Waterhoen en meer gevogelte

Al snel nadat ik mijn blik over het hele meer had laten glijden, kwam er een waterhoen langs …


In tegenstelling tot de meerkoet zie ik het waterhoen hier maar weinig. Ik was dan ook blij met deze mooie passage …

Een stuk verderop vlogen even later een paar laagvliegende vogels voorbij. Zeker weten doe ik het niet, maar ik denk dat het een paar nonnetjes waren. Jammer dat ze snel weer uit zicht waren …


Korte tijd later naderde een klein groepje smienten de hut. De kleine vlootschouw werd afgesloten door een paar passerende slobeenden …

Ik ben deze serie gisteren begonnen met een foto van het onderstaande water in de richting van de vogelkijkhut en het rietland. Ik sluit af met een foto van dat water en de gesnoeide struik aan de overkant. In de verte stond de Afanja-mobiel klaar om me naar een fotogeniek plekje te brengen …

Langs het hoge riet

Vorige week woensdag was het mooi weer om weer eens een wandeling bij de Leijen te maken. Bij gebrek aan winterweer was ik er al een tijdlang niet meer geweest. Sommige plekken hebben met grijs en donker weer weinig te bieden, de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ (Google Maps) bij de Tike is voor mij zo’n plek …


Ik was nog mooi op tijd om over het paadje langs het manshoge riet in de richting van de hut te kunnen lopen. De lokale rietsnijder die dit rietland pacht was intussen begonnen om zijn materieel aan te voeren, had ik onderweg gezien. In de loop van deze week zal het rietland hier waarschijnlijk weer een haal ander beeld bieden. Dan zal het mooie wuivende riet, dat zich onder invloed van zon en wind steeds weer anders toont, tot op enkele centimeters boven de grond zijn verdwenen …

Aangekomen in de vogelkijkhut is dit het beeld door één van de geopende kijkluikjes. In de verte is het steeds verder uit elkaar vallende boomeilandje te zien …


Door wat verder voorover te buigen en wat in- en uit te zoomen, is dit van links naar rechts het beeld over het meertje de Leijen. Op de omgevallen boom zat een eenzame aalscholver, verder was het rustig op het water. Toch kwamen er na enige tijd later diverse vogelsoorten voorbij …

– wordt vervolgd

Terugblik oktober 2022

Ik begin de terugblik op oktober in de wachtkamer van de afd. Neurologie in het plaatselijk ziekenhuis. Na een intakegesprek en een looptest in september was mijn nieuwe neuroloog bereid om me een relatief nieuw medicijn voor te schrijven. Daar plukte ik vanaf oktober de revenuen van. Er ging al na korte tijd zogezegd een wereld voor me open, omdat ik er vrijwel meteen een stuk stabieler mee kon lopen dan voordien …


Gaandeweg de maand heb ik geprobeerd mijn fotokuiertjes heel voorzichtig wat te verlengen. In de Jan Durkspolder lukte het o.a. om een torenvalk op de windmotor aan de Westersânning te kieken. Bij het Witte Meer bekroop me even de neiging om te onderzoeken waar het vlonderpad langs het Witte Meer uitkomt, maar dat leek me toch nog niet verstandig …

Verder ben ik weer eens van voor tot achter in de Ecokathedraal gekomen, en zelfs nog wat verder. Ook de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ bij de Leijen is weer binnen mijn bereik gekomen. Het is dan alleen wat jammer als je als derde in de kleine hut komt, terwijl de eerste twee niet bereid zijn om het mooiste plekje even te delen. Paddenstoelen waren wat dat betreft makkelijker onderwerpen, en daar heb ik dan ook veelvuldig gebruik van gemaakt in oktober en november …

Na een warme zomer volgde een zachte herfst, in de laatste week van oktober was het ronduit warm. In ons tuintje werd de hoogste temperatuur op 28 oktober bereikt: 19,2°C, in Eindhoven verscheen die dag 24,6°C op de thermometers. Afijn, onder het motto ‘Een kinderhand is gauw gevuld’ was ik al heel blij met die 19,2°C. De gemiddelde temperatuur kwam in oktober uit op 13,1°C, ca. 3 graden warmer dan het langjarig gemiddelde in oktober voor de periode 1971-2000. Met gemiddeld over het land 38 mm neerslag was het ook een erg droge maand. Dankzij ruim 20 mm regen op 1 oktober hadden wij aan het eind van de maand met in totaal 52 mm weer niks te klagen …

De earste riders yn’e JD-polder

Aangekomen in de Jan Durkspolder was de vogelkijkhut wat beter te zien. Net als de uitkijktoren ‘Romsicht’, die wat verderop staat. Verder viel er ten zuiden van de Westersânning niet veel te zien …


De earste riders (de eerste schaatsers) in de Jan Durkspolder waren zoals gebruikelijk aan de noordkant van de Westersanning te zien. Omdat er nog steeds maar een paar cm ijs lag, waren er nog maar weinig schaatsers die zich op de ijsvlakte waagden …

Het waren er weliswaar nog niet zoveel, maar ze waren er allemaal: de schaatsende fotografe, de man die zijn stijlvolle pootje-over kunsten toonde en de veteraan die heel verstandig met een helm op voorbij schaatste …

En er waren natuurlijk weer momenten van weerzien met oude bekenden op de schaats of zomaar een praatje met een toevallige passant. Er gebeurt wat met mensen zodra er ijs ligt, ze worden ineens een stuk vrolijker en vriendelijker. Er wordt niet alleen gevallen, maar vooral ook gelachen en mensen groeten elkaar zoals dat in de jaren ’60 en ’70 nog gewoon dagelijks gebruik was …

De basis voor dat bijzondere sfeertje is volgens mij deels te vinden in het landschap, dat feeërieke trekjes krijgt wanneer de kou behalve ijs op sloten en plassen ook een laagje rijp over het landschap heeft gelegd …

Een meeuw op een paaltje

Gebruik makend van het feit dat ik dankzij de nieuwe medicatie een stuk steviger en stabieler liep, heb ik begin oktober weer eens een fotokuiertje naar de vogelkijkhut ‘de Blaustirns’ bij de Leijen gemaakt. Daar had ik me alleen een tijdje niet meer aan gewaagd, omdat je er over een smal, vaak tamelijk glibberig paadje langs het water moet lopen. Nu durfde ik het aan om er weer eens op eigen gelegenheid naar toe te gaan …


Er zaten twee echte vogelaars met grote toeters op hun camera’s geschroefd in de kijkhut. Eén van hen vertelde dat ik net te laat kwam, omdat er een paar maal een ijsvogeltje op één van de palen had gezeten. Ik kreeg niet meer te zien dan een meeuw, die het plekje op de paal had overgenomen. Maar daar was ik ook al blij mee, temeer daar ik blij was om te horen dat er recentelijk regelmatig een ijsvogeltje bij de hut te zien was. Dat biedt binnenkort hopelijk weer nieuwe kansen …

Twee juveniele bruine kiekendieven

Waar waren we gebleven? Jawel, in de grote vogelkijkhut in de Jan Durkspolder. In het voorgaande blogje hadden Jetske en ik net een grote donkere vogel zien landen in een boom op de westelijke oever van de plas. De vogel leek me groter dan een buizerd, en dan hoop ik eerlijk gezegd altijd even dat het een (jonge) zeearend is. Er zijn tenslotte onlangs op luttele kilometers afstand van de vogelkijkhut in de Alde Feanen weer twee jonge zeearenden grootgebracht en uitgevlogen …

De grote donkere vogel was neergestreken in een boom waar blijkbaar al een soortgenoot zat. Samen zaten ze nu in de top van een kalende boom. Ik had nog steeds geen idee wat voor vogels het waren …

Met de uiterste krachtsinspanning van de Powershot SX70HS heb ik ze nog een stukje dichterbij kunnen halen. Het bleken donkerbruine vogels met een gele kop te zijn en een donkere rand rond de ogen …

Een tijdlang zaten de vogels samen in de boom, de ene leek daarbij geen fijn plekje te kunnen vinden. Hij moest de nodige acrabatische toeren uithalen om in de boom te kunnen blijven. Na enige tijd zagen we dat hij opvloog en overstak naar de oostkant van de plas …

De tweede vogel bleef zitten waar hij zat. Jetske had intussen Obsidenify al ter hand genomen. Daarbij was ze stilaan tot de conclusie gekomen, dat het waarschijnlijk twee juveniele exemplaren van de bruine kiekendief waren …

De vogel die naar de andere kant van de de plas was gevlogen, was inmiddels geland in de buurt van een groepje eenden. Daar bleef hij een tijdlang lekker zitten badderen …

Nadat het kennelijk genoeg was geweest, schudde hij zijn verendek eens flink uit. Toen hij daarbij zijn vleugels uitsloeg, was goed te zien hoe groot hij was …

Daarna vloog hij terug naar de westkant, waarna we hem uit zicht verloren. Maar dat was helemaal niet erg. De beide kiekendieven hadden ons een prachtig slot van de dag bezorgd, we konden weer een mooie waarneming bijschrijven …

Grijs weer boven de Leijen

Om wat te ondernemen, moet ik het tegenwoordig van de koelere dagen hebben. Vandaag is zo’n dag, en ook vorige week vrijdag was zo’n dag. Het trof dat er op die dag een afspraak met mijn fotomaatje Jetske in de agenda stond …

Rond het middaguur reden we naar de Leijen bij Doktersheide (Google Maps). Na een korte kuier door het rietland zochten we een plekje in de vogelkijkhut ‘Blaustirns’. Lang hoefden we niet te zoeken, want er was verder niemand. Uitkijkend over het water viel meteen weer op, dat de linkerhelft van het boomeilandje vrijwel helemaal in de golven verdwenen is …

Veel was er niet te zien rond de hut. Een moederfuut die met twee jongen voorbij zwom vormde wel zo ongeveer het hoogtepunt. Terwijl het ene jong bijna kopje onder leek te gaan, zocht de ander zijn heil tussen bloemen en bladeren van de gele plomp …

Het duurde even voordat we een paar zwarte sterns te zien kregen, terwijl we daar toch vooral voor waren gekomen. Het viel zoals gebruikelijk weer niet mee om ze te fotograferen. Zo lang ze op redelijke hoogte in de lucht bleven, ging het nog wel, maar zodra ze laag over het water scheerden, vielen ze vaak vrijwel helemaal weg tegen het woelige en onrustige water …

Na nog een laatste blik over het rietland hielden we het wel voor gezien in de kijkhut. Kijkend naar lucht, leek het weer er niet mooier op te worden …