteindelijk gemiddeld toch niet meer dan ca. 6 cm sneeuw op. Ons vijvervrouwtje was maandag 8 februari nog maar nauwelijks zichtbaar …

Na het sneeuwruimen op maandag heb ik het dinsdag rustig aan gedaan om energie te sparen voor de volgende dag. Wel heb ik ’s avonds even met licht, water, ijs en luchtbellen gespeeld bij de vijver …

Woensdag waren ook de binnenwegen in Fryslân weer goed berijdbaar, en dus werd het de hoogste tijd om een ritje naar de Ecokathedraal te maken. Daar heb ik een sprookjesachtige sneeuwwandeling gemaakt …

Moegestreden in de Ecokathedraal heb ik de donderdag vooral in de tuin doorgebracht, spelend met licht en schaduw in de sneeuw …

Ook de vrijdag heb ik de goeddeels in tuin doorgebracht, ditmaal om me voor te bereiden op de ijspret die voor zaterdag op het programma stond …

Zaterdag heb ik samen met mijn fotomaatje Jetske het ijs opgezocht. Ik vond het een feest om te midden van alle ijspret zelf ook weer even op het ijs te staan …

Gistermiddag hebben Aafje en ik nog even een ritje door het sneeuwrijke lage midden van Fyslân gemaakt. Onderweg besloot ik o.a. even een tussenstop te maken bij de spoorbrug Grou over het Prinses Margrietkanaal. Na alle ijspret van gisteren deed het me pijn in ’t hart, maar we hadden geen beter moment kunnen treffen. Er naderde net een klein konvooi van twee ijsbrekers en twee vrachtschepen die zich door het ijs ploegden …

En vandaag kwam er met Code Rood een eind aan de winter. IJzel maakte wegen en vooral ook veel stoepen spiegelglad, zo ook het paadje in onze tuin. Intussen is de ijzel overgegaan in regen en is de temperatuur opgelopen tot boven het vriespunt, zodat ik me sinds ca. 10:30 uur weer veilig door de tuin kan bewegen …

Op mijn weblog houdt de winter voorlopig nog wel even aan. Ik heb als kind van de winter weer een fantastische week gehad, waarin ik meer dan 1100 foto’s heb gemaakt. Al hetgeen hierboven kort is weergegeven, zal hier de komende tijd nog uitgebreid voorbij komen. De liefhebbers van voorjaar en zomer zullen het geduldig moeten uitzitten of voorlopig hun heil elders zoeken …   😉

Sneeuw- en ijspret

“MS … de ene dag is de andere niet …,” luidde Willy’s reactie op mijn blogje van gisteren. Daarmee sloeg hij de spijker precies op zijn kop, want zo ervaar ik het deze week ook weer. Vanmorgen vertoonden mijn onderdanen gelukkig alweer veel meer kracht en souplesse dan gisteren. En dus ben ik meteen na de koffie in de auto gestapt om eens een mooie rit te maken. Die rit voerde me eerst naar de ijspret in de Jan Durkspolder. Erg druk was het daar nog niet, want er lag nog geen baan over de besneeuwde ijsvlakte. De veegmachine bleek door het ijs gezakt, en dus moest er op de schaats en met de hand sneeuw worden geruimd …

Nadat ik tijdens het vervolg van de rit in de buurt van Earnewâld o.a. nog wat reeën, pony’s en paarden had gefotografeerd, ben ik richting Mildam gereden. Het bloed kroop weer eens waar het niet kon gaan, en dus heb ik me toch maar heel behoedzaam in de besneeuwde Ecokathedraal gewaagd …

Mocht de dooi nu invallen – wat ik niet hoop – dan kan ik voorlopig even vooruit met een keur aan winterse foto’s.