Nog één keer het ijs op

Het bloed kruipt waar het niet kan gaan, en dus stond ik gisteren alweer mooi op tijd langs de kant van het ijs om schaatsers te fotograferen. Hoewel ik bij Omrop Fryslân had gehoord, dat er intussen op meerdere plaatsen in de omgeving geschaatst werd op natuurijs, heb ik weer gekozen voor De Wolwarren

Het was minder druk dan dinsdagochtend. Dat kwam mij wel goed uit, want nu kon ik de auto mooi langs de baan in de berm parkeren. Eén van de meest fanatieke schaatsers op natuurijs, ijsmeester en veiligheidsfunctionaris van de Jan Durkspolder Age Veldboom, ontbrak niet op het appèl. Hij is meestal de man die in alle vroegte met zijn prikstok het ijs op gaat om een ‘veilige’ baan uit te zetten …

Terwijl ik dit schrijf is het tweedaagse schaatsfeestje weer voorbij. De thermometer staat hier momenteel op 4,5°C. Aan de ene kant vind ik dat als ‘kind van de winter’ natuurlijk spijtig, want het heeft me behalve veel foto’s deze week ook weer veel energie opgeleverd. Aan de andere kant vind ik het eigenlijk ook wel prima. Nu het voorbij is, voel ik ook meteen de lichamelijke vermoeidheid die er ook mee gepaard gaat. Vandaag heb ik mezelf daarom een verplichte rustdag voorgeschreven, want morgen staat er een voorjaarsdag in het riet op het programma met mijn fotomaatje…

Pijnlijke finale in de JD-polder

Het laatste ijs waar ik schaatsers hoopte te zien, lag in de Jan Durkspolder. Gewoontegetrouw reed ik, komend vanaf de Hooidammen, eerst de doodlopende weg naar de grote vogelkijkhut in de Jan Durkspolder in. Daar viel zoals ik had kunnen weten weinig te beleven. Maar toen ik vanaf de Westersânning inzoomde, kon ik zien dat er aan de kant van Earnewâld genoeg drukte was. Terwijl ik enkele minuten later bijna ter plekke was, zag ik een wit bestelwagentje de polder rijden. Dat is niet goed, dacht ik nog …

Even later had ik auto geparkeerd aan de Koaidyk, toen er een politiewagen met de zwaailichten aan voorbij kwam. Ik stond net bij het toegangshek naar de polder, toen er een tweede politiewagen en een ambulance met toeters en bellen naderden. Ik zag dat er inde verte iemand bij ‘een slachtoffer’ aan de kant zat. Terwijl de brancard de polder in werd geduwd, verrichtten enkele politieagenten in de verte wat ‘veldwerk’ …

Intussen was er ook een traumaheli aangekomen. Nadat het ambulancepersoneel zich over het slachtoffer had ontfermd en groen licht had gegeven, verdween de helikopter na enkele cirkels rond de polder weer richting basis. Korte tijd later werd de brancard leeg terug gerold, de patiënt werd met de auto naar de weg gebracht. Daar zag ik dat zelf ze overstap naar de brancard maakte …

De vriendin die bij haar zat in het veld, vertelde me korte tijd later dat de vrouw lelijk op haar hoofd was gevallen. Omdat ze even van de wereld was geweest, werd ze ter controle meegenomen naar het ziekenhuis.

Met deze val, die andermaal het belang van een helm onderstreept, kwam er wat een wrang einde aan het schaatsseizoen. Dat hoofdstuk sluit ik dan ook af met de onderstaande weidse blik over de hele Jan Durkspolder, waar de laatste liefhebbers hun rondjes bleven draaien …

het schaatsseizoen mag dan voorbij zijn, van winterse plaatjes zijn jullie hier nog niet verlost …

Terug via het bos in ’t ijs

Nog een laatste blik op de Noarderkrite tussen Smalle Ee en de Veenhoop, waar de laatste schaatsers vorige week donderdag hun rondjes nog even bleven draaien …

Nadat ik nog even had rondgekeken, stapte ik in de auto om dezelfde bijna 20 km lange route van gisteren in omgekeerde richting af te leggen. Onderweg van de Noarderkrite naar de Hooidammen maakte ik nog even een tussenstop bij het bos in de retentiepolder bij Smalle Ee. Rond de stammen waren ook hier de sporen van het zakkende ijs goed te zien …

Wie zich naar aanleiding van de foto van de zwanen, die hier dinsdag lekker op het ijs lagen, zorgen maakte of de zwanen niet vast zouden vriezen of dat ze misschien een gebrek aan water hadden … Niets van dat alles, ze lagen er op dat moment lekker in de zon. Voor open water konden ze in een sloot aan de andere kant van de weg terecht. Daar zaten ze nu ook in een weiland …

Vier dagen winter

Zo, dat was weer een fijn wintertje. Het was wat kort, maar voorlopig kan ik er in verschillende opzichten wel weer even mee vooruit. De week maandag begon met een fotokuier met mijn fotomaatje. Wind, water en lichte vorst rond de retentiepolders bij Smalle Ee en It Eilân stonden die dag centraal. Het eerste ijs was bomijs op een plas langs het pad op It Eilân …

Dinsdag heb ik een kijkje genomen bij het ondergelopen land achter de Hooidammen. Daar lag intussen een mooie ijsvloer, maar het was nog te dun om op te schaatsen. Bij de Leijen lag nog geen flintertje ijs op het wateroppervlak, daar zorgde de wind wel voor. Het enige ijs dat daar te zien was, werd gevormd door opspattend water dat bevroor rond takken en rietstengels …

Woensdag werd er volop geschaatst op het ondergelopen land achter de Hooidammen. Met een strakblauwe lucht en minder wind dan de op voorgaande dagen, was het wat we in Fryslân ‘sierlik winterwaar’ noemen …

Ook donderdag kon er nog geschaatst worden. Die dag werd er niet alleen geschaatst achter de Hooidammen, maar ook op de Noarderkrite bij De Veenhoop en in de Jan Durkspolder. Daar eindigde de schaatspret met de onfortuinlijke val van een vrouw, die met de ambulance moest worden afgevoerd ..

Intussen is het feestje alweer voorbij. Rond het middaguur trad de dooi gistermiddag in, en verscheen er water op het ijs. Vier dagen zwerven langs water en ijs begint zich nu te wreken. Maar zoals gezegd, dit ‘kind van de winter’ kan er voorlopig weer even mee vooruit. Lichamelijk pak ik nu een dag of wat mijn rust, waarin ik jullie zo af en toe een deel van de 900 foto’s van de winterse taferelen voorschotel, die ik deze week heb gemaakt …

Terugblik december 2022

December begon koud, maar van winter was geen sprake. Het was veelal zwaar bewolkt met een gure wind, overdag was het een graad of vier en ’s nachts lag de temperatuur vaak rond het vriespunt. Het onderstaande beeld, gemaakt onderweg naar de Sinterklaasviering, laat duidelijk zien dat het in de eerste week geen weer voor mijn fotokuiertjes was …

Vanaf 10 december veranderde het beeld en kreeg het weer een winters karakter. Na een paar nachten met lichte tot matige vorst zag het er op 14 december in de tuin zowaar even echt winters uit. De zon scheen en het vroor lekker. Het ijs riep! Het eerste wat ik op zo’n dag doe is een ritje naar de Hooidammen maken. Daar maakten de eerste schaatsers op het ondergelopen land hun eerste slagen van het jaar op natuurijs. Ik had een van mijn vermaarde topdagen, want ook in het bos heb ik volop genoten van de winterse sfeer …

Vijf dagen kon er op ondergelopen land en verschillende ijsbanen veilig geschaatst worden. Daarna was het weer voorbij met de winterpret. Vanaf 20 december kwamen we weer onder de invloed van lagedrukgebieden en liepen de temperaturen snel op. Waar op 18 december nog een laag ijs lag, nam de grote zilverreiger zijn bad weer. Bij Earnewâld kreeg ik nog een buitenkansje om een zeearend te zien landen. Op 30 december heb ik het fotojaar samen met mijn fotomaatje afgesloten bij ‘de Slotpleats’ bij Bakkeveen. Ik kom hier nog op terug …

Wat moet ik er verder nog van zeggen? December had duidelijk twee gezichten. Na een licht winterse start eindigde de maand met recordhoge temperaturen. Tijdens de jaarwisseling stond hier in de tuin 13,5°C op de thermometer. Aan het eind van de maand heb ik 11 vorstdagen geteld en 1 ijsdag, de eerste en de laatste van 2022. Dankzij de twee gezichten kwam de gemiddelde temperatuur uit op 3,7°C (normaal over de periode 1971-2000: ca. 3,4°C). Ook de hoeveelheid neerslag week dankzij de natte laatste week nauwelijks af van dat langjarig gemiddelde …

Het kon nog net even

De dooi was in grote delen van ons land al ingetreden, maar op het ondergelopen land bij de Hooidammen ten westen van Drachten kon zondag 14 december nog geschaatst worden. Aan het begin van de middag werd de lokroep van het ijs weer zo sterk, dat ik er toch nog maar even naar toe ben gereden …


De vaarweg tussen Drachten en Earnewâld lag nog helemaal open. De laatste keer dat daar ook een mooie laag ijs op lag, was in februari 2012. Maar dat kon de pret niet bederven, want voorbij de bomen lag links van de Hooidamsloot een mooie ijsvlakte …

Op die ijsvlakte, waar 4 dagen daarvoor de eerste vermetele schaatsers voorzichtig hun eerste streken zetten, lag nu van hier bijna tot Earnewâld een mooie stevige ijsvloer …


Zodra het schoeisel was verwisseld voor schaatsen, konden de eerste rondjes worden gemaakt. Nou ja, rondjes … het waren mooie ronden van naar schatting twee kilometer. Daar konden de liefhebbers die dag nog volop van profiteren en dat deden velen dan ook …

Na een paar van die rondjes was het voor menigeen wel tijd om de benen, die aan het begin van het seizoen nog niet gewend waren aan de schaatsbewegingen, even wat rust te geven. Dat was natuurlijk meteen een mooie gelegenheid om nog even iemand te bellen om te vertellen wat hij of zij miste …


Het deed me deugd om te zien, dat het niet alleen volwassenen waren die zich op de gladde ijzers waren. Er waren ook verrassend veel kinderen op het ijs. De kleinsten werden waar nodig overeind geholpen en gehouden door een van hun ouders. Wat grotere kinderen waren intussen op zichzelf aangewezen. Wie viel werd geacht al snel weer op te krabbelen om daarna gewoon verder te gaan, zoals ik dat zelf in het begin ook talloze malen had gedaan …

Luidruchtig overvliegende ganzen haalden me na verloop van tijd uit mijn dromerij uit de tijd toen ik zelf nog graag schaatste. Tijd om terug te gaan naar de warmte van de huiskamer …

De earste riders yn’e JD-polder

Aangekomen in de Jan Durkspolder was de vogelkijkhut wat beter te zien. Net als de uitkijktoren ‘Romsicht’, die wat verderop staat. Verder viel er ten zuiden van de Westersânning niet veel te zien …


De earste riders (de eerste schaatsers) in de Jan Durkspolder waren zoals gebruikelijk aan de noordkant van de Westersanning te zien. Omdat er nog steeds maar een paar cm ijs lag, waren er nog maar weinig schaatsers die zich op de ijsvlakte waagden …

Het waren er weliswaar nog niet zoveel, maar ze waren er allemaal: de schaatsende fotografe, de man die zijn stijlvolle pootje-over kunsten toonde en de veteraan die heel verstandig met een helm op voorbij schaatste …

En er waren natuurlijk weer momenten van weerzien met oude bekenden op de schaats of zomaar een praatje met een toevallige passant. Er gebeurt wat met mensen zodra er ijs ligt, ze worden ineens een stuk vrolijker en vriendelijker. Er wordt niet alleen gevallen, maar vooral ook gelachen en mensen groeten elkaar zoals dat in de jaren ’60 en ’70 nog gewoon dagelijks gebruik was …

De basis voor dat bijzondere sfeertje is volgens mij deels te vinden in het landschap, dat feeërieke trekjes krijgt wanneer de kou behalve ijs op sloten en plassen ook een laagje rijp over het landschap heeft gelegd …