Terugkeer van de kiekendief

De grutto die ik had gefotografeerd stond aan de noordkant van het uitkijkplatform achter het hek. Toen ik me oprichtte en omdraaide, zag ik dat de bruine kiekendief weer tevoorschijn was gekomen in het zuidwesten, waar ik hem eerder ook had gezien …

Korte tijd kon ik hem blijven volgen, terwijl hij weer boven hetzelfde weiland zweefde als een minuut of tien eerder. Daarna raakte ik hem opnieuw kwijt, toen hij laag boven de sloot bleef zweven …

Vrijwel op hetzelfde moment zag ik verderop een zwerm vogels opvliegen. Daar zal de kiekendief vast ook ergens geweest zijn, maar ik kreeg hem niet meer te zien. Bij de zwerm vogels fladderde één kievit rond. Hoewel ik er tot nu toe maar enkelen had gezien, had ik het idee dat de andere vogels kemphanen waren …

Hoe ik vervolgens ook in ’t rond speurde, de kiekendief was in geen velden of wegen meer te zien. Toen ik het uitkijkplatform afdaalde, voelde ik de kou in mijn bovenbenen. Het werd tijd om langzamerhand eens op huis aan te gaan. Ik was nog geen 200 meter onderweg, toen ik langs een bordje van Staatsbosbeheer kwam, waar een grutto voorbeeldig bleef poseren, terwijl ik de auto rustig liet uitrollen en ter hoogte van het bordje stop zette. De bonus van de dag

Terugblik april 2022

April begon zoals maart eindigde, met sneeuw. In de nacht van 31 maart op 1 april viel er nog een paar cm sneeuw bij, zodat er ’s ochtends vroeg een kleine 7 cm sneeuw lag …


Een lang leven was dat sneeuwdek niet beschoren, omdat de maximumtemperaturen geleidelijk opliepen tot 10°C op 3 april. En dat was maar goed ook, want er zaten inmiddels jonge merels in het nestje in de pergola. Sneeuw of niet, pa en ma merel vlogen af en aan met verse wormen. Op 5 april verlieten de jonge merels het nest. Na een koude en regenachtige tiendaagse start, liepen de temperaturen tijdelijk op, waardoor de eerst insecten zich in de tuin lieten zien…

Rond half april liet Jetske en lang gekoesterde wens uitkomen. Van een collega had ze de locatie van een ijsvogelnest gekregen die voor mij ook goed bereikbaar was. Wat heet bereikbaar, we konden ze zelfs gerieflijk vanuit de auto observeren en fotograferen. En het geluk was meteen met ons rond twee uur ’s middags waren man en vrouw ijsvogel zelfs zo vriendelijk om even samen voor ons te poseren. Het spreekt voor zich, dat ik daar de rest van het voorjaar diverse keren heb zitten posten. Omdat het niet ver van de Surhuizumermieden was, kon ik het ook nog eens mooie combineren met het fotograferen van grutto’s, kemphanen en andere weidevogels. Naar aanleiding van de inval van Rusland in Oekraïne sloten Jetske en ik de maand in een grijze, kille sfeer af met een fotokuier op de oude ‘Atoomsite’ bij Havelte… …


De eerste tien dagen van de maand verliepen duidelijk te koud voor de tijd van het jaar. Bovendien was het erg nat, na de sneeuw volgde een periode met veel regen. Dankzij het natte begin van de maand gaat april 2022 als een natte maand de boeken in. Vanaf de elfde bleef het droog en gingen de temperaturen met een zuidoostelijke stroming omhoog. Op 18 april kon ik de eerste ‘warme’ 20°C van het jaar noteren. De tweede helft van april verliep erg zonnig. In de laatste week daalden de temperaturen bij ons in het noorden onder invloed van een noordelijke stroming tot net boven de 10°C …

Diversiteit van de kemphaan

De meeste kemphanen zaten ver weg, voor mij te ver om er mooie foto’s van te kunnen maken. Maar gelukkig scharrelden er ook wat exemplaren dichterbij door het grasland …

En als je ze dan wat beter kunt bekijken, wordt duidelijk dat kemphanen zich in diverse gedaanten vertonen. De onderstaande kemphanen lijken me allemaal mannetjes te zijn. Om te beginnen was er deze vreemde vogel, zwart met bruine kleuren. Een dominant mannetje …?

Daarna kwam deze goeddeels witte vogel mijn kant op stappen. Aan zijn lichtere tinten te zien, zou dit een minder dominant mannetje kunnen zijn …

Niet veel later kwam deze grote jongen op me af stappen. Wat bruin, wat wit, wat zwart … Knap ingewikkeld om er wat van te maken. Het lijkt me zeker een mannetje, maar waar hij in de rangorde staat? Ik durf er eerlijk gezegd zelfs geen slag naar te slaan …

Om het nog wat ingewikkelder te maken … is die witte eigenlijk wel een mannetje? Hij is in ieder geval een stuk kleiner dan de donkere …

Misschien moet ik ook deze determinatie maar overlaten aan mensen die er verstand van hebben, echte vogelaars. Ik ben eigenlijk toch meer van het kijken en genieten dan van het onderzoeken. Maar Willie is zo’n echte vogelaar. Zij maakte vorige week bij boer Murk Nijdam, de vermaarde skriezeboer (gruttoboer) bij Wommels, een prachtige fotoserie van de kemphanen.

Vliegshow van de kemphanen

Toen ik eind maart voor het eerst dit jaar in de Surhuizumermieden was, heb ik er nog geen kemphaan kunnen vinden. Dat was vorige week wel even wat anders …

Als broedvogel is de kemphaan bijna uit ons land verdwenen. Tijdens de trek zijn er gelukkig in Fryslân op een aantal plaatsen in maart-april en in juli nog wel vrij grote aantallen te zien. Overwinteraars concentreren zich vooral in Zeeuws-Vlaanderen. In de Surhuizumermieden is tijdens hun trek naar het noorden weer een flinke groep kemphanen neergestreken om te rusten en te foerageren. Tussen de bedrijven door voeren ze regelmatig een vliegshowtje op …

Na een paar rondjes strijkt het hele spul weer neer, waarna ze allemaal een plekje zoeken om hun dagelijkse bezigheden op de grond voort te zetten …

Morgen bekijken we hier een paar kemphanen van wat dichterbij.

Hoe en wat 2019 – 4

Na de nattigheid van maart barstte het voorjaar in april echt los. De eerste drie weken verliepen droog, zonnig en warm, alleen de tweede week van de maand was qua temperatuur ondermaats. De relatief hoge temperaturen maakten het voor mij weer wat meer mogelijk om er licht gekleed op uit te gaan, en daar heb ik dan ook volop geprofiteerd …

Voorjaar optima forma, met aan het begin van de maand meteen al lammetjes en de eerste grutto in de wei. In de tuin werden tussen al het frisse groen ook de eerste tekenen van verval alweer zichtbaar …

Het koudst was het op 13 april, de maximumtemperatuur lag die dag op 5,8 ºC. De nacht ervoor had het licht gevroren en er trokken die dag lokaal wat lichte sneeuwbuitjes over. De hoogste temperatuur werd op 24 april bereikt met ruim 25 graden, daarmee was het meteen de eerste zomerse dag van het jaar. De gemiddelde temperatuur lag met 11,0 ºC ruim 3 graden boven het langjarig gemiddelde over de periode 1971-2000. Met alleen in de laatste week van april regen van betekenis was het met 34 mm iets droger dan normaal.

Eind april had ik in de Surhuzumer Mieden nog een mooie primeur, daar kon ik voor het eerst kemphanen op foto vastleggen …

Kemphanen in de vlucht

Ik sluit het verslag van mijn tripje naar de Surhuizumer- en Stroobosser Mieden eind april af met een paar foto’s van een groepje kemphanen (hoantsen in het Fries) in volle vlucht …

Het was de eerste keer dat ik een ritje door dat gebied maakte, maar het zal denkelijk niet de laatste keer geweest zijn. Het was een prettige verrassing dat er kemphanen zaten, en daar wil ik nog wel eens wat van zien …

Ook aan grutto’s en andere weidevogels was hier nog geen gebrek. Meerdere malen was er een grutto bereid om even te poseren voor de min of meer traditionele foto van een grutto op de paal van een hek …

Een volgende keer is het hopelijk wat warmer, zodat ik er van het leven in de omringende weilanden kan genieten vanaf het kijkplateau dat er staat in plaats van uit de auto…

Mijn eerste kemphanen

Goh … alleen Jetske durfde het op basis van mijn vorige logje aan om een gokje te wagen dat ik kemphanen had gezien. Maar ja, Jetske had dan ook een kleine voorsprong, omdat ze enige tijd geleden bij Wetering-Oost ook een groep kemphanen heeft gezien: ‘Kemphanen in winterkleed’

Die vogels zaten toen een stuk dichterbij dan deze exemplaren hier. Een ander verschil is dat de kemphanen die Jetske fotografeerde en filmde allemaal nog in winterkleed waren, terwijl de mannen hier toch hun voorjaarstooi al lijken te dragen …

Ik heb vaak over kemphanen gelezen, maar ik had ze dus nog nooit met eigen ogen gezien. Eigenlijk verkeerde ik in de veronderstelling dat ze hier inmiddels als broedvogel zijn uitgestorven en dat de kans om ze ooit nog eens te zien verkeken was. Maar eind april bleek niets dus minder waar te zijn. Ik had graag wat betere foto’s gemaakt, maar daarvoor zaten ze simpelweg te ver in het weiland. Afijn, ik weet nu waar ze zich kunnen ophouden, daar moet ik volgend voorjaar dus zeker nog maar eens in de herkansing gaan …

“Deze spectaculaire, zeldzame weidevogel broedt in schrale, vochtige, bloemrijke graslanden, vrijwel uitsluitend in reservaten. Kemphanen zijn bekend door de fraaie voorjaarstooi van de mannetjes, die op de toernooiveldjes schijngevechten houden om de gunst van de vrouwtjes. Na de paring draaien de vrouwtjes op voor de zorg om het broedsel. Kemphanen zijn in ons land vooral nog te zien in de trektijd, maar ook wel in de winter.”
Aldus de Vogelbescherming op hun pagina over de kemphaan

Op de pagina van Sovon valt over de kemphaan het volgende te lezen: “Als broedvogel is de Kemphaan bijna uit ons land verdwenen. De laatste broedvogels houden zich op in extensief benutte graslanden (meest met aangepast beheer) in Friesland en Noord-Holland. Begin twintigste eeuw was de Kemphaan nog een lokaal algemene broedvogel, met een ruime verspreiding over de lage delen van het land en een plekgewijs voorkomen elders. Nog in 1950, ondanks een gemelde afname, werd het aantal broedende vrouwtjes geschat op ten minste 6000. Daarna ging het verder bergafwaarts, waarbij een tijdelijke opleving in het in 1969 drooggelegde Lauwersmeer enige tijd soelaas bood (maximaal 400 broedende vrouwtjes rond 1983). Afname is ook in andere delen van Noordwest-Europa het geval. Bij ons werd hij veroorzaakt door verlaging van grondwaterpeil, intensieve bemesting, zware beweidingsdruk en andere bijverschijnselen van de moderne landbouw …”

Je schijnt kemphanen het hele jaar in ons land te kunnen zien, met de hoogste aantallen in maart-april en in juli. Tijdens de trek kunnen ze overal opduiken, maar echt grote concentraties zijn in het voorjaar vrijwel voorbehouden aan Fryslân. De kleine aantallen overwinteraars concentreren zich met name in Zeeuws-Vlaanderen. De aantallen doortrekkers zijn drastisch verminderd, van ca. 50.000 rond de eeuwwisseling tot minder dan 10.000 nu …