Paesens, uitzicht vanaf de dijk

Vandaag het laatste logje van deze 24-delige serie over de rit die ik begin september samen met mijn fotomaatje langs het Wad heb gemaakt. We begonnen die dag bij Firdgum en we eindigden in de omgeving van Paesens-Moddergat. Ik had jullie nog wat foto’s beloofd, die ik had gemaakt terwijl we over de brug van de opera terugliepen naar het dorp. Die was ik na de koffie met gebak op het terras helemaal vergeten, bij deze alsnog …

Over de brug lopend, zag ik dat er in de verte iemand stond te vliegeren. Nou ja, er werd een poging gedaan om een vlieger op te laten. Maar als je hem hier op de dijk niet omhoog krijgt, vergeet het dan maar …

Nee, veel wind was er niet, het was prima weer voor een wandeling over de dijk langs het monument van de Vissersramp van 1883. In de nacht van 5 op 6 maart van dat jaar voltrok zich tijdens een zware storm een vreselijk ramp voor de vissersgemeenschap Paesen-Moddergat. De complete vloot van 22 aken en blazers was uitgevaren. 17 van de schepen zijn vergaan, 83 bemanningsleden bleven achter op zee …

Een stukje verderop staat het beeld ‘de Fiskersfrou’ van beeldhouwer Hans Jouta. ‘De Fiskersfrou’ is een eerbetoon aan de vrouwen van Paesens-Moddergat, die na de ramp van 1883 voor een zware taak stonden: de zorg voor de kinderen en rond zien te komen van een karig inkomen. In februari 2013 heb ik eens een fotoserie van ‘de Fiskersfrou’ in de sneeuw gemaakt …

Het zal zeker niet mijn laatste bezoek aan Paesens-Moddergat geweest zijn, want dat is en blijft een fijne plek om zo nu en dan eens even naar toe te gaan. En eerlijk is eerlijk, ik vind de Peazemerlânnen leeg en ongerept (zoals op de onderstaande foto uit augustus 2012) een stuk mooier dan met het openluchttheater dat er in september stond …

Tot slot: zouden jullie het erg vinden als ik nog ‘ns een serie van een tripje langs het Wad voorbij laat komen?

Oogsttijd langs de Dijk

We naderden het einde van deze rondrit door het noorden van Fryslân. Nadat we de laatste dijkcoupure aan de Alddyk hadden bekeken, reden we terug richting Paesens. Onderweg hebben we nog even een korte tussenstop gemaakt om nog wat foto’s te maken van de aardappeloogst in de polder achter de Waddendijk …

In mijn eigen omgeving wordt weinig meer geoogst dan maïs. In 2010 heb ik een keer wat foto’s gemaakt bij een akker tussen Langezwaag en Luxwoude waar ook aardappelen geoogst werden. Hier op die indrukwekkende lege vlakte aan de Waddenzee levert het toch weer een heel ander beeld op …

Iets verderop leek nog een combine met de graanoogst bezig te zijn. Maar het ging het me op de onderstaande foto niet om die combine, maar om de vogels die de aardappelrooiers vergezellen. Waar op het land wordt gewerkt, daar zijn ook vrijwel altijd vogels te vinden …

Vooral meeuwen vallen daarbij altijd op, maar het zijn niet altijd de enige vogels die ervan profiteren. Een handjevol kraaien en vooral ook een groot aantal kieviten hielden de meeuwen gezelschap. De aardappelrooiers en de meeuwen leken een nauwe samenwerking met elkaar te zijn aangegaan, waarbij ze zich in een mooie ritmiek over de akker bewegen …

Wanneer de boer na verloop van tijd klaar is met zijn werkzaamheden, keert de rust langzaam weer op het akkerland achter de dijk. De vogels zoeken hun heil elders …

Wat overblijft is een kale akker achter de Waddenzeedijk …

Naar de dijkcoupures

Voor het laatste deel van ons ritje langs het Wad, reden we naar de verst gelegen boerderij aan de Alddyk (Google Maps). De Alddyk loopt aan de buitenkant vlak langs de oude zeedijk, in de verte zie je de nieuwe Waddenzeedijk …

Tussen 1963 en 1993 is 66 kilometer van die dijk op deltahoogte gebracht. Momenteel staat Wetterskip Fryslân op het punt om de Waddenzeedijk tussen Koehool en het Lauwersmeer over een lengte van bijna 50 km opnieuw te verhogen en te versterken

Bij de aanleg van de nieuwe polders werd indertijd in de oude zeedijk een gat gegraven om de nieuwe polder toegankelijk te maken. Zo’n gat in de dijk is een coupure of dijkcoupure. Zo’n coupure bestaat uit een verticale gemetselde dijkwand aan weerszijden van de weg met daarin gleuven waarin balken konden worden geschoven …

Wanneer er een zware storm en hoog water dreigden werd de coupure afgesloten, zodat de dijk haar waterkerende functie weer kon vervullen. In de coupure werd dan een dubbele rij schotbalken neergelaten en de tussenruimte werd opgevuld met zand of mest. De schotbalken werden bewaard in een schotbalkenloodsje, dat vlak naast de coupure achter de dijk staat …

Hier aan de Alddyk staat achter elke coupure een boerderij, en soms gaat er ook nog een huis achter zo’n coupure schuil. Aan de coupures is goed te zien dat de tand des tijds er hier en daar flink aan is gaan knagen, zelfs die pot met fleurige viooltjes kon dat niet verhelen …

Morgen kijken we nog even verder rond aan de Alddyk. Maar als je intussen mooiere en betere foto’s van deze dijkcoupure wilt zien, dan moet je even bij Jetske kijken. Met haar spiegelreflex heeft ze er aanzienlijk mooiere foto’s van gemaakt: Jetske’s dijkcoupures.

Terug over de Waddendijk

Nadat Jetske het verzoek had gekregen om te stoppen met fotograferen bij het podium, besloten we terug te gaan richting auto. We hadden de bijzondere setting op de Peazemerlânnen aan de rand van het Wad bekeken en we ook de oude palenrij hadden we weer gezien. Het was goed zo …

Nadat we op de heenweg op de normale manier over de dijk waren geklommen, stelde ik voor om op de terugweg gebruik te maken van de trap. Technisch gesproken bevinden die trappen en de brug zich maar op beperkte hoogte boven de dijk. Voor hoogtevrees was ik dan ook niet bang …

Maar ik moet toegeven, dat ik die brug toch knap hoog begon te vinden, toen ik aan de voet van de trap stond. En even later van boven naar beneden kijkend – waar Jetske intussen ook aan de klim was begonnen – vond ik toch een knappe diepte. Maar het uitzicht over het operaterrein en de daarachter liggende Wadden, was dan wel weer heel mooi …

Ik moet ook gewoon niet te steil naar beneden kijken, dan is er niets aan de hand. Voor Jetske, die nog net wat meer last van hoogtevrees heeft, viel het niet echt mee. Zwaar bepakt en bezakt daalde ze stapje voor stapje af. Daar werd ze vanaf het terras aan de overkant van de straat met een applausje beloond …

Omdat het intussen ook tijd was om aan de inwendige mens te denken, lieten we ons een stuk appeltaart en een stuk oranjekoek op dat terras goed smaken. Hoewel het al tegen het eind van de middag liep, stelde ik Jetske voor om na de koffie nog even een kijkje te nemen bij de coupures in de oude zeedijk ten zuidoosten van Paesens. Hoewel ze niet meteen wist wat ze zich er bij voor moest stellen, moesten we dat maar doen, vond Jetske …

Maar voordat we naar die dijkcoupures gaan, morgen eerst nog wat foto’s die ik vanaf de brug over de dijk heb gemaakt.

Feest aan ’t Wad

Onderweg naar het tweelingdorp Paesens-Moddergat vertelde ik Jetske al, dat het er wel eens heel anders uit zou kunnen zien dan we gewend zijn. Ik had iets gelezen over een opera die er in september opgevoerd zou worden. Dat het er inderdaad heel anders uitzag, bleek al meteen na aankomst …

Over de 10 m hoge Waddendijk was een enorme trap gebouwd en aan de voet van de dijk stonden de manshoge letter ‘♥fryslân’. Aan de andere kant van de weg was op het land tussen de twee dorpen Moddergat en Paesens een enorme feesttent opgebouwd …

Ik stelde voor om de trap maar te laten voor wat hij was en de dijk gewoon op de bekende plek en de vertrouwde manier te beklimmen. Omdat dat toch altijd weer een hele klim is, namen we halverwege even de tijd om even om ons heen te kijken …

Eenmaal op de kruin van de dijk leek het alsof er een monsterlijk gedrocht vanuit de Waddenzee de altijd zo mooie en rustige strook buitendijks land de Peazemerlannen was opgekropen …

Omdat we aan de oostkant van de trap beneden tussen de hekken terecht dreigden te komen, zochten we ons een weg naar de westkant …

Daar kwamen we aan de voet van de dijk bij de Waddenzee terecht. In de verte zochten een vissersschip en een paar zeilboten hun weg door de goeddeels drooggevallen zee …

Morgen gaan we naar de opera.

Bij Zwarte Haan

Vanaf Firdgum zetten we koers naar Zwarte Haan (Google Maps), een buurtschap aan de voet van de Waddendijk in de gemeente Waadhoeke. Volgens verschillende bronnen is de naam Zwarte Haan ontstaan uit de oorspronkelijke Friese benaming ‘Swarte hoarne’ of ‘harne’. Dit betekent ‘Zwarte hoek’. De benaming ‘Zwarte’ komt voort uit het donkere slib dat hier ooit aangetroffen werd. Later is ‘hoarne’ verbasterd tot ‘hoanne’ wat Fries is voor ‘haan’. Een nabijgelegen boerderij heet nog steeds de ‘Swarte harne’ …

De toegang naar de dijk is zorgvuldig afgerasterd met hekken en een paar kooien met stenen om te voorkomen dat de schapen die de dijk begrazen buiten hun rayon aan het werk gaan …

Eenmaal aan de andere kant van het hek staan we tegenover ‘de Slikwerker’, een bronzen beeld van een landwerker ter ere en nagedachtenis aan de mannen die Het Bildt hebben ingepolderd. Met niet meer dan schop en kruiwagen werden de Oude- en Nieuwebildtdijk rond resp. 1505 en 1600 aangelegd en werden de polders drooggelegd …

De teksten op het monument en op een bordje bij de ingang zijn niet opgesteld in het Fries of het Nederlands, maar in het Bildts. De streek waar we hier zijn, heet ‘Het Bildt’, deze naam verwijst naar het ontstaan van het land hier als aangeslibd op ‘opgebild’ land. Het waren vooral dijkwerkers uit Zuid-Holland die vanaf 1505 dijken bouwden rond Het Bildt. De nakomelingen van deze Zuid-Hollanders vermengden hun taal met het Fries. Daarom is het Bildts dat hier gesproken wordt in feite een Hollands dialect …

Het eerste dat we op de kruin van de dijk te zien krijgen, is een informatiepaneel. Daarachter strekt zich de schier oneindige wereld van het Wad uit …

Een stukje verderop in westelijke richting staan twee monumentale banken. Jullie kennen mij intussen, een bankje of in dit geval een mooie monumentale bank, heeft altijd een bijzondere aantrekkingskracht op me. En dus wandelde ik al fotograferend die kant op. Beide banken waren volledig vrij, en dus nestelde ik me lekker op de linkse van de twee banken met zicht op het Wad …

Morgen kijken we hier verder rond.