Bij gebrek aan winterweer dreigen mijn weblog en ik in een winterdipje te sukkelen. Het aanhoudend grijze weer doet me tegen beter weten in verlangen naar een mooie winterse pluim …

Bij gebrek aan winterweer dreigen mijn weblog en ik in een winterdipje te sukkelen. Het aanhoudend grijze weer doet me tegen beter weten in verlangen naar een mooie winterse pluim …

Na mijn bezoekje aan de Jan Durkspolder ben ik maandag aan het begin van de middag nog even naar de Wolwarren onder Oudega gereden. De grote plas bij de vogelkijkhut lag nog helemaal open, maar hier langs de Wolwarren lag zoals ik had verwacht een eerste laagje ijs …

Vorig jaar kon ik op 10 januari de eerste schaatsers op deze kleine ijsvlakte fotograferen (foto hieronder). Het was de eerste van in totaal 3 dagen, waarop er op verschillende stukken ondergelopen land in de omgeving geschaatst kon worden. Het bleef anderhalve week licht winters weer, waarin ik ruim 1000 foto’s met sneeuw- en ijspret heb kunnen maken …

Dit jaar zou de oogst wel eens beperkt kunnen blijven tot een tiental foto’s, waarop niet meer te zien is dan een dun laagje ijs omgeven door rietkraagjes. De rietkraagjes zijn wel mooi uitgelicht door de zon, die op dat moment al omfloerst werd door hoge bewolking. Winter lijkt voorlopig ver weg …





Ben ik even blij, dat ik gisteren een paar uur heb kunnen genieten van de tijdelijk wit berijpte wereld! Vandaag ziet het er met regen en ijzel ineens weer een stuk minder mooi en winters uit. Maar met de foto’s die mijn ritje gisteren heeft opgeleverd, gaat het wel lukken om hier een winterse sfeertje vast te houden tijdens de kerstdagen …

De eerste tussenstop heb ik gemaakt bij het nieuwe gemaal aan de Bûtendiken tussen Smalle Ee en De Veenhoop. Daar heb ik een korte kuier langs het noordelijk deel van het natuurgebied ‘Petgatten De Feanhoop’. Hieronder een blik van oost naar west met ’t winterse tegenlicht van de laagstaande zon …



Het is, omdat het over ijs van maar twee nachtjes lichte vorst lastig schaatsen is, anders zou je bij het onderstaande beeld elk moment kunnen verwachten dat er een schaatser achter het riet vandaan komt. Maar dat kan alleen in de Ryptsjerksterpolder. Daar waagden de eerste vermetele schaatsers zich gisterochtend zoals gebruikelijk wel weer over slechts 2 cm dik ijs. Intussen kunnen de schaatsen weer in het vet, want het regent hier bij een temperatuur net boven het vriespunt …

Zachtjes deinde de dikke mof, hangend aan een tak, in de wind op en weer …

Nee, wees gerust … het was geen bungelende Duitser, maar slechts een dikke want … een verloren winterse herinnering …

Toen ik gisteren aan het begin van de middag bij de Nije Heawei arriveerde, waren de bergen aarde en de diepe sporen al bijna volledig weggewerkt door een tweetal kranen …

Ik besloot voor het eerst sinds lange tijd weer eens een kuiertje te maken naar de dobbe aan de noordkant van het Weinterper Skar. Op het laatste stuk van het pad door het bos knisperden de bevroren bladeren gemoedelijk onder mijn voeten …

De dobbe lag er met een dun laagje ijs prachtig bij in een licht winters decor. De zon had met zijn warmende werk de rijp rondom al goeddeels doen verdwijnen …

Aan de zuidkant van de dobbe gluurde de zon net om het hoekje van de bosrand om ook daar aan zijn warmende en smeltende werk te beginnen …

Terwijl ik lekker op het bankje in de zon zat, maakte de rijp langzaam plaats voor kleine, in het zonlicht fonkelende druppeltjes. Een kleine winterse vliegenvanger richtte zich, steeds lichter wordend, langzaam verder op …

Nu maart zo koud is
zingt zelfs het kleine sijsje
in ’t voorjaar nog een winters wijsje …

Hoewel weinig of niets momenteel aan voorjaar doet denken, heb ik afgelopen donderdag toch ruim een week eerder dan vorig jaar mijn ‘earste ljip’ -bij de meeste lezers beter bekend als de eerste kievit of Vanellus vanellus– kunnen fotograferen …

Dinsdagmiddag had ik tijdens het kortdurende voorproefje van het voorjaar al een groepje kieviten zien vliegen, maar omdat zowel zij als ik op dat moment onderweg waren, kon ik daar nog geen foto van maken …

De kievit die ik donderdagmiddag in grijze omstandigheden aantrof in een schraal weiland, trippelde voortdurend heen en weer, regelmatig boog hij zich met wuivende kuif voorover om een hapje te eten …

Met op zijn minst een winterse week in het vooruitzicht zou het best eens kunnen dat de eerste weidevogels die hier in de afgelopen week zijn neergestreken, tijdelijk weer terug zullen keren naar zachtere oorden … en gelijk hebben ze …
